Astma bij jonge jongens is te voorkomen
Een baanbrekend UAlberta-onderzoek toont aan dat er
een extra - en mogelijk behandelbare - reden is waarom
baby's van moeders met astma de aandoening vaak zelf
ontwikkelen.
UNIVERSITEIT VAN ALBERTA FACULTEIT GENEESKUNDE EN
TANDHEELKUNDE
Een nieuwe studie van de Universiteit van Alberta
toont aan dat het familierisico voor astma - meestal
overgedragen van moeders op baby's - mogelijk niet
alleen het gevolg is van genetica: het kan ook gaan om
bacteriën in het spijsverteringskanaal van de baby.
AllerGen-onderzoeker en UAlberta microbioom
epidemioloog Anita Kozyrskyj leidde een onderzoeksteam
dat ontdekte dat Kaukasische babyjongens die geboren
zijn uit zwangere moeders met astma - die meestal het
grootste risico lopen om astma te ontwikkelen in hun
vroege jeugd - ook één derde kans hebben om op een
leeftijd van drie tot vier maanden een darmflora te
hebben met specifieke kenmerken .
"We zagen een significante reductie in de familie van
bacteriën genaamd Lactobacillus bij blanke babyjongens
geboren uit zwangere vrouwen die astma hadden, en dit
was vooral duidelijk als de astmatische moeder leed aan
allergieën of overgewicht," zei Kozyrskyj, senior auteur
van de studie en één van 's werelds toonaangevende
onderzoekers op het gebied van de darmflora- de
gemeenschap van micro-organismen of bacteriën die in de
spijsverteringskanalen van mensen leven.
Deze bevindingen vormen het eerste bewijs dat
maternaal astma tijdens de zwangerschap geassocieerd kan
zijn met veranderingen in de darmflora van een kind,
aldus Kozyrskyj.
"Onze ontdekking zou met verder onderzoek
uiteindelijk kunnen leiden tot een preventieve aanpak
waarbij de darmflora bij zuigelingen wordt aangepast om
het risico te verkleinen," legt ze uit.
Ze waarschuwde echter ook dat het te vroeg is voor
ouders om probiotische behandelingen voor hun baby's te
zoeken om dit specifieke probleem aan te pakken.
Het onderzoek van Kozyrskyj en haar team omvatte meer
dan 1.000 moeders en hun baby's die deelnamen aan de
CHILD-studie van AllerGen, een nationaal
bevolkingscohort.
Kozyrskyj zei dat zij en haar team gemotiveerd waren
om het verband tussen darmflora en astma te bestuderen
aan de hand van het vaststaand feit dat maternaal astma
het geboortegewicht van de baby op een
geslachtsspecifieke manier beïnvloedt.
"De blanke mannelijke foetus heeft meer kans op een
lager geboortegewicht als reactie op maternaal astma,
dus we wisten dat er al verschillen waren volgens de
seksen en besloten om ze verder te bestuderen."
De studie toonde ook aan dat maternaal astma een
invloed had op het darmbacteriële profiel van
babymeisjes, maar op een andere manier.
"Babymeisjes hadden meer kans op grotere hoeveelheden
bacteriën in de Bacteroidaceae familie, die belangrijk
zijn voor het behoud van de slijmhuid die darmcellen
beschermt tegen schadelijke stoffen," zei Kozyrskyj.
"We speculeren dat dit babymeisjes in het vroege
leven mogelijk kan beschermen tegen het ontwikkelen van
astma. Anderzijds kunnen veranderingen in de
bacteriesamenstelling die specifiek zijn voor baby
meisjes, hun risico op het ontwikkelen van astma
verhogen tijdens de puberteit."
"Gezien opkomend onderzoek dat de darmflora verbindt
met astma en allergieën, zijn we verheugd dat onze
resultaten een nieuwe bevinding aan het licht hebben
gebracht die uiteindelijk kan bijdragen aan de preventie
van astma bij kinderen."
De studie, gefinancierd door CIHR en AllerGen, werd
gepubliceerd in European Respiratory Journal.
Vertaling: Andre Teirlinck