Vegetarische producten mogen in Nederland gewoon woorden als ‘burger’, ‘schnitzel’ en ‘worst’ gebruiken. Dat stelde Minister Bruins vandaag in een Kamerbrief. Het Nederlandse beleidsstandpunt gaat hiermee in tegen een voorstel uit het Europees Parlement, dat de termen wil verbieden.
In het vandaag gepubliceerde Actieplan Etikettering van Levensmiddelen stelt het ministerie van VWS dat er ruimte is voor het gebruik van namen van vleesproducten, mits duidelijk is dat het om een vegetarische variant gaat.
ProVeg is positief over het standpunt van het ministerie: “Wij zijn blij dat de Nederlandse regering bevestigt dat de vleesindustrie niet het alleenrecht heeft op woorden als ‘burger’ en ‘worst’. Deze vertrouwde begrippen helpen al jarenlang consumenten van zowel dierlijke als vegetarische producten om snel een beeld te krijgen van welk type ‘vlees’ ze in de kuip hebben. Dat herkenbare termen gebruikt mogen worden, is dus in ieders belang.”
Dat op vegetarische vleesvarianten duidelijk zichtbaar moet zijn dat ze vegetarisch zijn, vindt ProVeg vanzelfsprekend. “Het is niet in het belang van de producent om daar geheimzinnig over te doen. Dat er geen dierlijk vlees in zit, is juist het belangrijkste verkoopargument. We zien daarom ook in de praktijk dat er eigenlijk nooit verwarring optreedt.” stelt Pablo Moleman, manager Food Industry bij ProVeg Nederland.
Eerder dit jaar werden door Tjeerd de Groot (D66) Kamervragen gesteld, nadat de landbouwcommissie van het Europees Parlement een voorstel aannam voor een ‘vegaburgerverbod’. Minister Bruins zegde daarop toe duidelijkheid te zullen geven over de Nederlandse positie.
Het EU-plan trok veel kritiek, onder meer van ProVeg, dat in enkele weken meer dan 70.000 handtekeningen ophaalde tegen het voorstel, dat volgens de organisatie een ‘onnodige en zeer ingrijpende beperking is van de vrijheid van ondernemers en de belangen van de consument’. Over het plan zal in het Europees Parlement naar verwachting in 2020 worden gestemd.