Buikvet is slecht voor je hart
Artsen dienen de tailleomvang te meten om
cardiovasculaire risico’s te bepalen; ook bij mensen met
normale BMI
EUROPEAN SOCIETY OF CARDIOLOGY
Buikvet rond het middel, ook bij mensen die verder
geen overgewicht hebben, is slecht voor het hart, zo
blijkt uit resultaten van de Mayo Clinic, gepresenteerd
bij EuroPrevent 2018, een congres van de European
Society of Cardiology.
“Ga naar de dokter als je tailleomvang groter is dan
je heupomvang,” zegt schrijver van de studie dr. Jose
Medina-Inojosa van de afdeling Preventive Cardiology aan
de Mayo Clinic te Rochester in de VS en The
International Clinical Research Centre of St. Anne’s
University Hospital (FNUSA-ICRC) te Brno in Tsjechië.
De BMI, body mass index, die staat voor het gewicht
ten opzichte van de lengte in kg per m2, wordt gebruikt
om mensen in te delen als te licht, normaal gewicht,
overgewicht of obees. Maar de BMI houdt geen rekening
met de hoeveelheid vet ten opzichte van spieren en de
verdeling ervan.
Centrale obesitas is een overmatige vetopslag rond
het middel en dit is een teken van abnormale
vetverdeling. Deze studie testte de hypothese dat mensen
met een normaal gewicht en centrale obesitas meer
hartproblemen zouden hebben dan mensen met een normaal
gewicht en normale vetverdeling.
Tussen 1997 en 2000 werden voor de studie 1692
bewoners van 45 jaar of ouder uit Olmsted County,
Minnesota gerekruteerd voor de studie. De steekproef was
representatief voor de bevolking voor leeftijd en sekse.
De deelnemers ondergingen een klinisch onderzoek en hun
gewicht, lengte, tailleomvang en heupomvang werden
gemeten. Centrale obesitas werd gedefinieerd als een
verhouding tussen taille en heupen van 0,9 of hoger voor
mannen en 0,85 of hoger voor vrouwen.
Bij vervolgonderzoeken tussen 2000 en 2016 werd
gekeken of zich belangrijke cardiovasculaire events
hadden voorgedaan, ook wel MACE (Major Adverse
Cardiovascular Events) genoemd. MACE werd gedefinieerd
als: hartaanval, chirurgische of percutane coronaire
interventies om afgesloten aderen te openen (dotteren;
stent plaatsen), beroertes, of overlijden door een
cardiovasculaire oorzaak.
Deelnemers met een normale BMI (18.5 -24.9 kg/m2) en
centrale obesitas hadden een ongeveer twee keer zo grote
kans op MACE als degenen zonder centrale obesitas,
ongeacht hun BMI.
Dr. Medina-Inojosa zegt: “Mensen met een normaal
gewicht maar een dikkere taille lopen meer kans op
hartproblemen dan mensen die dat niet hebben, ook al
zijn ze volgens de BMI obees. De lichaamsvorm wijst op
een zittende levensstijl, weinig spiermassa en het eten
van te veel geraffineerde koolhydraten.”
“De buik is meestal de eerste plek waar vet wordt
opgeslagen, dus mensen die op basis van de BMI zijn
ingedeeld als te zwaar, maar die geen dikke buik en
taille hebben, hebben waarschijnlijk meer spiermassa,
wat goed is voor de gezondheid,” vervolgt hij. “Spieren
gedragen zich als een soort stofwisselingsopslagplaats
die bijdraagt aan het verlagen van het lipiden- en
suikergehalte in het bloed.”
Deelnemers met een normale BMI maar wel met centrale
obesitas liepen ook meer risico op MACE dan mensen met
overgewicht en obesitas plus centrale obesitas. Dr.
Medina-Inojosa vermoedt dat mensen met overgewicht of
obesitas en centrale obesitas misschien ook meer
spiermassa hebben, wat beschermend werkt.
“Als je vet rond je middel hebt en als je daardoor in
je middel dikker bent dan op de heupen, ga dan eens naar
je arts om de staat van je hart en bloedvaten en je
vetverdeling te laten bepalen. Als je centrale obesitas
hebt zul je meer hebben aan ‘waist loss’, zorgen dat je
afvalt door vet kwijt te raken rond het middel, dan om
‘weight loss’, gewoon afvallen door gewichtsverlies.
Beweeg meer, breng minder tijd zittend door, neem vaker
de trap en loop of fiets meer, verhoog je spiermassa met
krachttraining en verminder de hoeveelheid geraffineerde
koolhydraten,” aldus dr. Medina-Inojosa.
Hij vindt het van belang dat artsen er niet van
uitgaan dat mensen met een normale BMI geen risico lopen
op hartproblemen of dat hun vetverdeling normaal is. Hij
zegt: “Ons onderzoek verschaft bewijs dat artsen ook
centrale obesitas moeten meten om beter inzicht te
krijgen in het mogelijke risico voor de patiënt.”
Vertaling: A Zwart