Antibioticaresistentie kan worden veroorzaakt door
kleine hoeveelheden antibiotica
UPPSALA UNIVERSITY
Antibioticaresistente bacteriën vormen een wereldwijd
en groeiend probleem in de gezondheidszorg. Om verdere
ontwikkeling van resistentieontwikkeling te kunnen
voorkomen, is het belangrijk om te weten waar en hoe
antibioticaresistentie in bacteriën ontstaat. Nieuw
onderzoek aan de universiteit van Uppsala toont aan dat
lage antibioticaconcentraties ook een hoge
antibioticaresistentie in bacteriën kunnen veroorzaken.
In de studie in kwestie, gepubliceerd in Nature
Communications, hebben de wetenschappers onderzocht hoe
langdurige blootstelling aan lage niveaus van
antibiotica bijdraagt aan de ontwikkeling van
bacteriële resistentie tegen antibiotica. Bij een
antibioticakuur wordt een groot deel van de
antibioticadosis in onveranderde, actieve vorm
uitgescheiden in de urine dat zich vervolgens verspreidt
in waterlopen, meren en bodem. Bijgevolg kunnen deze
omgevingen lage niveaus van antibiotica bevatten. In
sommige delen van de wereld worden grote hoeveelheden
antibiotica gebruikt in de vleesproductie en
aquacultuur, waar kleine doses antibiotica aan het
diervoeder worden toegevoegd om de dieren sneller te
laten groeien. Dit betekent dat de bacteriën in hun
darmen langdurig worden blootgesteld aan lage niveaus
van antibiotica en deze bacteriën kunnen vervolgens op
hun beurt mensen via voedsel infecteren.
In de studie laten de onderzoekers zien dat ook lage
concentraties van antibiotica een grote rol spelen in de
ontwikkeling van resistentie. De studie toonde aan dat
bacteriën die aan lage doses antibiotica werden
blootgesteld, in de loop van de tijd resistent werden
tegen antibioticaniveaus die meer dan duizend keer hoger
waren dan het oorspronkelijke niveau waaraan de
bacteriën waren blootgesteld. Er werd ook gevonden dat
de mutaties in het bacteriële DNA die resistentie
veroorzaken van een ander type zijn dan wanneer ze zijn
blootgesteld aan hoge doses. Tijdens het experiment
verwierven de bacteriën uiteindelijk verschillende
mutaties. Elk van deze leverde een lage weerstand op,
maar samen zorgden ze voor een zeer hoge weerstand.
Bovendien vonden de mutaties voornamelijk plaats in
genen die niet eerder als typische resistentiegenen
werden beschouwd, wat suggereert dat het aantal genen
dat in staat is de ontwikkeling van resistentie te
bevorderen, sterk is onderschat.
"De resultaten zijn interessant omdat ze aantonen dat
de zeer lage antibioticaconcentraties die in veel
omgevingen aanwezig zijn, ook kunnen leiden tot een hoge
mate van weerstand en bijdragen aan het probleem van
resistentie", zegt professor Dan I Andersson, die aan
het hoofd van de studie stond.
Vertaling: Andre Teirlinck