Regelmatig wandelen kan beschermen tegen hartfalen
na de menopauze
Stevige wandelingen van 40 minuten of langer, twee
tot drie keer per week, lijken het grootste voordeel te
hebben.
Minimaal 40 minuten stappen op een gemiddeld tot snel
tempo van meer dan 40 minuten wordt geassocieerd met een
daling van bijna 25 procent van het risico op hartfalen
bij postmenopauzale vrouwen, aldus nieuw onderzoek
gepresenteerd op de 67e jaarlijkse bijeenkomst van de
American College of Cardiology Annual Scientific
Session. Het voordeel lijkt consistent te zijn, ongeacht
het lichaamsgewicht van de vrouw of dat ze naast
wandelen nog andere bewegingsactiviteiten doet .
Ongeveer 6,5 miljoen volwassenen lijden aan
hartfalen, een aandoening waarbij het hart te zwak wordt
om genoeg bloed te pompen om aan de behoeften van het
lichaam te voldoen. Het risico op hartfalen stijgt met
de leeftijd; vrouwen tussen 75 en 84 jaar hebben drie
keer meer kans op hartfalen dan vrouwen tussen 65 en 74
jaar.
"We weten al dat lichamelijke activiteit het risico
op hartfalen verlaagt, maar het kan een misvatting zijn
dat gewoon wandelen niet genoeg is", zei Somwail Rasla,
MD, cardioloog in het Saint Vincent Hospital, die de
studie tijdens zijn verblijf aan de Brown University
uitvoerde. "Uit onze analyse blijkt dat wandelen niet
alleen een toegankelijke vorm van lichaamsbeweging is,
maar bijna gelijk is aan alle verschillende soorten
oefeningen die eerder zijn bestudeerd in termen van het
verlagen van het risico op hartfalen. In wezen kunnen we
een vergelijkbare energetische inspanning halen uit
wandelen als uit elke andere soort fysieke activiteit. "
Omdat stappen op elk moment kan worden gedaan en geen
speciale apparatuur vereist, zijn de resultaten van deze
betekenisvolle fysieke activiteit binnen handbereik van
oudere vrouwen die misschien aarzelen om lid te worden
van een sportschool of een nieuwe trainingsroutine te
beginnen.
De studie, die wandelgedrag en gezondheidsresultaten
analyseerde bij 89.000 vrouwen over een periode van meer
dan 10 jaar, is de eerste die in detail de voordelen van
stappen onderzoekt door de effecten van de
wandelfrequentie, duur en snelheid te ontleden. Het is
ook de eerste die zich specifiek richt op het risico op
hartfalen bij vrouwen ouder dan 50 jaar.
Het onderzoek is gebaseerd op een analyse van
gegevens van het Women's Health Initiative, een groot
onderzoek gefinancierd door het National Heart, Lung en
Blood Institute dat gegevens verzamelde over de
gewoonten van vrouwen en hun gezondheid tussen 1991 en
2005. Deelnemers waren tussen 50 en 79 jaar oud bij de
inschrijving. Rasla en collega's hebben gegevens
verzameld over vrouwen die in het begin minstens 10’ aan
één stuk konden stappen en geen hartfalen, coronaire
hartziekte of kanker hadden.
Gebaseerd op de informatie van vragenlijsten van de
deelnemers, werd het wandelgedrag van de vrouw
gecategoriseerd op basis van frequentie, duur en
snelheid. Onderzoekers hebben ook het energieverbruik
van de vrouw beoordeeld door deze drie variabelen te
combineren in een berekening die bekend staat als
Metabolisch Equivalent of Task (MET). Deze in het
hoogste tertiel voor MET per week hadden 25 procent
minder kans op het ontwikkelen van hartfalen in
vergelijking met degenen uit het laagste tertiel.
De bevindingen suggereren dat stapfrequentie, duur en
snelheid ongeveer evenveel bijdragen aan het voordeel.
Vrouwen die minstens tweemaal per week stapten hadden
een 20 tot 25 procent lager risico op hartfalen. Degenen
die 40 minuten of meer per keer stapten hadden een 21
tot 25 procent lager risico dan degenen die kortere
wandelingen maakten. Vrouwen die in een gemiddeld of
snel tempo stapten, vertoonden respectievelijk een 26 en
38 procent lager risico op hartfalen, vergeleken met
vrouwen die het rustig aan deden.
Onderzoekers zeiden dat de resultaten consistent
waren in verschillende leeftijdscategorieën,
etniciteiten en baseline lichaamsgewicht bij
postmenopauzale vrouwen, wat suggereert dat de
bevindingen gegeneraliseerd kunnen worden voor de meeste
vrouwen boven de 50 jaar.
"We hebben eigenlijk gekeken naar vrouwen met vier
verschillende categorieën van body mass index (BMI) en
vonden dezelfde omgekeerde relatie tussen stapgedrag en
het risico op hartfalen," zei Rasla. "De resultaten
tonen aan dat zelfs vrouwen met obesitas en overgewicht
nog steeds baat hebben bij stappen om het risico op
hartfalen te verminderen."
De analyseresultaten gelden voor verschillende
risicofactoren voor hartziekten, zoals roken,
alcoholgebruik, familie- en medische geschiedenis,
gebruik van hormonen en de totale hoeveelheid fysieke
activiteit. Het loopgedrag werd beoordeeld op basis van
zelfrapportage door de deelnemers. Onderzoekers waren
niet in staat om rekening te houden met de potentiële
effecten van lichaamsbeweging of wandelgewoonten vroeger
in het leven.
Rasla zal de studie ‘Association of Walking Pace,
Walking Frequency and Duration and Joint Effects on the
Risk of Heart Failure in Post-Menopausal Women’
presenteren op maandag 12 maart om 09:45 uur ET in het
Prevention Moderated Poster Theater, Poster Hall A/B
Vertaling: Andre Tierlinck