Drinken van energiedrankjes gerelateerd aan later drugsgebruik
onder jong volwassenen
UMD studie eerste lange termijnstudie naar patronen in consumptie
van energiedrankjes
UNIVERSITY OF MARYLAND
College Park, Md. -- Zouden jong volwassenen die regelmatig
energiedrankjes drinken met een hoog cafeïnegehalte het risico lopen
op toekomstig drugs/alcoholgebruik? Een nieuwe studie door
onderzoekers van de universiteit van Maryland School of Public
Health, gepubliceerd in de uitgave Drug and Alcohol Dependence,
suggereert dat er reden tot zorg is.
In een 5-jarige studie onder
jong volwassenen (leeftijden 21-25) hebben dr. Amelia Arria en haar
collega’s bij het Center on Young Adult Health and Development
(CYAHD) kunnen concluderen dat mensen die regelmatig energiedrankjes
dronken met een hoog cafeïnegehalte, en dit lange tijd bleven doen,
aanzienlijk meer kans liepen op het gebruik van cocaïne,
niet-medisch voorgeschreven stimulerende middelen (NPS), en het
risico liepen op alcohol gerelateerde aandoeningen (AUD) op hun 25e.
Deelnemers aan de studie waren college studenten, en werden op
regelmatige intervalbasis onderzocht op veranderingen in diverse
gezondheids- en risicovolle gewoontes, zoals het drinken van
energiedrankjes en drugsgebruik.
“De resultaten laten zien dat gebruikers van energiedrankjes een
groter risico kunnen lopen op ander gebruik, vooral van stimulerende
middelen,” zegt dr. Arria, universitair hoofddocent gedrags- en
gemeenschapsgezondheid, en directeur van het CYAHD. “Vanwege de
langdurige constructie van deze studie, en het feit dat we in staat
waren om andere factoren mee te nemen die risicoverhogend zijn voor
drugs/alcoholgebruik, getuigt deze studie dat energiedrankconsumptie
specifiek bijdraagt aan later drugs/alcoholgebruik.”
Eerdere studies door CYAHD onderzoekers heeft de relatie tussen
consumptie van energiedrank (ED) en hoog-risicovol drankgebruik
aangetoond, ook gepaard met mogelijk ander drugsgebruik. Maar deze
studie is de eerste die het unieke effect onderzoekt van de
verschillende gevolgen van ED consumptie voor mogelijk later
drugs/alcoholgebruik.
Opmerkelijk dat meer dan de helft (51,4%) van de 1.099 deelnemers
aan de studie in de categorie met een ‘aanhoudend traject’ viel, wat
betekende dat zij hun energiedrankjes langere tijd bleven drinken.
Deelnemers uit deze groep zouden aanzienlijk meer stimulerende drugs
kunnen gaan gebruiken zoals cocaïne en niet-medisch voorgeschreven
stimulanten, en het risico lopen op alcohol gerelateerde
aandoeningen op 25-jarige leeftijd. Het onderzoek richt zich op ED
consumptie als bijdragende factor omdat gecontroleerd werd op
demografie, sensatiebelust gedrag, andere cafeïne consumptie, en
eerder drugs/alcohol gebruik, op 21-jarige leeftijd.
Degenen in de categorie ‘tussentraject’ (17,4%) liepen ook meer
kans op cocaïne gebruik en niet-medisch voorgeschreven stimulerende
middelen dan degenen in de categorie ‘geen-gebruik traject’, die
nooit energiedrankjes dronken (20,6%). Degenen in de categorie
‘stop-traject’ (gestaag minderen in verloop van tijd) en de
niet-gebruik groep liepen geen hoger risico op enig drugs/alcohol
gebruik gemeten in de test.
Hoewel het biologische mechanisme dat kan verklaren hoe iemand
die aanhoudend energiedrankjes drinkt overgaat tot het gebruik van
andere stimulerende middelen onduidelijk blijft, wijst het onderzoek
op aanleidingen tot bezorgdheid die verder onderzocht dienen te
worden.
Dr. Arria’s onderzoeksgroep heeft al eerder de
gezondheidsrisico’s door cafeïnehoudende energiedrankjes onderzocht
en zij loopt voorop in haar pogingen om kinderen en jong
volwassenden te beschermen tegen deze risico’s, inclusief de
negatieve impact op cardiovasculaire functies en zelfs overlijden.
Ze is ook gaan samenwerken met andere medische en
volksgezondheidsexperts die bij de FDA aandringen op regulering van
energiedrankjes. Anders dan bij frisdrank, wordt energiedrank nog
steeds niet gereguleerd door de FDA en is er geen federale
verplichting voor etiketteringsvoorschriften met vermelding van
cafeïne of overige ingrediënten waarvan de interactie met cafeïne
niet duidelijk is.
“Nader onderzoek zal zich moeten richten op nòg jongeren, omdat
we weten dat ook zij regelmatig energiedrankjes drinken,” stelt dr.
Arria voor. “We willen weten of pubers net zo’n risico lopen op
toekomstig drugs/alcohol gebruik of niet.”
Vertaling: Ellen Lam