Caffeine tempert de smaak en triggert de verleiding tot snoepen
CORNELL UNIVERSITEIT
ITHACA, N.Y. - Volgens nieuw onderzoek aan de Cornell University,
tempert caffeine tijdelijk de smaakpapillen waardoor voedsel en
drank minder zoet lijken.
Koffie is een krachtige antagonist van adenosine receptoren die
ontspanning en slaperigheid bevorderen. Onderdrukking van de
receptoren maakt ons alerter maar vermindert het vermogen om
zoetigheid te proeven met ironisch genoeg meer verlangen naar zoet
als gevolg.
Robin Dando, assistent-professor in de voedingswetenschappen:
“Cafeďnehoudende koffie verandert de perceptie van smaak - voor zo
lang het effect duurt. Dus als men eet direct na het drinken van een
cafeďnehoudende drank zal men anders proeven.”
Dando, samen met de hoofdauteurs Ezen Choo en Benjamin Picket
publiceerden het artikel: “Caffeine May Reduce Perceived Sweet Taste
in Humans, Supporting Evidence That Adenosine Receptors Modulate
Taste,” in het Journal of Food Science.
In een dubbelblinde studie kreeg één groep gedecaffeineerde
koffie aangerijkt met 200 milligram cafeďne gemaakt in een
laboratoriumomgeving. De andere groep dronk alleen cafeďnevrije
koffie. Beide groepen hadden suiker toegevoegd. De proefpersonen
vonden het brouwsel met caffeďne minder zoet.
In een tweede deel van de studie werd de alertheid van de
deelnemers gemeten in functie van de hoeveelheid cafeďne in hun
koffie. De panelleden meldden dezelfde toename van alertheid na het
drinken van beide monsters terwijl ze zelf niet wisten welke koffie
ze hadden gedronken.
"We denken dat er een placebo of een conditionerend effect kan
zijn op de eenvoudige actie van koffie drinken,” zei Dando. "Denk
aan Pavlov's hond. De daad van koffie drinken - met aroma en smaak -
wordt meestal gevolgd door alertheid. De panelleden voelden zich
alert, zelfs na het monster zonder cafeďne,” zei Dando.
“De actie allleen van het koffie drinken is belangrijk,” zei
Dando. 'Gewoon het gedacht dat men iets heeft gedaan dat wakker
houdt, laat wakker aanvoelen.'
Vertaling Andre Teirlinck