Bepaalde geneesmiddelen tegen diabetes geven een
verhoogd risico op inflammatoire darmaandoeningen
Bevindingen moeten worden gerepliceerd, maar artsen
moeten zich bewust zijn van deze mogelijke associatie.
Volgens een studie, gepubliceerd in The BMJ, kan het
gebruik van bepaalde geneesmiddelen voor diabetes,
bekend als dipeptidyl peptidase-4-remmers, geassocieerd
worden met een verhoogd risico op inflammatoire
darmaandoeningen die maagpijn en een opgeblazen gevoel
veroorzaken.
De onderzoekers benadrukken dat het absolute risico
laag is - en dat hun bevindingen moeten worden
gerepliceerd - maar zeggen ook dat de artsen zich bewust
moeten zijn van deze mogelijke associatie.
Dipeptidyl-peptidase-4 (DPP-4) -remmers zijn een
relatief nieuw type diabetesgeneesmiddel dat de hoge
bloedsuikerspiegel verlaagt. Ze worden meestal
voorgeschreven voor mensen met diabetes type 2 die niet
goed hebben gereageerd op andere geneesmiddelen.
Ze werken door het DPP-4-enzym dat betrokken is bij
de ontstekingsreactie van het lichaam te blokkeren en de
darmhormonen te reguleren. Sommige gegevens suggereren
dat lagere serumniveaus van DPP-4-enzym kunnen worden
gekoppeld aan verhoogde ziekteactiviteit bij patiënten
met inflammatoire darmaandoeningen, maar geen enkele
studie heeft de impact onderzocht van het remmen van dit
enzym op het optreden van deze ziekte.
Een Canadees team, geleid door Laurent Azoulay aan de
McGill University, ging na of het gebruik van
DPP-4-remmers geassocieerd is met inflammatoire
darmaandoeningen bij patiënten met diabetes type 2.
Ze analyseerden gegevens uit de UK Clinical Practice
Research Database van 141.170 patiënten van ten minste
18 jaar oud, die tussen 2007 en 2016 met antidiabetica
begonnen waren.
Patiënten die aanvankelijk werden behandeld met
insuline of met een voorgeschiedenis van inflammatoire
darmaandoeningen of vergelijkbare aandoeningen werden
uitgesloten. Factoren zoals leeftijd, gewicht (BMI),
rookstatus, alcoholgerelateerde stoornissen en
complicaties van diabetes werden in aanmerking genomen.
De deelnemers werden gedurende gemiddeld drie en een
half jaar gevolgd, gedurende welke tijd 208 nieuwe
gevallen van inflammatoire darmziekte werden
geregistreerd (een incidentie van 37,7 per 100.000
persoonsjaren).
Over het algemeen is het gebruik van DPP-4-remmers
geassocieerd met een 75% verhoogd risico op
inflammatoire darmaandoeningen (53,4 gevallen per
100.000 persoonsjaren) vergeleken met het gebruik van
andere antidiabetica (34,5 gevallen per 100.000
persoonsjaren).
Deze associatie nam geleidelijk toe met een langere
gebruiksduur van DPP-4-remmers, bereikte een piek na
drie tot vier jaar en nam af na meer dan vier jaar
gebruik.
Hoewel er geen enkel DPP-4-remmend geneesmiddel
statistisch werd geassocieerd met inflammatoire
darmaandoening, bleven deze bevindingen onveranderd na
verdere analyses om de sterkte van de resultaten te
testen.
Dit is een observationele studie waardoor geen
duidelijke conclusies kunnen getrokken worden van
oorzaak en gevolg, en de onderzoekers wijzen op enkele
beperkingen, zoals mogelijke misclassificatie van
medicijnen of gevallen. En hoewel ze zich hebben
aangepast aan verschillende risicofactoren, kunnen ze
niet uitsluiten dat andere niet gemeten (verstorende)
factoren de resultaten kunnen hebben beïnvloed.
Niettemin zeggen ze in deze eerste populatie
gebaseerde studie dat het gebruik van dipeptidyl
peptidase-4 remmers geassocieerd is met een verhoogd
risico op inflammatoire darmaandoeningen.
"Hoewel onze bevindingen moeten worden gerepliceerd,
moeten artsen zich bewust zijn van deze mogelijke
associatie en misschien afzien van het voorschrijven van
DPP-4-remmers voor mensen met een hoog risico, zoals die
met een familiegeschiedenis van de ziekte of met bekende
auto-immuunaandoeningen," concluderen ze.
Vertaling: Andre Teirlinck