Borstkanker screening vermindert de sterfte niet

AARHUS UNIVERSITEIT

Een Noors-Deens onderzoek toont aan dat sterfte door borstkankers afneemt, maar niet vanwege screening. Professor Henrik Støvring uit Denemarken vindt dat het tijd is om na te denken over alternatieven voor mammografie.

Steeds minder vrouwen sterven de afgelopen jaren aan borstkanker, maar verrassend genoeg is de achteruitgang in de niet gescreende leeftijdsgroepen even groot. De achteruitgang is te danken aan een betere behandeling en niet aan screening.

Dit wordt aangetoond door een groot Deens-Noors onderzoek “Effect of organized mammography screening on breast cancer mortality”, een op populatie gebaseerdecohortstudie in Noorwegen, dat is gepubliceerd in het tijdschrift International Journal of Cancer.

Voor de studie volgden de onderzoekers alle Noorse vrouwen tussen 30 en 89 jaar, identificeerden degenen die in de periode 1987-2010 borstkanker hadden ontwikkeld en vergeleken het aantal doden vóór en na de introductie van het screeningsprogramma.

Universitair hoofddocent Henrik Støvring aan de universiteit van Aarhus, Denemarken merkt op dat het resultaat geen positief effect weergeeft van het bevolkingsonderzoek naar borstkanker. Deze conclusie geldt ook voor Denemarken (en elders), waar aan alle vrouwen tussen 50 en 69 om de twee jaar een mammografie wordt aangeboden. Het Deens screeningprogramma werd vanaf begin 1990 geleidelijk ingevoerd en werd nationaal aangeboden aan iedereen vanaf 2007, drie jaar na de Noren.

"Het belangrijke resultaat is dat we niet langer een gunstig effect kunnen vinden door screening. De oorspronkelijke gerandomiseerde studies naar screening op borstkanker werden al in de jaren tachtig uitgevoerd en toonden wel een effect, maar het feit is dat hoe beter de behandeling methoden worden des te minder zijn de voordelen van screening, "zegt Henrik Støvring, universitair hoofddocent bij het ministerie van Volksgezondheid met biostatistiek en screeningprogramma's als zijn specifieke expertisegebieden.

Hier wijst hij naar één van de paradoxen van screening: de populaire maar onjuiste overtuiging dat borstkankerpatiënten die gescreend zijn geweest langer leven dan andere borstkankerpatiënten. Het probleem is dat met screening artsen vroeger tumoren detecteren en dus verplaatst het tijdstip van diagnose zich naar voor in de tijd. Maar zelfs als iemand die gescreend is geweest langer leeft is het niet zeker dat zijn leven als geheel zal langer zijn. Het is belangrijk om hier rekening mee te houden en de nieuwe studie laat zien dat screening niet leidt tot langer leven in het algemeen - en dit is de belangrijkste bevinding.

"De vrouwen die worden uitgenodigd voor screening leven langer omdat alle borstkankerpatiënten langer leven doordat er nu betere medicijnen zijn en wij een effectievere chemotherapie hebben, wat betekent dat de gezondheidszorg sneller reageert dan tien jaar geleden. Maar het lijkt er niet op dat minder vrouwen aan borstkanker overlijden als gevolg van mammografie, "zegt Henrik Støvring.

Hij wijst er ook op dat het niet altijd gunstig is voor een vrouw om bij mammografie gediagnosticeerd te worden met een kleine kankerachtige groei van b.v. een millimeter in diameter. Sommige van deze kleine knobbeltjes groeien zo langzaam dat de vrouw zou zijn overleden aan een zogenaamde natuurlijke dood met een niet gediagnosticeerde kanker, als ze niet was gescreend geweest.

"Nu gebeurt het dat deze vrouwen een diagnose krijgen die niemand gelukkiger maakt. Zo'n diagnose maakt het leven moeilijker en kost veel geld, maar maakt uiteindelijk niet het verschil. Het probleem is dat we momenteel niet in staat zijn om het verschil te zien tussen de kleine kankertumoren die dodelijk zijn en de andere, "zegt Henrik Støvring.

Hier gaat hij in op het probleem van overdiagnose, een groeiend probleem in alle westerse landen waar de aanpak van medicijnen en onderzoeken is uitgebreid en waar nationale screeningprogramma's veel voorkomen. Een probleem dat vorige week werd besproken in Kopenhagen, Denemarken, waar 450 onderzoekers uit dertig landen de conferentie “Preventing Overdiagnosis 2018” bijwoonden.

Hoewel de onderzoeksresultaten het huidig gezondheidsbeleid in Denemarken, Noorwegen en de rest van de westerse wereld in twijfel trekken, is Henrik Støvring niet degene die de Deense politici wil vertellen dat ze moeten stoppen met het nationaal screeningprogramma.

"Het is zeker niet mijn taak om te beslissen hoe het onderzoek zou moeten gebeuren, maar mijn suggestie is niettemin dat we zouden samenkomen om te onderzoeken of het nuttig zou zijn om iets anders dan screening in te voeren. Als in plaats daarvan de arts met regelmatige tussenpozen de vrouwenborst zou kunnen onderzoeken door palpatie met de handen, dan zouden we veel overdiagnose kunnen vermijden", zegt Henrik Støvring

Vertaling: Andre Teirlinck


 



Steun ook ons kenniswerk, winkel eens in de Leefbewust winkel



Naar het overige nieuws van vandaag