Kind kan blijvende schade oplopen door ruzie
ouders
Vooral verlegen kinderen zijn kwetsbaar
UNIVERSITY OF VERMONT
Het is logisch dat kinderen van ouders die de
kinderen fysiek of emotioneel mishandelen blijvende
schade kunnen oplopen, gedeeltelijk doordat hun vermogen
om anderen te vertrouwen en hun emoties goed in te
schatten wordt ondermijnd. Maar hoe zit het met kinderen
van ouders die gewoon nu en dan onenigheid hebben?
Uit nieuw onderzoek, verschenen in het nieuwe nummer
van het Journal of Social and Personal Relationships,
blijkt dat de emotionele verwerking ook bij deze
kinderen kan worden aangetast; ze kunnen enorm waakzaam
of angstig worden, of gevoeliger worden voor het
verkeerd interpreteren van menselijke interacties die
neutraal van toon zijn, waardoor ze als volwassenen geen
evenwichtige relaties met anderen hebben.
“De boodschap is duidelijk: zelfs een kleine mate van
onenigheid zoals een ouderlijk conflict is al niet goed
voor kinderen,” zegt hoofdauteur van de studie Alice
Schermerhorn, universitair docent aan de University of
Vermont bij het Department of Psychological Sciences.
Voor het onderzoek werden 99 kinderen van tussen de
negen en elf jaar oud onderverdeeld in twee groepen,
gebaseerd op een aantal psychologische tests die
aangaven hoeveel ouderlijke onenigheid ze meemaakten en
in welke mate ze het gevoel hadden dat dit een
bedreiging inhield voor het huwelijk van de ouders.
Daarna kregen de kinderen een serie foto’s te zien
van stellen die zich bezighielden met blije, boze of
neutrale interacties en werd ze gevraagd om te kiezen in
welke categorie de foto’s thuishoorden.
Kinderen uit gezinnen met weinig onenigheid deelden
de foto’s consequent goed in. Degenen uit gezinnen met
veel conflicten en het conflict als een bedreiging
zagen, konden wel goed de blije en boze stellen
identificeren, maar niet degenen met een neutrale
houding; die lazen ze foutief als boos of blij, of ze
zeiden dat ze niet wisten waar ze hoorden.
Schermerhoorn ziet twee mogelijke interpretaties voor
deze resultaten. De onnauwkeurigheid kan te wijten zijn
aan de overmatige waakzaamheid. “Als hun perceptie van
onenigheid en dreiging ertoe leidt dat kinderen meer op
hun hoede zijn voor tekenen van onraad, zou dat ertoe
kunnen leiden dat ze een neutrale gezichtsuitdrukking
zien als boos, of dat ze gewoon meer moeite hebben met
de verwerking,” zegt zij.
De andere mogelijkheid is dat neutrale ouderlijke
interactie misschien minder veelbetekenend is voor
kinderen die zich bedreigd voelen door de onenigheid
tussen hun ouders.
“Ze zijn misschien meer gespitst op boze interacties,
die voor hen een aanwijzing kunnen zijn om zich terug te
trekken op hun kamer, of op blije, die ze als een teken
zien dat de ouders beschikbaar zijn voor ze,” aldus
Schermerhorn. “Neutrale uitwisselingen geven niet veel
informatie dus daar zouden ze geen waarde aan kunnen
hechten, of ze leren niet om ze te herkennen.”
Verlegenheid verergert de zaak
De studie is ook een van de eerste die de invloed
meet van verlegenheid op het vermogen van de kinderen om
emoties te kunnen verwerken en herkennen.
De verlegen kinderen, die werden geïdentificeerd aan
de hand van de vragenlijst die de moeders van de
deelnemers invulden, konden stellen in neutrale poses
niet herkennen, ook al kwamen ze niet uit een gezin met
veel conflicten.
Verlegenheid maakte ze ook gevoeliger voor ouderlijke
conflicten. Kinderen die zowel verlegen waren als zich
bedreigd voelden door het ouderlijke conflict waren er
slechter in om neutrale interacties te herkennen.
“De ouders van verlegen kinderen moeten extra goed
nadenken over hoe ze onenigheid uiten,” zegt
Schermerhorn.
Gevolgen in de volwassenheid
De onderzoeksresultaten zijn significant volgens
Schermerhorn, vanwege het licht dat zij schijnen op de
impact die een relatief lichte ouderlijke onenigheid al
kan hebben op de ontwikkeling van kinderen.
Beide interpretaties van haar onderzoeksbevindingen
kunnen in de toekomst problemen inhouden voor de
kinderen. “Aan de ene kant kan overmatige waakzaamheid
en angst op allerlei manieren destabiliserend werken,”
zegt zij. “Aan de andere kant kan een onjuiste
interpretatie van neutrale interacties van minder groot
belang lijken voor kinderen die thuis veel conflicten
meemaken, maar dat gat in hun perceptuele inventaris kan
later bij nieuwe ervaringen schade opleveren,
bijvoorbeeld in interacties met leraren,
leeftijdsgenoten en partners in liefdesrelaties.”
“Niemand kan volledig alle conflicten vermijden,”
zegt ze, “maar het is wel belangrijk dat kinderen
geholpen worden om de boodschap te begrijpen dat ouders
om elkaar geven en hun onenigheid kunnen oplossen, zelfs
als ze ruzie maken.”
Vertaling: A Zwart