Oestrogeen en andere geslachtshormonen zouden de
oorzaak kunnen zijn van een hogere prevalentie van
migraine bij vrouwen
Vandaag gepubliceerd onderzoek toont een potentieel
mechanisme voor oorzakelijke migraine dat kan verklaren
waarom vrouwen meer aan migraines lijden dan mannen. De
studie, in Frontiers in Molecular Biosciences, stelt dat
geslachtshormonen cellen rond de nervus trigemus (de 5e
hersenzenuw) beïnvloeden en de daaraan verbonden
bloedvaten in het hoofd, waarbij oestrogenen - met het
hoogste gehalte bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd -
vooral belangrijk zijn voor het sensibiliseren van deze
cellen voor migraine triggers. De resultaten leiden
wetenschappers naar een veelbelovende nieuwe route voor
persoonlijke behandelingen bij migrainepatiënten.
“We kunnen significante verschillen zien tussen
mannen en vrouwen in onze experimentele migrainemodellen
en proberen de voor deze verschillen verantwoordelijke
moleculaire correlaties te begrijpen,” legt professor
Antonio Ferrer-Montiel uit van de Unversitas Miguel
Hernández in Spanje. “Hoewel het een ingewikkeld proces
is, geloven we dat modulatie van het trigeminovasculaire
systeem door geslachtshormonen een belangrijke rol
speelt die nooit zorgvuldig is onderzocht.”
Ferrer-Montiel en zijn team beoordeelden tientallen
jaargangen aan literatuur over geslachtshormonen,
migrainegevoeligheid en cel responses op migraine
triggers om de rol van specifieke hormonen te
identificeren. Sommige (zoals testosteron) lijken te
beschermen tegen migraines, terwijl andere (zoals
prolactine) de migraines lijken te verergeren. Zij doen
dit door de ionkanalen van de cel, die de celreacties
besturen bij stimuli van buitenaf, min of meer vatbaar
te maken voor migraine triggers.
Sommige hormonen hebben meer onderzoek nodig om hun
rol vast te stellen. Oestrogeen echter springt eruit als
belangrijkste kandidaat voor meer inzicht in
migraineverschijnselen. Het werd eerst geïdentificeerd
als belangrijke factor bij een hogere migraine
prevalentie bij menstruerende vrouwen en het verband van
sommige types migraine met menstruatie-gerelateerde
veranderingen in hormoongehaltes. Het bewijs van het
onderzoeksteam toont nu aan dat oestrogeen en
veranderingen in hormoongehaltes de cellen rond de
trigeminale zenuw sensibiliseert voor stimuli. Dat maakt
het gemakkelijker om een migraine aanval te triggeren.
Ferrer-Montiel waarschuwt echter dat hun werk slechts
verkennend is. De rol van oestrogeen en andere hormonen
bij migraine is complex en er is veel meer onderzoek
nodig voor meer inzicht. De auteurs benadrukken de
noodzaak voor langdurige studies, gefocust op de relatie
tussen menstruele hormonen en migraines. Hun huidige
werk is afhankelijk van in vitro en diermodellen, wat
niet gemakkelijk is om te vertalen naar menselijke
migrainepatiënten.
Desalniettemin zien Ferrer-Montiel en zijn collega’s
in hun huidige ontdekking een veelbelovende toekomst
voor migraine medicatie. Het is de bedoeling dat zij hun
onderzoek voortzetten met gebruik van preklinische, op
mensen gebaseerde modellen die meer overeenkomen met
echte patiënten.
“Indien succesvol, kunnen we een bijdrage leveren
voor verbeterde persoonlijke medicatie bij
migrainetherapie,” zegt hij.
Het onderzoek maakt deel uit van een speciale
artikelverzameling over celmembraan proteïnen als
doelstellingen voor medicijnen.
Vertaling: Ellen Lam
Steun ook ons kenniswerk,
winkel eens in de Leefbewust winkel