Verband hoog vetpercentage en verhoogd risico op
borstkanker bij vrouwen met normale BMI
Onder postmenopauzale vrouwen met een normale Body
Mass Index (BMI) bleken degenen met een hoog
vetpercentage meer kans te lopen op invasieve
borstkanker, zo blijkt uit gegevens die worden
gepresenteerd op de Speciale Conferentie Obesitas en
Kanker van de American Association for Cancer Research
(Mechanisms Underlying Etiology and Outcomes) die tussen
27 en 30 januari plaats vond.
“Eerder wist men niet of mensen met een normale BMI
maar wel een verhoogd vetpercentage meer risico liepen
op kanker,” aldus dr. Neil Iyengar, medisch oncoloog bij
het Memorial Sloan Kettering Cancer Center. “Onze
bevindingen wijzen uit dat het risico op invasieve
borstkanker hoger is voor postmenopauzale vrouwen met
een normaal BMI maar een hoog lichaamsvetpercentage, wat
betekent dat een groot deel van deze groep onopgemerkt
meer risico loopt op kanker.”
“Het lichaamsvetgehalte wordt normaal gesproken via
de BMI gemeten; de verhouding tussen gewicht en lengte.
Hoewel dit een handige methode is om te schatten wat het
vetpercentage in het lichaam ongeveer is, kan zo niet
precies bepaald worden hoeveel lichaamsvet er door het
hele lichaam zit, omdat spiermassa en botdichtheid niet
kunnen worden onderscheiden van vetmassa,” zegt Thomas
Rohan, hoogleraar en voorzitter bij het Department of
Epidemiology and Population Health van het Albert
Einstein College of Medicine. Met behulp van de techniek
DXA (Dual Energy X-ray Absorptiometry), die specifiek de
hoeveelheid vet kan meten, wordt een preciezere
schatting verkregen van het totale vetgehalte, zo legt
hij uit.
De onderzoekers analyseerden data van het Women’s
Health Initiative (WHI), een observationele studie naar
de gezondheid van postmenopauzale vrouwen tussen de 50
en 70 jaar oud. De deelnemers aan de studie zijn vrouwen
met een normale BMI (tussen de 18,5 en < 25), gemeten
bij aanvang, en geen geschiedenis van borstkanker.
Tijdens de mediane periode van 16 jaar waarin de
deelnemers gevolgd werden, werd onderzocht of invasieve
borstkanker ontstond en degenen met kanker werden
onderzocht op oestrogeenreceptor (ER)-positiviteit. Van
de 3460 deelnemers aan de studie kregen er 182 invasieve
borstkanker gedurende de follow-up; 146 daarvan waren
ER-positief.
Uit een multivariabele analyse bleek dat vrouwen in
het laagste kwartiel van totaal lichaamsvet, vergeleken
met vrouwen in het hoogste kwartiel, ongeveer twee keer
zoveel risico liepen op ER-positieve borstkanker.
Iyengar en zijn collega’s ontdekten ook dat het
risico op ER-positieve borstkanker steeg met 35 procent
voor elke 5 kilo toename in lichaamsvet, ondanks een
normale BMI.” Het is ook opmerkelijk dat het niveau van
fysieke activiteit lager lag bij vrouwen met een hoger
gehalte aan lichaamsvet,” zegt Iyengar. “Dit suggereert
dat fysieke activiteit belangrijk kan zijn, ook voor
degenen die niet obees zijn of overgewicht hebben.”
“De bevindingen zullen waarschijnlijk veel artsen en
patiënten verrassen, want de BMI is momenteel de
standaardmethode om de risico’s op gewichtsgerelateerde
ziektes te bepalen,” zegt dr. Andrew, Dannenberg,
mededirecteur Kankerpreventie aan het Sandra and Edward
Meyer Cancer Center of Weill Cornell Medicine. “We hopen
dat onze bevindingen vrouwen erop zullen attenderen dat
er een verhoogd risico kan bestaan op borstkanker
gerelateerd aan lichaamsvet, ook al hebben ze een gezond
gewicht.”
Een beperking van de studie is dat de onderzoekers
niet konden vaststellen hoe veranderingen in lichaamsvet
in de loop der tijd gerelateerd waren aan het
borstkankerrisico. De auteurs vermelden dat de
bevindingen van deze studie alleen gelden voor
postmenopauzale vrouwen en niet gegeneraliseerd kunnen
worden voor andere groepen of andere soorten kanker.
Vertaling: A Zwart