Onderzoek linkt ongezonde, afgezonderde wijken aan kinderastma
PRINCETON UNIVERSITY, WOODROW WILSON SCHOOL OF PUBLIC AND
INTERNATIONAL AFFAIRS
PRINCETON, N.J. — Onderzoekers hebben moeite gehad te verklaren
waarom zwarte kinderen veel meer kans hebben op astma dan andere
kinderen. Een nieuw onderzoek van de Universiteit van Princeton
geeft aan dat het grootste antwoord ligt in de aanhoudende
residentiële segregatie waar minderjarige kinderen in ongezonde,
vervuilde wijken verblijven.
In de Verenigde Staten hebben zwarte kinderen tweemaal zoveel
meer kans om astma te ontwikkelen als andere kinderen. In eerder
onderzoek is dit verschil toegeschreven aan een laag geboortegewicht
en aangezien zwarte kinderen ook meer kans hebben te worden geboren
met een laag gewicht — gedefinieerd als minder dan 2.500 gram tot
ongeveer 5,5 pond — en een laag geboortegewicht een risicofactor is
voor het ontwikkelen van astma.
Maar Janet M. Currie, professor van Economische en Openbare Zaken
van het Henry Putnam zegt dat zelfs bij het vergelijken van alleen
kinderen met een laag geboortegewicht, zwarte kinderen meer kans
hebben op het ontwikkelen van astma. De astma rato is bij
verschillende rassen zo sterk dat sommige onderzoekers geconcludeerd
hebben dat ‘zwart’ een risicofactor is voor astma.
Maar toen Currie en haar mede-auteur, Princeton Ph.D. Diane
Alexander van de Federal Reserve Bank of Chicago, kinderen met een
laag geboortegewicht vergeleken van alle rassen en etniciteiten die
in de ‘zwarte’ postcodegebieden in New Jersey leefden - waar de
bewoners voor de helft of meer Afrikaans-Amerikaans zijn - verdween
het rassenverschil bij de associatie tussen laag geboortegewicht en
astma volledig. Met andere woorden, in dit postcodegebied hadden
alle kinderen met een laag geboortegewicht, ongeacht hun ras,
hetzelfde verhoogde risico op astma, vergeleken met kinderen met een
normaal geboortegewicht.
Een laag geboortegewicht kan kinderen vatbaar maken voor astma
maar het veroorzaakt de ziekte niet. Een fysieke trigger is nodig.
Dus is het zo dat iets in die wijken een ontwikkeling op astma
veroorzaakt bij kinderen met een laag geboortegewicht, ongeacht hun
ras. “Dit onderscheid is belangrijk,” zegt Currie. “Want in
tegenstelling tot het ras is het mogelijk om wijken te veranderen,
hetzij door het vinden en saneren van de gevaren die een hogere
astma prevalentie veroorzaken of door kwetsbare kinderen helpen te
verhuizen.”
Het onderzoek van Currie en Alexander kon niet definitief
aangeven wat nu precies astma veroorzaakt bij kinderen met een laag
geboortegewicht die in de wijken van het ‘zwarte’ postcode gebied
wonen. Maar ze speculeren dat luchtvervuiling - zowel binnen als
buiten - de schuldige is.
De wijken in New Jersey, met een meerderheid aan zwarte bewoners,
bevinden zich gemiddeld twee keer dichterbij industriële bronnen van
luchtvervuiling als andere wijken, zagen de onderzoekers. En
waarschijnlijk dichterbij drukke snelwegen die hoge concentraties
van schadelijke deeltjes veroorzaken. De behuizingen in deze wijken
zijn gemiddeld zeven jaar ouder dan elders en oudere gebouwen hebben
meer kans op schimmelsporen, fecale afvalstoffen van knaagdieren en
parasitaire plagen. En er is in deze wijken een grotere kans dat
moeders binnen roken.
Niet alleen kunnen binnen- en buitenluchtvervuiling astma
triggeren bij gevoelige kinderen, Currie en Alexander merkten op dat
het in de eerste plaats ook invloed kan hebben dat moeders een kind
krijgen met een laag geboortegewicht.
Om hun onderzoek uit te voeren, welke als een werkdocument
verscheen op de website van het National Bureau van Economic
Research, combineerden Currie en Alexander twee sets van
data-records, van alle kinderen die geboren zijn uit moeders die in
New Jersey woonden van 2006 tot 2010 en verslagen van alle bezoeken
van de eerste hulp posten van de ziekenhuizen in New Jersey van 2006
tot 2012.
Omdat de geboorte records de adressen van de moeders bevatten,
waren ze in staat om te zien, middels sortering op postcode, welke
kinderen in overwegend zwarte wijken werden geboren. Deze postcodes
bevatten ongeveer 63 procent van de zwarte kinderen van de staat,
maar ook ongeveer 16 procent van de andere kinderen. Met behulp van
de data van de eerste hulp afdeling konden de onderzoekers bepalen
of en hoe vaak een kind met een te laag geboortegewicht, tijdens de
onderzoeksperiode, was behandeld voor astma op de eerste hulp post.
“De Verenigde Staten blijven zeer racistisch gescheiden,” zei
Currie, “met Afrikaanse-Amerikaanse wijken die aan hogere armoede
lijden, lagere gemiddelde educatieve bezigheden kennen, een hogere
werkloosheid, een hogere blootstelling aan vervuiling en andere
kwalen.” Bij elke meting is gebleken dat zwarte Amerikanen, van alle
leeftijden, een slechtere gezondheid hebben dan hun blanke medemens.
Het onderzoek van Currie en Alexander suggereert dat de kenmerken
van sterk afgezonderde buurten een belangrijke factor kan zijn bij
zulke aanhoudende raciale gezondheidsverschillen.
Vertaling: Lia Keizer