Belangrijker voor hartpatiënten om actief te zijn dan slank

Geen gewichtsverlies, maar verhoogde lichamelijke activiteit geeft personen met coronaire hartziekten een langer ‘tweede leven’.

NORWEGIAN UNIVERSITY OF SCIENCE AND TECHNOLOGY

Geen gewichtsverlies, maar verhoogde lichamelijke activiteit geeft personen met coronaire hartziekten een langer ‘tweede leven’, volgens een nieuwe studie, uitgevoerd door de Norwegian University of Science and Technology (NTNU).

NTNU-onderzoekers hebben ontdekt dat hartpatiënten zwaarder kunnen worden zonder hun gezondheid in gevaar te brengen, maar significante gezondheidsrisico’s lopen met in hun luie stoel zitten.

Gewichtsverlies lijkt gelinkt te zijn met een verhoogd sterftecijfer voor de deelnemers in de studie die bij aanvang op normaal gewicht waren. De meting, welke een observatiestudie is gebaseerd op gegevens van HUNT (the Nord-Trondelag Health Study), werd recent gepubliceerd in het Journal of the American College of Cardiology (JACC).

Onderzoeker Trine Moholdt in NTNU’s Department of Circulation and Medical Imaging, werkte in de studie samen met cardioloog Carl J. Lavie aan het John Ochsner Heart and Vascular Institute in New Orleans, en Javaid Nauman aan de NTNU.

Ze bestudeerden 3307 personen (1038 vrouwen) met coronaire hartziekten van HUNT. Gegevens van HUNT vormen Noorwegens grootste collectie gezondheidsgegevens van een populatie. Een totaal van 120.000 mensen heeft ermee ingestemd om hun geanonimiseerde gezondheidsgegevens beschikbaar te maken voor onderzoek, en bijna 80.000 personen hebben gegevens van hun bloedtest vrijgegeven.

HUNT-patiënten werden onderzocht in 1985, 1996 en 2007, en kregen een vervolgcontrole tegen het einde van 2014. De gegevens van HUNT werden vergeleken met gegevens van het Norwegian Cause of Death Registry.

Tijdens de periode van 30 jaar, stierven 1493 van de deelnemers, en 55 procent van de sterftegevallen was als gevolg van hart- en vaatziekten.

“Deze studie is belangrijk omdat we naar veranderingen gedurende de tijd konden kijken, en niet veel studies hebben dat gedaan, dus ik ben HUNT en de HUNT-deelnemers eeuwig dankbaar”, aldus Moholdt.

Sport en leef langer
De studie legde bloot dat mensen die lichamelijk actief zijn langer leven dan degene die dat niet zijn. Lichamelijke activiteit, die duurzaam werd volgehouden werd gelinkt met een substantieel lager risico op overlijden.

Deelnemers aan de studie werden verdeeld in drie categorieën: niet actief, enigszins lichamelijk actief, maar onder het aangeraden niveau, en lichamelijk actief op of boven het aangeraden niveau.

Het aangeraden niveau van lichaamsbeweging was minimaal 150 minuten per week gemiddelde lichamelijke activiteit, of 60 minuten per week flinke lichamelijke activiteit.

Een beetje is beter dan niets
Het risico op een vroegtijdige dood was hoger bij de groep patiënten die helemaal lichamelijk inactief waren dan bij elke andere groep. De prognose voor mensen die een beetje lichamelijk actief zijn, zelf al is dat onder het aangeraden niveau, is beter dan bij helemaal niet lichamelijk actief zijn.

“Zelfs enigszins actief zijn is beter dan inactief zijn, maar patiënten moeten hun niveau van activiteit in stand houden. Lichamelijke activiteit is vergankelijk -als je indut verlies je de voordelen”, zegt Moholdt.

Train zwaar
HUNT-deelnemers werd gevraagd hoe zwaar de lichamelijke activiteit voor hen was. Moholdt wijst er op dat dit een goede manier is om de intensiteit van het sporten vast te stellen. Een wandeling van een half uur kan, afhankelijk van de fitheid van de persoon, zeer verschillend worden ervaren.

De vraag wordt dan hoe deze bevindingen te vertalen in praktische richtlijnen
“De huidige medische richtlijnen voor hartpatiënten omvatten nu het hebben van een normaal gewicht en het lichamelijk actief zijn. Ik zou meer de nadruk leggen op het sport-aspect. Als het aan komt op lichamelijke activiteit, moet je hetgeen doen wat je in een betere lichamelijke conditie brengt. Dat betekent trainen met een hoge intensiteit. Doe iets waardoor je buiten adem raakt, zodat het moeilijk is om te praten, maar niet zo veel dat je het niet vier of vijf minuten kunt”, zegt Moholdt. Ze voegt hier aan toe dat hartpatiënten vaak slecht in vorm zijn, en er dus vaak niet veel voor nodig is om een hoge trainingsintensiteit te bereiken.

Wanneer gevraagd of sommige studieresultaten onverwachts waren, zegt Moholdt dat ze niet verrassend waren op het gebied van lichamelijke activiteit. “Maar het feit dat zwaarder worden geen toegenomen risico liet zien wanneer patiënten al te zwaar waren, beschouw ik als enigszins verrassend”, aldus Moholdt.

Verband tussen gewichtsverlies en verhoogd sterftecijfer
De resultaten geven aan dat toename in gewicht het risico voor patiënten die al te zwaar zijn niet lijkt te vergroten, hetgeen zou betekenen dat het niet gevaarlijk is voor te zware hartpatiënten om nog een paar kilo aan te komen. Wat wel gevaarlijk is, is als de persoon op geen enkele manier aan lichaamsbeweging doet.

De bevindingen in de studie lieten een hoger sterftecijfer zien onder hartpatiënten met een gewoon gewicht die gewicht verloren. Moholdt wijst erop dat de meting een observatiestudie is die niet kijkt naar onderliggende oorzaken. Het zou kunnen dat patiënten die gewicht verloren zieker waren.

De obesitas paradox
De ontwikkeling van hart- en vaatziekten heeft een causaal verband met obesitas. Ondanks dit sterke verband, geven de resultaten van grote meta-analyses aan dat mensen met hart- en vaatziekten die een body mass index (BMI) hebben boven het normale niveau een betere prognose hebben. Dit wordt vaak de obesitas paradox genoemd.

“Wat we al een tijdje weten is dat het voor hartpatiënten een voordeel lijkt te zijn om te zwaar te zijn--de zogenaamde obesitas-paradox. Maar hoewel het lijkt te lonen om te zwaar te zijn en gewichtsverlies deze patiënten nadelig beïnvloedt, zijn al deze gegevens gebaseerd op observatiestudies. Om een oorzakelijk verband aan te tonen, zijn gerandomiseerde onderzoeken met controlegroepen nodig”, zegt Moholdt.

De relatie tussen BMI en levensverwachting is gecompliceerd en hangt af van verscheidene factoren. Foutieve bronnen zijn er in overvloed. Resultaten van een andere analyse lieten zien dat gezonde niet-rokers met een normaal gewicht het minste kans hebben op een vroegtijdige dood.

Afvallen is niet per definitie verkeerd
Deze studieresultaten betekenen niet dat het nooit een goed idee is voor een te zware hartpatiënt om af te vallen. Moholdt en haar collega’s merken op in hun JACC-artikel dat “in onze visie, gewenst of bedoeld gewichtsverlies nuttig kan zijn voor te zware of obese personen, hoewel weinig data deze visie ondersteunen in studies bij patiënten met hart-en vaatziekten.”

Een hypothese is dat gewichtsverlies gelinkt wordt met toegenomen overlevingskans onder te zware en obese hartpatiënten. Dit verband was niet evident in de studie. “Het zou kunnen dat gewichtsverlies minder belangrijk is voor hartpatiënten, maar we weten dat lichamelijke activiteit erg belangrijk is” zegt Moholdt.

Doe je weegschaal weg
Ze gelooft dat veel mensen gaan sporten om gewicht te verliezen, en dan weer stoppen als ze niet de gewenste resultaten met betrekking tot gewichtsverlies behalen. Moholdt moedigt mensen aan om hun weegschaal weg te doen. Ze zegt dat talrijke studies hebben laten zien dat de samenstelling van je lichaam verandert door sporten en dat spieren meer wegen dan vet.

“Sporten heeft een gunstig effect op alle organen in je lichaam—op de hersenen, het hart, lever, vaatsysteem, en uiteraard op ons spierstelsel”, zegt ze.

Vertaling: Arnoud





 


 

Steun ook ons kenniswerk, winkel eens in de Leefbewust winkel


Naar het overige nieuws van vandaag