Orale antibiotica kunnen het risico op nierstenen
verhogen
CHOP urologieonderzoekers: mogelijk gedeeltelijke
verklaring van de toename in steenprevalentie, vooral
bij kinderen
CHILDRENS HOSPITAL PHILADELPHIA
Pediatrische onderzoekers hebben ontdekt dat kinderen
en volwassenen die worden behandeld met sommige orale
antibiotica een significant hoger risico hebben op het
ontwikkelen van nierstenen. Dit is de eerste keer dat
deze geneesmiddelen aan deze aandoening worden
gekoppeld. De hoogste risico's verschenen op jongere
leeftijd en bij patiënten die het meest recent
antibiotica hadden genomen.
"De prevalentie van nierstenen is de afgelopen 30
jaar met 70 procent gestegen, met bijzonder sterke
toenames bij adolescenten en jonge vrouwen", zei
onderzoeksleider Gregory E. Tasian, MD, MSCE,
kinderarts-uroloog bij Children's Hospital of
Philadelphia ( KARBONADE). Tasian merkte op dat
nierstenen vroeger zeldzaam waren bij kinderen.
Medeauteur Michelle Denburg, MD, MSCE, pediatrisch
nefroloog bij CHOP, voegde hieraan toe: "De redenen voor
de toename zijn onbekend, maar onze bevindingen
suggereren dat orale antibiotica een rol spelen, vooral
gezien het feit dat men kinderen hogere hoeveelheden
antibiotica voorschrijft dan volwassenen."
Tasian, Denburg en collega's publiceerden hun studie
in de Journal of the American Society of Nephrology.
Het onderzoeksteam baseerde zich op elektronische
gezondheidsdossiers uit het Verenigd Koninkrijk, met
betrekking tot 13 miljoen volwassenen en kinderen
opgemaakt door huisartsen in het
gezondheidsverbeteringsnetwerk tussen 1994 en 2015. Het
team analyseerde eerdere blootstelling aan antibiotica
van bijna 26.000 patiënten met nierstenen in vergelijk
met bijna 260.000 controlepersonen.
Ze vonden vijf klassen van orale antibiotica
geassocieerd met een diagnose van niersteenziekte. De
vijf klassen waren orale sulfas, cefalosporines,
fluoroquinolonen, nitrofurantoïne en breed-spectrum
penicillines. Na aanpassingen voor leeftijd, geslacht,
ras, urineweginfectie, andere medicijnen en andere
medische aandoeningen, hadden patiënten die
sulfamedicijnen hadden gekregen tweemaal zoveel kans om
nierstenen te krijgen; voor breed-spectrum penicillines
was het risico 27 procent hoger.
De grootste risico's voor nierstenen kwamen voor bij
kinderen en adolescenten. Het risico op nierstenen nam
in de loop van de tijd af, maar bleef enkele jaren na
het antibioticagebruik verhoogd.
Wetenschappers wisten al dat antibiotica de
samenstelling van het menselijk microbioom - de
gemeenschap van micro-organismen in het lichaam,
veranderen. Verstoringen van het darm- en
urinewegmicrobioom zijn in verband gebracht met het
optreden van nierstenen, maar geen eerdere studies
onthulden een verband tussen antibioticagebruik en
stenen.
Tasian wees erop dat andere onderzoekers hebben
gevonden dat ongeveer 30 procent van de antibiotica die
worden voorgeschreven, ongepast zijn en dat kinderen
meer antibiotica krijgen dan welke andere leeftijdsgroep
dan ook. De nieuwe bevindingen versterken de noodzaak
voor clinici om voorzichtig te zijn met het
voorschrijven van de juiste antibiotica. Hij voegde
hieraan toe: "Onze bevindingen suggereren dat het
voorschrijven van antibiotica een veranderbare
risicofactor vormt - een verandering in
voorschrijfpatronen kan de huidige epidemie van
nierstenen bij kinderen verminderen."
Vertaling: Andre Teirlinck