Link tussen koolzaadolie en achteruitgang van
geheugen en leervermogen bij Alzheimer
Canola-olie is wereldwijd een van de meest gegeten
soorten olie en toch is er maar heel weinig bekend over
de effecten ervan op de gezondheid. Nu is er een nieuwe
studie online verschenen in het tijdschrift Scientific
Reports, uitgevoerd door onderzoekers van de Lewis Katz
School of Medicine van Temple University (LKSOM).
Zij zagen een verband tussen enerzijds de consumptie
van canola in een muizenmodel en anderzijds
achteruitgang van het geheugen en het leervermogen en
gewichtstoename bij Alzheimer. In deze studie wordt voor
het eerst gesuggereerd dat canola meer schadelijke dan
gunstige effecten op de hersengezondheid heeft.
“Canola-olie is aantrekkelijk omdat het goedkoper is
dan andere plantaardige oliën en het wordt in de reclame
voorgesteld als gezond,” zegt Domenico Pratico, MD,
hoogleraar aan het Department of Pharmacology and
Microbiology en directeur van het Alzheimer’s Center van
LKSOM. Tevens is hij senior onderzoeker bij deze studie.
Er zijn echter maar zeer weinig studies die die claim
hebben onderzocht, vooral als het gaat om de hersenen.”
Dr. Pratico en Elisabetta Lauretti, postdoc in het
laboratorium van Pratico en medeauteur van de nieuwe
studie, waren nieuwsgierig naar hoe canola de
hersenfunctie beïnvloedt. Zij richtten zich op
geheugenschade en de aanmaak van amyloïde plaques en
neurofibrillaire tangles (“knopen”) in een muizenmodel
van Alzheimer. Amyloïde plaques en gefosforyleerd tau,
die verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van tau
neurofibrillaire tangles, dragen bij aan neuronale
dysfunctie en degeneratie en geheugenverlies bij de
ziekte van Alzheimer. Het diermodel werd opgezet om
Alzheimer bij mensen na te bootsten, waarbij het zich
ontwikkelde vanuit een asymptomatische fase in het begin
van het leven tot een volledig ontwikkelde ziekte bij
oudere dieren.
Pratico en Lauretti hadden hetzelfde muizenmodel al
gebruikt bij een onderzoek naar olijfolie, waarvan de
resultaten eerder in 2017 werden gepubliceerd. In die
studie stelden zij vast dat Alzheimer-muizen die een
dieet verrijkt met extra-vergine olijfolie kregen minder
amyloïde plaques en gefosforyleerd tau hadden plus een
verbetering in geheugen. In hun latere onderzoek wilden
ze vaststellen of canola-olie dezelfde gunstige effecten
had op de hersenen.
De muizen werden in twee groepen verdeeld op de
leeftijd van 6 maanden, voordat ze tekenen van Alzheimer
ontwikkelden. De ene groep kreeg een normaal dieet en de
andere kreeg een dieet verrijkt met het equivalent van
ongeveer twee eetlepels canola per dag.
Daarna werden de dieren 12 maanden lang gemonitord.
Een van de eerste verschillen die de onderzoekers zagen
was het verschil in gewicht: dieren op het canola-dieet
wogen significant meer dan muizen op het normale dieet.
Tests in een doolhof met als doel het toetsen van het
werkgeheugen, kortetermijngeheugen en leervermogen,
brachten nog meer verschillen aan het licht. Het meest
opvallend was dat muizen die 6 maanden lang canola
hadden gekregen leden aan een verslechterd werkgeheugen.
Onderzoek van hersenweefsel van de twee groepen
onthulde dat dieren die canola hadden gehad verlaagde
niveaus van amyloïde bèta 1-40 hadden. Dit is de meer
oplosbare vorm van de amyloïde bèta-eiwitten. Daarvan
wordt algemeen gedacht dat het een gunstige rol speelt
in de hersenen en dat het dient als buffer tegen de veel
schadelijkere onoplosbare vorm amyloïde bèta 1-42.
Door de afname van amyloïde bèta 1-40 bleken de met
canola gevoede muizen een verhoogde vorming van amyloïde
plaques in de hersenen te hebben, met neuronen die
volledig waren ondergedompeld in amyloïde bèta 1-42. De
schade ging gepaard met een significante afname in het
aantal contacten tussen neuronen, wat wijst op
uitgebreide synapsschade. Synapsen, de gebieden waar
neuronen met elkaar in contact komen, spelen een
centrale rol in de vorming van geheugen en
herinneringen.
“Amyloïde bèta 1-40 neutraliseert de werking van
amyloïde 1-42, wat betekent dat een afname in 1-40,
zoals wij waarnamen in onze studie, ervoor zorgt dat
1-42 ongeremd kan groeien,” legt dr. Pratico uit. “In
ons model resulteerde deze verandering in de
verhoudingen in aanzienlijke neuronale schade, afname
van neurale contacten en geheugenverlies.”
De bevindingen suggereren dat consumptie van canola
op de lange termijn niet goed is voor de
hersengezondheid. “Ook al is canola een plantaardige
olie, we moeten wel voorzichtig zijn voordat we zeggen
dat het gezond is,” zegt dr. Pratico. Gebaseerd op het
bewijs uit deze studie zou canola-olie niet gezien
moeten worden als gelijkwaardig aan oliën die bewezen
gunstige effecten op de gezondheid hebben.”
De volgende stap is een studie uitvoeren van kortere
duur, om te bepalen welke minimum mate van blootstelling
nodig is om waarneembare veranderingen in de verhouding
tussen amyloïde bèta 1-4- en 1-42 in de hersenen teweeg
te brengen. Een langere studie is wellicht nodig om te
achterhalen of canola-olie ook uiteindelijk de tau
fosforylering beïnvloedt, want in de zes maanden durende
studie werden geen effecten waargenomen op tau.
“Ook willen we weten of de negatieve effecten van
canola specifiek zijn voor Alzheimer,” voegt dr. Pratico
toe. “Er is een kans dat de consumptie van canola-olie
ook het ontstaan en het verloop van andere
neurodegeneratieve ziektes of andere vormen van dementie
beïnvloedt.”
Vertaling: Andre Teirlinck