Luchtvervuiling kan directe oorzaak zijn van constante loopneus


JOHNS HOPKINS MEDICINE

Hoewel in bevolkingsonderzoeken een verband tussen luchtvervuiling en chronische ontsteking van weefsels in de neus en gezichtsholtes is geconstateerd, is hiervoor tot nu toe weinig biologisch en moleculair bewijs gevonden. Nu melden onderzoekers van Johns Hopkins dat proeven met muizen die continu waren blootgesteld aan vuile lucht dit directe biologische effect wel hebben aangetoond.

Al langer weet men dat smog, as en andere deeltjes uit fabrieksschoorstenen, plus andere bronnen van luchtvervuiling, zorgen voor toename en verergering van astmasymptomen, maar er was weinig bewijs dat deze vervuilende stoffen een soortgelijke schade kunnen veroorzaken in de bovenste luchtwegen.

De nieuwe bevindingen, verschenen in het American Journal of Respiratory Cell and Molecular Biology, hebben verstrekkende gevolgen voor de gezondheid en het welzijn van mensen die in grote steden en industriële gebieden met vervuilde lucht wonen, vooral in ontwikkelingslanden.

“In de VS wordt via regelgeving al heel wat luchtvervuiling onder controle gehouden, maar onze studie wijst uit dat in plaatsen als New Delhi, Cairo of Beijing, waar de mensen in huis stoken op hout, en waar fabrieken vervuilende stoffen uitstoten in de lucht, mensen meer risico lopen op het ontwikkelen van chronische sinusitis,” zegt Murray Ramanathan, hoogleraar Otolaryngology – hoofd- en nekchirurgie – aan de Johns Hopkins School of Medicine.

Volgens de Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention hebben 29 miljoen mensen in de VS, ofwel meer dan 12 procent van de volwassenen, een diagnose van chronische sinusitis. Dit kan zorgen voor verstopping van neus en holtes, pijn en druk op het gezicht en een loopneus.

Talrijke studies hebben aangegeven dat een chronische neusverkoudheid met sinusitis aanzienlijke sociale gevolgen heeft, waaronder depressie, verlies van productiviteit en chronische vermoeidheid.

Om te kijken hoe vervuiling direct kan ingrijpen op de biologie van de bovenste luchtwegen, werden 38 mannelijke muizen van 8 weken oud blootgesteld aan ofwel gefilterde lucht, ofwel geconcentreerde lucht uit Baltimore, met deeltjes van 2,5 micrometer of minder, zodat de meeste allergenen zoals stof en pollen werden uitgesloten. De concentratie van deeltjes, die via een verstuiver werden verspreid, was 30 tot 60 procent minder hoog dan de concentratie van deeltjes van gelijke grootte in New Delhi, Cairo en Beijing.

Negentien muizen ademden de gefilterde lucht, de andere 19 de vervuilde, 16 weken lang, 5 dagen per week en 6 uur per dag.

De onderzoekers gebruikten water om de neuzen en holtes (sinussen) bij de muizen te spoelen en daarna keken ze naar ontstekingscellen en andere cellen in de spoelvloeistof onder een microscoop.

Zij zagen veel meer witte bloedcellen die ontstekingsactiviteit aangeven, waaronder macrofagen, neutrofielen en eosinofielen, bij de muizen die de vervuilde lucht ademden, vergeleken met de muizen in de gefilterde lucht. De muizen met vervuilde lucht hadden bijvoorbeeld bijna vier keer zoveel macrofagen dan muizen uit de schone lucht.

Om te bepalen of de uitgespoelde cellen uit de neus en holtes hadden gezorgd voor een algemene ontstekingsreactie, vergeleken de onderzoekers specifieke genen die door cellen van het immuunsysteem worden gebruikt, bij de muizen uit beide groepen. Er werden hogere gehaltes gevonden van messenger RNA (mRNA) – de ‘boodschapper’ die informatie naar DNA overbrengt, zodat eiwitten kunnen worden aangemaakt – in de genen voor interleukine-1b, interleukine-13, oncostatine M en eotaxine-1 in het neusvocht van muizen die de vervuilde lucht ademden. Al deze eiwitten worden beschouwd als biomarkers voor ontsteking.

De onderzoekers maten de eiwitniveaus van interleukine-1b en -13 en eotaxine-1; dit zijn chemische boodschappers genaamd cytokines, die een immuunreactie teweegbrengen. Zij zagen vijf tot tien keer hogere concentraties van cytokines die betrokken zijn bij ontsteking in de muizen die de vervuilde lucht ademden dan in de muizen die schone lucht hadden. Interleukine-1b is een chemische boodschapper die eosinofielen aantrekt.

“Een ontsteking die eosinofielen aantrekt is wat je ook ziet in de longen van mensen met astma, dus de chronische blootstelling van muizen aan luchtvervuiling leidt tot een soort astma in de neus,” aldus Ramanathan.

Vertaling: Astrid Zwart


Naar het overige nieuws en artikelen van vandaag


Omega 3 algen

Multivitamine

Spirulina

Probiotica