Maagzuur medicatie, antibiotica
in de kindertijd en latere allergische aandoeningen
Bottom line: Het gebruik van
zuur-onderdrukkende medicatie of antibiotica in de
eerste zes maanden van de kindertijd werd gelinkt met
een verhoogd risico op het later ontwikkelen van
allergische aandoeningen in de jeugd.
Waarom het onderzoek interessant is: Allergische
aandoeningen en astma zijn toegenomen in de afgelopen
decennia. Medicatie die het menselijk microbioom kunnen
veranderen kunnen bijdragen aan de toename van
allergische aandoeningen. Zuur-onderdrukkende medicatie
en antibiotica kunnen bijdragen aan een microbiële
disbalans in de darmen (intestinale dysbiose).
Wie en wanneer: 792,130 kinderen, geboren tussen oktober
2001 en september 2013 en ingeschreven in het militairy
health system tot tenminste de eerste verjaardag.
Wat (studiemetingen): elke uitgegeven recept voor een
H2-receptorantagonist (H2RA), protonpompremmer (PPI) of
antibiotica (blootstellingen) in de eerste zes maanden
van het leven; allergische aandoeningen gedefinieerd als
de aanwezigheid van voedselallergieën, anafylaxie,
astma, atopisch dermatitis (eczeem), allergische
rhinitis (hooikoorts), allergische conjunctivitis
(oogontsteking), urticaria (uitslag), contactdermatitis
(huiduitslag), medicatie allergie of andere allergie
(uitkomsten).
Hoe (studieopzet): Dit was een observatiestudie.
Onderzoekers intervenieerden niet met betrekking tot
studiedoeleinden en ze hebben geen controle over
natuurlijke verschillen die de bevindingen van de studie
verklaren.
Auteurs: Edward Mitre, M.D., van de Uniformed Services
University of the Health Sciences, Bethesda, Maryland en
coauteurs.
Het gebruik van zuur-onderdrukkende medicatie werd
gelinkt met verhoogde risico’s voor alle
hoofdcategorieën van allergische aandoeningen,
voedselallergie in het bijzonder. Antibiotica werden ook
gelinkt met verhoogd risico voor alle hoofdcategorieën
van allergische aandoeningen.
Studiebeperkingen: Het is mogelijk dat
zuur-onderdrukkende medicatie of antibiotica gegeven
werden voor allergische aandoeningen die foutief
gediagnosticeerd waren, hoewel de auteurs twijfelen of
dit al hun bevindingen kan verklaren. De mechanismen
waarbij zuur-onderdrukkende medicatie en antibiotica
allergische sensibilisatie ook verhogen worden niet
volkomen begrepen, maar potentiele voorbeelden zouden
intestinale dysbiose kunnen omvatten en, voor
zuur-onderdrukkende medicatie, verminderde
eiwitvertering in de maag.
Vertaling: Arnoud