Vrienden en familie verhogen kans op roken
kinderen in UKIMPERIAL COLLEGE LONDON
Tieners waarvan de moeder rookte tijdens de
zwangerschap, of waarvan ouders of vrienden
roken, gaan zelf vaak ook roken.
Dit zijn nieuwe studie-uitkomsten van het
Imperial College in Londen en vandaag
gepubliceerd in het blad Thorax, waarin wordt
benadrukt dat verzorgers en vrienden belangrijke
aanjagers zijn voor kinderen om sigaretten uit
te proberen en te gaan roken.
De studie waarbij gegevens van meer dan
11.500 kinderen uit heel het VK werden
bestudeerd, laat zien dat ondanks verminderde
rookcijfers in het VK in de jaren 1970, grote
aantallen vroege tieners (leeftijd ca. 14 jaar)
nog steeds roken of ermee beginnen.
De onderzoekers benadrukken in de studie de
‘overdraagbare’ eigenschap van roken - waarbij
tieners vermoedelijk veel meer de gewoonte
overnemen na blootstelling door vrienden en
familie - en ondersteunen de noodzaak voor
maatregelen om de rookcijfers van zwangere
vrouwen te verlagen en kinderen te beschermen
tegen roken in huis.
Dr. Anthony Laverty van Imperial's School of
Public Health en hoofdauteur van het onderzoek,
zegt: “De meeste rokers beginnen in hun
kindertijd en hoewel rookcijfers naar beneden
gaan van zowel volwassenen als kinderen, roken
nog steeds grote aantallen kinderen in het VK.
Dit vormt een ernstig risico voor hun gezondheid
gedurende hun hele leven, aangezien één op de
twee rokers overlijdt.”
In de studie gebruikte het team gegevens uit
de Millennium Cohort Study, waarbij gekeken werd
naar kinderen uit het hele VK, met reguliere
intervallen tijdens het opgroeien. Ze
analyseerden gegevens van totaal 11.577 kinderen
om te kijken welke factoren in verband gebracht
konden worden met kinderen die het roken
geprobeerd hadden of huidige rokers waren.
Kinderen waarvan verzorgers rookten gingen
zelf twee keer eerder roken. Meer dan een kwart
(26%) van de tieners wiens belangrijkste
verzorger rookte zeiden dat ze ook sigaretten
geprobeerd hadden en 5% zei dat ze op dit moment
rookten, vergeleken met 11% en 1% van de
kinderen wiens verzorgers niet rookten.
De analyse toonde ook aan dat ca. één op elke
drie jonge tieners (35%) die meldden dat hun
vrienden rookten zelf sigaretten hadden
uitgeprobeerd, vergeleken met maar 4% van de
kinderen met vrienden die niet rookten. Het
risico om te gaan roken werd voor de kinderen
ook groter als het aantal van hun vrienden die
rookten groter werd.
Naast het vrienden en familie effect in de
tienertijd, toonde de studie ook aan dat
blootstelling aan roken in de vroege kindertijd
in verband werd gebracht met roken op latere
leeftijd - een meer dan verdrievoudigd risico.
Zowel kinderen die blootgesteld worden aan roken
in dezelfde kamer tijdens de kindertijd als
degenen waarvan de moeders rookten tijdens de
zwangerschap, gingen vaker zelf ook roken.
De Millennium Cohort Study heeft een selectie
kinderen gevolgd die geboren werden in het VK in
2000/2001, met behulp van interviews met de
kinderen en verzorgers en vragenlijsten over een
reeks factoren. De resultaten van deze studie
zijn gebaseerd op de antwoorden van 13- en
14-jarigen, ondervraagd in 2014 en 2015. In
totaal rookte 1,9% van de kinderen op dat
moment. De huidige rookgewoonten kwamen meer
voor bij kinderen uit armere families (14x meer
in de armste 20% dan de rijkste 20%) en meer bij
meisjes dan jongens (2,4% versus 1,4%).
“Om de gezondheid van de kinderen te
beschermen is het noodzakelijk om het roken van
de ouders aan te pakken, vooral bij zwangerschap
of met kleine kinderen, èn het stoppen met roken
aan te moedigen, net als rookvrije woonhuizen,”
voegt dr. Laverty toe. “De link tussen het
rookgedrag van het kind en dat van hun vrienden
toont aan hoe grondig interventies, zoals school
strategieën, nodig zijn. Roken tijdens de
zwangerschap is ook een risico, met ca. één op
elke 10 zwangere vrouwen die dan nog steeds
rookt, dus er moet meer gedaan worden om het
stoppen te ondersteunen, zowel voor hunzelf als
hun kinderen.”
Dr. Nicholas Hopkinson, senior auteur van de
studie van het Imperial's National Heart and
Lung Institute, voegt toe: “Onze conclusies
benadrukken de ‘overdraagbare’ aard van de
tabaksepidemie, zowel van ouders naar kinderen
als onder vriendengroepen. Begrip en aanpak zal
cruciaal worden om het doel te halen van het
Tobacco Control Plan van de overheid: een
rookvrije generatie.”
Vertaling: Ellen Lam