Hoe buikvet het risico op kanker kan verhogen
MICHIGAN STATE UNIVERSITY
EAST LANSING, Mich.--Het is al goed aangetoond dat obesitas een
bijdrage levert aan het risico op kanker, maar hoe het daadwerkelijk
kanker veroorzaakt is een vraag die nog steeds niet volledig
beantwoord is.
Een nieuwe studie aan de Michigan State University levert nu
nieuwe details die laten zien dat een bepaald eiwit, dat uit vet in
het lichaam vrijkomt, kan veroorzaken dat een niet-kankercel
verandert in een kankercel. Het door de overheid gefinancierde
onderzoek ontdekte ook dat een lager liggende laag buikvet,
vergeleken met vet net onder de huid, de meest waarschijnlijke
schuldige is, die zelfs meer van dit eiwit loslaat en tumorgroei
stimuleert..
“Terwijl er verscheidene vooruitgangen zijn geweest in de
behandeling van kanker en de verbetering van kwaliteit van leven van
de patiënten, blijft het aantal nieuwe gevallen toenemen”, zegt
Jamie Bernard, hoofdauteur en assistent-professor in farmacologie en
toxicologie.
“Het is belangrijk om de oorzaak te begrijpen zodat het ons beter
lukt om het aantal gevallen van kanker te verminderen door
aanpassingen in het voedingspatroon of therapeutische
interventies.”.
Het wordt geschat dat meer dan eenderde van de bevolking obesitas
heeft. Obesitas wordt gelinkt aan verscheidene soorten kanker
waaronder borstkanker, darm-, prostaat-, blaas-, en nierkanker, maar
Bernard gaf aan dat enkel overgewicht hebben niet perse de beste
manier is om het risico hierop vast te stellen.
“Onze studie suggereert dat body mass index, ook wel BMI,
waarschijnlijk niet de beste indicator is”, aldus Bernard. “Het is
buikvet-obesitas, en zelf nog specifieker, hoeveelheden van een
eiwit, 'fibroblast growth factor-2 ' genaamd, die waarschijnlijk een
betere indicator zijn voor het risico dat cellen kankercellen
worden.”.
Er zijn twee lagen van buikvet. De bovenste laag, bekend als
subcutaan vet, ligt direct onder de huid. De laag daaronder,
visceraal vet genaamd, is degene waarvan ze ontdekte dat die
schadelijker was. Bernard en haar co-auteur Debrup Chakraborty, een
postdoctoraal student in haar laboratorium, bestudeerden muizen die
een voedingspatroon met veel vet kregen en ontdekten dat deze
'hoger-risico-laag'-vet grotere hoeveelheden fibroblast growth
factor-2-, of FGF-2-, eiwit produceerde in vergelijking tot het
subcutane vet. Ze ontdekten dat FGF2 bepaalde cellen, die al
kwetsbaar waren voor het eiwit, stimuleerde en er voor zorgde dat ze
in kankercellen uitgroeiden.
Ze verzamelde ook visceraal vetweefsel van vrouwen die een
hysterectomie ondergingen en ontdekte dat wanneer de vetmonsters
meer van het FGF2-eiwit bevatten, er meer cellen kankergezwellen
vormden wanneer ze overgezet werden in muizen. "Dit zou aantonen dat
vet van zowel muizen als mensen een niet-tumorigene (gezwel
verwekkende) cel kwaadaardig kan doen veranderen in een
gezwelverwekkende cel”, aldus Bernard.
Ze voegde eraan toe dat er nog verscheidene andere elementen zijn
die uit vet vrijkomen, waaronder het hormoon oestrogeen, dat het
risico op kanker zou kunnen beïnvloeden, maar veel van die studies
hebben enkel een link kunnen aantonen en niet een directe oorzaak
van kanker. Ze zei ook dat genetica een rol speelt.
“Er is altijd een element van toeval bij betrokken in of een
persoon wel of geen kanker krijgt” aldus Bernard. “Maar door
slimmere keuzes te maken als het op voeding en beweging aankomt en
door schadelijke gewoontes zoals roken te vermijden, kunnen mensen
altijd helpen om de kansen een beetje voor zichzelf in de goede
richting te trekken.”.
Bernard gaf aan dat ze al aan het kijken is naar het
identificeren van nieuwe anti-kanker-verbindingen in haar onderzoek
die de effecten van FGF2 zouden kunnen stoppen.
De studie is gepubliceerd in het blad Oncogene en werd
gefinancierd door de National Institutes of Health.
Vertaling : Arnoud