Buikvet bevordert diabetes in opdracht van de lever

Bij obese muizen zorgt een lever enzym voor ontsteking in vet, insulineresistentie hierbij verhogend.

COLUMBIA UNIVERSITY MEDICAL CENTER

Het vet dat zich ophoopt diep in de buik—meer dan enig ander type lichaamsvet—verhoogt het risico op insulineresistentie en diabetes type 2. Onderzoekers wisten dat buikvet gevaarlijk wordt als het ontstoken raakt, maar vonden het moeilijk om vast te stellen wat de ontsteking veroorzaakt.

Een nieuwe studie aan de Colombia University Irving Medical Center (CUIMC) heeft ontdekt dat ten minste een van de schuldigen van deze mysterieuze ontsteking, van de lever komt. De onderzoekers ontdekten dat, bij obese muizen, de lever zijn productie van een enzym, genaamd DPP4, verhoogd. Dit enzym reist door de bloedbaan naar het buikvet. Eenmaal binnen in vetweefsel, helpt DPP4 om ontstekingscellen te activeren.

Het goede nieuws is dat deze ontsteking getemd kan worden door de DPP4 productie in de lever ‘uit te zetten’, zoals de onderzoekers bij muizen gedemonstreerd hebben. En hoewel de dieren obese bleven, verbeterde het kalmeren van ontstoken buikvet hun insulineresistentie.  Daarnaast, suggereren ongepubliceerde gegevens dat deze ‘route’ ook bij mensen bestaat.

“Als we manieren vinden om te richten op lever DPP4 bij mensen, zou dit een krachtige nieuwe manier kunnen zijn om diabetes type 2, veroorzaakt door obesitas te kunnen behandelen”, aldus hoofd van de studie Ira Tabas, MD, PhD, de Richard J.Stock Professor of Medicine aan de Columbia University Vagelos College of Physicans and Surgeons. “Het remmen van DPP4 specifiek in levercellen werkt tegen insulineresistentie--het kernprobleem van diabetes type 2-- , in ieder geval in onze preklinische modellen.

De studie door Tabas’s team—inclusief hoofdauteur Devram Ghorpade, PhD, mede-onderzoekswetenschapper, en co-corresponderende auteur, Late Ozcan, MD, assistent professor medische wetenschap—werd vandaag online gepubliceerd in Nature.

Huidige DPP4 remmers verminderen ontstekingen in vet of verbeteren insulineresistentie niet.

Veel patiënten met diabetes type 2 krijgen orale DPP4 remmers (bekend als ‘gliptins’) om hun ziekte te helpen managen. Deze medicijnen verlagen de bloedsuiker door te voorkomen dat DPP4 interfereert met een hormoon wat insulineproductie stimuleert. Maar verrassend genoeg had het medicijn geen werking op ontstekingen in het buikvet van obese muizen, zo ontdekten de onderzoekers.
“Gliptins remmen DPP4 in het bloed en dus zouden ze, in theorie, ontsteking van vet moeten voorkomen”, aldus Tabas, “maar dat ontdekten we niet in onze studie”.
De reden van deze tekortkoming van gliptins zou, zo denkt Tabas, gerelateerd kunnen zijn aan hun effecten in de darmen versus effecten in de lever. “DPP4 remmers verlagen bloedsuiker door DPP4 te remmen in de darmen. Maar we hebben enig bewijs dat DPP4 remmers in de darmen ook als promotors van ontsteking in vet eindigen. Dat doet de anti-ontstekingseffecten die de medicijnen zou kunnen hebben wanneer ze ontstekingscellen, macrofagen genaamd, in het vet bereiken, weer teniet.

Wanneer de onderzoekers de DPP4 productie in levercellen selectief blokkeerden, waren ze in staat om ontsteking van vet te verminderen en insulineresistentie te verbeteren, terwijl het bloedsuiker ook werd verlaagd.  De bevindingen suggereren dat DPP4 remmers meer potentie zouden kunnen hebben wanneer ze doorgestuurd zouden worden naar levercellen en weg van de darmen.
DPP4 remmers direct naar de lever brengen. In theorie kunnen huidige DPP4 remmers mogelijk doorgestuurd worden door de medicijnen te verpakken door middel van nano-deeltjes die naar de lever gebracht worden. Echter, het CUIMC-team bestudeert een alternatieve aanpak waarbij klein interfererende RNA’s (siRNA’s)—kleine deeltjes genetisch materiaal die bepaalde genen tot zwijgen brengen—gebruikt worden om levercel DPP4 uit te schakelen. Om er zeker van te zijn dat de siRNA’s het juiste doel bereiken, kunnen ze verbonden worden aan bepaalde suikers met een bepaalde affiniteit voor levercellen, aldus Tabas.

Een aanvullende aanpak zou zijn om DPP4 activiteit in de macrofagen van buikvet te blokkeren. “Uit onze studies weten we dat DPP4 interactie heeft met een molecuul van deze cellen om ontstekingen te vermeerderen. Als we die interactie kunnen blokkeren, zouden we in staat kunnen zijn om het enzym te stoppen ontstekingen en insulineresistentie te veroorzaken, aldus Tabas.

“Deze studie legt een potentieel nieuw doel bloot voor de behandeling van diabetes type 2 en cardiometabole aandoeningen”, aldus Ahmed A Hasan, MD, PhD, een medical officer en program director in NHLBI’s Atherothrombosis & Coronary Artery Disease Branch, die werkt als de project officer voor de financiering van de studie. “Deze bevindingen zouden de weg kunnen banen voor een toekomstige klinische studie om te testen of een nieuwe aanpak qua behandeling gebaseerd op dit doel insulineresistentie kan verbeteren bij diabetespatiënten. Meer onderzoek is nodig”.

Vertaling: Arnoud




Steun ook ons kenniswerk, winkel eens in de Leefbewust winkel



Naar het overige nieuws van vandaag