Inhalatiecorticosteroïden zouden het risico op longinfecties met non-tuberculeuze mycobacteriën kunnen verhogen

Bron: AMERICAN THORACIC SOCIETY

Patiënten die inhalatiecorticosteroïden gebruiken om astma en andere ademhalingsproblemen te managen, zouden een groter risico hebben om longinfecties met non-tuberculeuze mycobacteriën (NTM) te ontwikkelen, volgens een nieuw onderzoek, online gepubliceerd in het Annals of the American Thoracic Society.

NTM zijn van dezelfde familie als de tuberculosebacterie, maar NTM komen in veel verschillende vormen voor, en zijn wijd verspreid in de omgeving. Hoewel ze niet van persoon tot persoon kunnen worden verspreid, zijn NTM moeilijk te behandelen en kunnen ze ernstige ziekte veroorzaken, zelfs met overlijden als gevolg.

In “Association between Inhaled Corticosteroid Use and Pulmonary Nontuberculous Mycobacterial Infection”, analyseerden Stephen J.Ruoss, MD, en zijn coauteurs de medische dossiers van 549 patiënten die gediagnostiseerd waren met NTM longinfecties in Northern California gedurende een periode van 10 jaar.

Ze ontdekten dat de kansen om een NTM-longinfectie te ontwikkelen 2,7 keer groter waren bij patiënten die drie of meer keren een recept voor een inhalatiecorticosteroïd kregen. Ze ontdekten ook dat hoe langer een persoon een inhalatiecorticosteroïd gebruikte en hoe hoger de dosis was, hoe waarschijnlijker het was dat de patiënt een NTM longinfectie ontwikkelde.

“De toenemende prevalentie van NTM is verontrustend omdat sommige van de meest voorkomende types van NTM moeilijker te behandelen zijn dan meervoudig resistente tuberculose”, aldus dr. Ruoss, senior studie-auteur en longarts en intensivist aan het Stanford University Medical Center in California. “Het snel groeiende aantal NTM infecties heeft zich voorgedaan tijdens een periode waarin gebruik van inhalatiecorticosteroïden is toegenomen en we wilden zien of er een potentiële connectie was.”

Volgens de auteurs werden er in de vroege jaren 80, 1,8 gevallen van NTM infectie per 100.000 personen gerapporteerd. Meer recente studies lieten zien dat de prevalentie in sommige regio’s van het land nu meer dan 40 gevallen per 100.000 personen zou kunnen zijn.

Gedurende deze tijd is het gebruik van inhalatiecorticosteroïden toegenomen. Aanvankelijk gebruikt in de vroege jaren 80 in de V.S. om astma te behandelen, zijn inhalatiecorticosteroïden in toenemende mate ook gebruikt om COPD (of chronic obstructive pulmonary disease) en bronchiëctasieën te behandelen, een chronische ontstekingsaandoening die littekens geeft op de luchtwegen.

Sommige studies ontdekten dat zoveel als driekwart van de COPD-patiënten waarschijnlijk een inhalatiecorticosteroïde neemt. Terwijl inhalatiecorticosteroïden algemeen voorgeschreven en gebruikt worden bij COPD, is het waarschijnlijk dat het enkel een bescheiden aantal patiënten is dat significant medisch voordeel haalt uit deze behandeling, zeggen de auteurs.

“Er zijn een aantal omvangrijke studies geweest die een erg bescheiden, maar statistisch significant medisch voordeel door gebruik van inhalatiecorticosteroïden bij COPD patiënten hebben laten zien”, aldus dr. Ruoss. “Deze studies hebben ook aangetoond dat COPD patiënten die deze medicamenten gebruiken, een licht verhoogd risico hebben op het ontwikkelen van gangbare bacteriële infecties.

Omdat inhalatiecorticosteroïden het immuunsysteem minder actief blijken te maken, zouden ze kunnen bijdragen aan het risico op luchtweginfecties, inclusief NTM infecties, schreven de auteurs. “Inhalatiecorticosteroïden zijn een standaard behandeling voor diegenen met astma omdat bewezen is, in studies en de medische praktijk, dat de voordelen zwaarder wegen dan de risico’s”, aldus dr. Ruoss. “Maar als artsen, zouden we voorzichtig moeten zijn om dit type medicament breed in te zetten bij patiënten met COPD”

Net als bij voorgeschreven inhalatiecorticosteroïden voor astmapatiënten, raadt dr. Ruoss aan dat artsen “concreet en objectief vaststellen” of hun COPD-patiënten voordeel verkrijgen door het medicament, en zo ja, eraan werken om de laagst mogelijke effectieve dosis voor te schrijven als de patiënt uiteindelijk niet helemaal zonder het medicijn kan.

Bij allen van hun patiënten die inhalatiecorticosteroïden gebruiken, voegde dr. Ruoss toe, zouden artsen “zich bewust moeten zijn van de toegenomen risico’s op infecties, en toezicht moeten houden op gangbare en mycobacteriële infecties.”

Beperkingen in het onderzoek omvatten het feit dat het geen gerandomiseerde gecontroleerde studie was, en men zodoende niet kan bewijzen dat gebruik van inhalatiecorticosteroïden resulteert in toegenomen aantallen NTM longinfecties.

Vertaling: Arnoud
 



Steun ook ons kenniswerk, winkel eens in de Leefbewust winkel



Naar het overige nieuws van vandaag