Hoe de omgeving van baby’s leidt tot slechte gezondheid later
Studie toont aan hoe lichaam ervaringen opslaat die risico op
ontstekingsgerelateerde ziektes verhogen
NORTHWESTERN UNIVERSITY
Nieuw onderzoek van New Northwestern University toont
nadrukkelijk aan hoe omgevingsfactoren in de vroege ontwikkeling
ontsteking (inflammatie) kunnen veroorzaken bij volwassenen – een
belangrijke risicofactor voor een breed scala aan ouderdomsziektes,
waaronder cardiovasculaire ziektes, diabetes, auto-immuunziektes en
dementie.
Het onderzoek hielp daarnaast ook een belangrijke onbeantwoorde
kwestie te verklaren omtrent de slecht begrepen mechanismes achter
het tot stand komen en de regulering van inflammatie. Zich baserend
op eerder onderzoek, dat blootstelling aan omgevingsfactoren koppelt
aan biomarkers voor inflammatie, leidde het tot vernieuwende
inzichten die tot meer begrip kunnen leiden van “hoe het mogelijk is
dat ons lichaam ervaringen uit de babytijd opslaat en ze meeneemt om
in de volwassenheid vorm te geven aan de mate van gezondheid en
inflammatie.”
Gebruikmakend van gegevens uit een groot geboortecohort-onderzoek
in de Filippijnen, met levenslange informatie over de
studiedeelnemers, werd ontdekt dat blootstelling aan nutritionele,
microbiële en psychosociale factoren in de vroege ontwikkeling, de
DNA-methylering (DNAm) voorspelt in negen genen die betrokken zijn
bij de regulering van inflammatie.
De onderzoekers richtten zich op DNAm, een epigenetisch proces
dat blijvende biochemische stempels drukt op het genoom dat de
genexpressie regelt, als zijnde een plausibel biologisch mechanisme
voor het behoud van het geheugen op celniveau omtrent vroege
levenservaringen.
Met andere woorden, epigenetische mechanismes lijken te
verklaren, tenminste gedeeltelijk, hoe omgevingen in de baby- en
kindertijd worden “onthouden” en hoe dat blijvende effecten kan
hebben op inflammatie en het risico op ontstekingsgerelateerde
ziektes.
“Als we dit iets verder doorvoeren, zijn de bevindingen een
aanmoediging om de algemene visie te heroverwegen dat genen een
“blauwdruk” zijn voor het menselijk lichaam, dat zij statisch zijn
en bij de bevruchting al vaststaan,” aldus Thomas McDade,
hoofdauteur van de studie en hoogleraar Antropologie aan het
Weinberg College of Arts and Sciences van Northwestern.
Het onderzoek suggereert dat aanpassingen van aspecten in de
voeding, het microbioom en de psychosociale omgeving vroeg in de
ontwikkeling, blijvende stempels drukt op het epigenoom, met als
mogelijk gevolg een lager niveau van chronische ontstekingen in de
volwassenheid.
Omgevingsfactoren die een stempel drukken op het epigenoom en in
de loop van de ontwikkeling tot inflammatie leiden, zijn onder
andere factoren omtrent de zuigelingenvoeding (de duur van
borstvoeding), de mate van blootstelling aan microben als zuigeling
(feces van dieren, het geboorteseizoen) en blootstelling aan
tegenslagen (socio-economische status in baby/kindertijd, langdurige
afwezigheid ouders).
“Als we ons het menselijke genoom voorstellen als een dynamische
onderliggende laag, die informatie opneemt uit de omgeving om zijn
structuur en functie te veranderen, kunnen we ons losmaken van de
simplistische metaforen van “nature versus nurture” en “DNA als
lotsbestemming”, die geen recht doen aan de complexiteit van de
menselijke ontwikkeling,“ zegt McDade.
Eerder onderzoek van McDade heeft onder andere aangetoond dat de
omgevingsfactoren in de baby- en vroege kindertijd blijvende
effecten hebben op inflammatie in de volwassenheid. Hij publiceerde
bijvoorbeeld de eerste studie die aantoonde dat een grotere mate aan
blootstelling aan microben in de babytijd samenhangt met lagere
niveaus van inflammatie in de volwassenheid. Verder bleek uit zijn
eerdere onderzoeken dat mensen die met een lager geboortegewicht ter
wereld komen en die als baby minder lang borstvoeding kregen, als
volwassene hogere ontstekingsniveaus hebben.
Vertaling: Astrid Zwart