Nanodeeltjes kunnen DNA-schade aan hersencellen
veroorzaken
Ontdekking heeft implicaties voor de ontwikkeling van
potentiële medicijnen bij de behandeling van
neurodegeneratieve aandoeningen.
TRINITY COLLEGE DUBLIN
Nieuw onderzoek door wetenschappers laat zien dat
wanneer cellulaire barričres worden blootgesteld aan
metalen nanodeeltjes, cellulaire boodschappers worden
vrijgegeven die schade aan het DNA van de zich
ontwikkelende hersencellen kunnen veroorzaken. De
ontdekking kan implicaties hebben voor de ontwikkeling
van potentiële medicijnen bij de behandeling van
neurodegeneratieve aandoeningen, waaronder de ziekte van
Alzheimer en de ziekte van Parkinson. Het onderzoek werd
uitgevoerd door wetenschappers van het Trinity College
en de Universiteit van Bristol en online gepubliceerd in
Nature Nanotechnology.
Nanodeeltjes zijn hele kleine deeltjes tussen de 1 en
100 nanometer groot. Ze worden steeds meer gebruikt in
medicijnen, chemotherapie, beeldvorming en diagnostiek
vanwege hun vermogen om binnen organismen te reizen door
gebruik van cellulaire paden. Tijdens hun interacties
met celmembranen en internalisatie in cellen, worden
belangrijke signaalroutes en -processen veranderd. Naast
het beďnvloeden van de gezondheid van direct belichte
cellen, kan de internalisatie van nanodeeltjes naburige
cellen ook nadelig beďnvloeden op een manier
vergelijkbaar met het door straling geďnduceerd
omstandereffect.
Voor dit specifieke onderzoek kweekten de
wetenschappers een laagje BeWo-cellen, een celtype dat
op grote schaal wordt gebruikt om de placentabarričre te
modelleren, in een laboratorium op een poreus membraan.
Deze celbarričre werd vervolgens blootgesteld aan
nanodeeltjes van kobaltchroom en het medium onder de
barričre werd later verzameld en overgebracht op kweken
van menselijke hersencellen, die DNA-schade opliepen.
Confirmatieve blootstelling aan maternale muizen tijdens
de embryonale ontwikkeling werden ook uitgevoerd die
aantoonden dat blootstelling resulteerde in schade aan
DNA in de hippocampus (een deel van de hersenen dat
betrokken zijn bij het leren en het geheugen) van de
pasgeboren nakomelingen.
De wetenschappers toonden aan dat cellen in de
barričres de nanodeeltjes verwerkten via een natuurlijke
cellulaire route, bekend als autofagie, die ertoe leidde
dat die cellen signaleringsmoleculen genereerden. Deze
signaalmoleculen veroorzaakten DNA-schade aan de
astrocyten en neuronen van de hersencellen; dit werd
bevestigd omdat autofagie of IL-6 (de belangrijkste
geďdentificeerde boodschapper van de cel) werd
geblokkeerd en de hoeveelheid DNA-schade was verminderd.
Deze bevindingen ondersteunen het idee dat indirecte
effecten van nanodeeltjes op cellen, zoals het geval is
in dit onderzoek, net zo belangrijk kunnen zijn als hun
directe effecten bij het evalueren van hun veiligheid.
Belangrijk is dat de DNA-schade aan neuronen
afhankelijk was van aanwezige astrocyten. Astrocyten
zijn het meest voorkomende celtype in de hersenen,
waarvan jarenlang werd gedacht dat ze een hoofdrol als
ondersteuningscel hadden, maar het is nu bekend dat ze
meerdere rollen in de hersenen hebben en zowel positieve
als negatieve effecten kunnen hebben op naburige
neuronen.
Maeve Caldwell, hoogleraar neurowetenschappen aan het
Trinity College in Dublin enhoofdauteur van het
onderzoek, zei: "Astrocyten zijn het meest voorkomende
celtype in de hersenen, die al vele jaren werden
beschouwd als ondersteunende neuronen. Maar het feit dat
media van nanodeeltjes blootgestelde cellulaire
barričres alleen neuronen beschadigden wanneer
astrocyten aanwezig waren, verder bewijs levert dat de
rol van astrocyten in de hersenen veel verder gaat dan
het ondersteunen van neuronen. Als astrocyten gestrest
zijn (onder onze experimentele omstandigheden) zijn ze
in staat om naburige cellen te beschadigen Dit zou
implicaties kunnen hebben voor het ontwikkelen van ons
begrip van hoe astrocyten gedrag de neuronale gezondheid
in veel neurodegeneratieve aandoeningen, waaronder de
ziekte van Alzheimer en Parkinson, kan beďnvloeden en
daarom hun voortdurende ontwikkeling als potentiële
medicijnen rechtvaardigen. "
Deze bevindingen tonen aan dat beschadiging van
nanodeeltjes aan hersencellen DNA-schade kan veroorzaken
die afhankelijk is van astrocyten. Dit heeft implicaties
voor verdere onderzoeken gericht op het ontwikkelen van
astrocyten als potentiële medicijnen voor
neurodegeneratieve aandoeningen.
Vertaling: Andre Teirlinck