Een ontstekingsmarker, sCD14 genaamd, is gerelateerd aan hersenatrofie, afname van de cognitie, en dementie, volgens een studie met meer dan 4700 deelnemers van twee grote maatschappelijke hartstudies. De studie werd maandag 9 december gepubliceerd in het blad Neurology.
“We hebben sterke aanwijzingen om aan te nemen dat sCD14 een nuttige biomarker kan zijn om een schatting te maken van wat iemands risico is met betrekking tot cognitieve achteruitgang en dementie”, zegt seniorauteur van de studie Sudha Seshadri, M.D., professor neurologie aan de UT Health San Antonio en directeur van het UT’s Glenn Biggs Institute for Alzheimer’s and Neurodegenerative Diseases.
“Het meest boeiende gedeelte is dat we dit risico van te voren konden inschatten, zodat er ruim tijd is om te interveniëren en zo dus het verloop van iemand z’n leven te veranderen”, aldus Seshadri.
“Hogere niveaus van sCD14 werden gelinkt met markers van veroudering en beschadiging van de hersenen, zoals totale hersenatrofie en een vermindering in de uitvoerende functie–de besluitvorming–, nodig voor vele activiteiten in het dagelijks leven”, aldus hoofdauteur van de studie Matthew Pase, Ph.D., van het Florey Institute for Neuroscience and Mental Health in Melbourne, Australië.
De onderzoekers bestudeerden het risico op dementie bij 1588 deelnemers van de Framingham Heart Study en 3129 deelnemers van de Cardiovascular Health Study. Dr. Pase en Dr. Seshadri zijn Framingham onderzoekers.
Plasma sCD14 werd gemeten in het bloed van de deelnemers na inschrijving voor de studie. In de Framingham groep werden een MRI-scan van de hersenen en een cognitieve test uitgevoerd binnen één jaar na de bloedafname voor sCD14 meting. Een tweede ronde van testen werd na zeven jaar uitgevoerd. Er werd gemiddeld negen jaar observatie met betrekking tot dementie gedaan.
In de Cardiovascular Health Study, werd de eerste MRI-scan van de hersenen drie tot vier jaar na de inschrijving verkregen en vijf jaar later was er een tweede ronde.
“Kostenefficiënte, op bloed gebaseerde biomarkers zijn zeer nodig voor de opsporing en het volgen van de voortgang van preklinische hersenbeschadiging die dementie in de hand werkt”, vermelden de onderzoekers in het artikel. “Zulke biomarkers kunnen ook fungeren als eindpunt in klinische onderzoeken naar interventies die ziekten modificeren en kunnen onze begrip over ziektebiologie doen uitbreiden.”
Vertaling: Arnoud