Sommige hartpatiënten hebben wellicht geen baat bij
bètablokkers
UNIVERSITY OF LEEDS
Nieuw onderzoek betwist gevestigde medische praktijk om alle
hartaanvalpatiënten bètablokkers voor te schrijven.
Het onderzoek, uitgevoerd door een team van de Universiteit van
Leeds, keek naar patiënten die een hartaanval hadden gehad maar niet
leden aan hartfalen; een complicatie bij een hartaanval waarbij de
hartspier beschadigd raakt en niet meer goed functioneert.
De bevinding was dat hartaanvalpatiënten zonder hartfalen niet
langer leefden als ze bètablokkers gebruikten, terwijl ongeveer 95%
van de patiënten uit deze categorie wel dit soort medicijnen krijgt
voorgeschreven.
Bètablokkers zijn krachtige medicijnen die de activiteit van het
hart verminderen en de bloeddruk verlagen. Ze worden meestal
voorgeschreven na een hartaanval, maar ze kunnen bij sommige
patiënten vervelende bijwerkingen hebben, zoals duizeligheid en
vermoeidheid.
Niet alle mensen die voor het eerst een hartaanval krijgen hebben
last van hartfalen. Patiënten met een hartaanval en hartfalen moeten
bètablokkers nemen omdat die helpen het beschadigde hart beter te
laten werken. Het onderzoek van de Universiteit van Leeds richtte
zich echter op patiënten die wel een hartaanval hadden gehad, maar
niet leden aan hartfalen en toch bètablokkers voorgeschreven kregen.
Het onderzoek wilde kijken of het gebruik van bètablokkers enig
verschil uitmaakte voor de patiënten als het ging om de kans om een
jaar na hun hartaanval nog in leven te zijn.
Het onderzoek, gepubliceerd in het Journal of the American
College of Cardiology, werpt de mogelijkheid op dat de medicijnen te
vaak worden voorgeschreven en dat patiënten en de gezondheidszorg
hierdoor wellicht worden opgezadeld met onnodige medicijnkosten. De
medische richtlijnen in het VK geven aan dat bètablokkers dienen te
worden voorgeschreven aan alle patiënten die een hartaanval hebben
gehad, of ze nu wel of geen hartfalen hebben.
Voor het onderzoek werden gegevens uit het nationale
hartaanvalregister (waarin verzamelde informatie staat van alle
ziekenhuisopnames vanwege een hartaanval) van het Verenigd
Koninkrijk geanalyseerd. De geanonimiseerde data van meer dan
179.000 patiënten die een hartaanval zonder hartfalen hadden gehad
werden bekeken. Toen de onderzoekers de cijfers onderzochten van de
hartaanvalpatiënten tot een jaar na de hartaanval, bleek er geen
verschil te zijn tussen degenen die bètablokkers hadden gekregen en
degenen die ze niet hadden gekregen.
Dr. Marlous Hall, hoofdonderzoeker en senior epidemioloog aan het
Leeds Institute of Cardiovascular and Metabolic Medicine, zegt: “Als
je naar de patiënten kijkt met een hartaanval maar zonder hartfalen,
dan is er geen verschil in overlevingskansen tussen degenen die wel
en degenen die geen bètablokkers voorgeschreven hadden gekregen.”
“Dit was een observationeel onderzoek, gebaseerd op een forse
statistische analyse van een grote hoeveelheid patiënteninformatie.
Wat we nu nodig hebben is een gerandomiseerd onderzoek onder
patiënten. Wij onderzochten maar één uitkomst: verhoogden
bètablokkers wel of niet de overlevingskansen?
Een klinisch onderzoek zou ervoor zorgen dat de bevindingen
kunnen worden onderbouwd en het zou ook andere uitkomsten kunnen
meenemen, zoals of bètablokkers nieuwe hartaanvallen kunnen
voorkomen. Dit werk zou ook implicaties hebben voor het
personaliseren van medicatie na een hartaanval.”
Chris Gale, hoogleraar Cardiovascular Medicine aan de
Universiteit van Leeds en Consultant Cardioloog bij York Teaching
Hospital Trust, zegt: “Het bewijs voor het voordeel van bètablokkers
voor patiënten met een hartaanval maar zonder hartfalen is onzeker.
Deze studie suggereert dat er wellicht geen voordeel te behalen is
met het voorschrijven van bètablokkers aan deze groep patiënten als
het gaat om de kans op sterfte. Een noodzakelijke volgende stap is
een gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek gericht op bètablokkers
in deze patiëntengroep.”
Vertaling: Astrid Zwart