Meer bewijzen tonen aan dat natuurlijke plantaardige
verbindingen de mentale effecten van veroudering kunnen verminderen
SALK INSTITUTE
Salk-wetenschappers hebben verder bewijs gevonden dat een
natuurlijke verbinding in aardbeien bij muizen cognitieve tekorten
en ontstekingen i.v.m. veroudering vermindert. Het onderzoek, dat in
juni 2017 in de Journals of Gerontology Series A verscheen, bouwt
voort op het vorige onderzoek van het team naar het antioxidant
fisetin, waarbij men ontdekte dat het kan helpen om leeftijd
verwante mentale afname en aandoeningen, zoals Alzheimer of een
beroerte, te behandelen.
“Bedrijven hebben fisetin in diverse gezondheidsproducten
verwerkt maar de verbinding is niet genoeg getest,” zegt Pamela
Maher, een senior wetenschapper van Salk’s Cellular Neurobiology
Laboratory en senior auteur van het schrijven. “We denken dat,
gebaseerd op ons lopende werk, dat fisetin nuttig kan zijn als
preventief middel bij veel leeftijd verwante neurodegeneratieve
ziekten, niet alleen Alzheimer’s, en we moedigen een meer rigoureus
onderzoek aan.”
Maher, die werkzaam is in het lab van David Schubert, hoofd van
Salk’s Cellular Neurobiology Lab, heeft al meer dan een decennium
onderzoek gedaan naar fisetin. Bij een vorig lab onderzoek bleek dat
fisetin bij muizen, die genetisch gemodificeerd waren om de ziekte
te ontwikkelen, aan Alzheimer gerelateerde geheugenverlies
verminderde. Maar die studie richtte zich op genetische (familiale)
AD, die slechts 1 tot 3 procent van de gevallen vertegenwoordigt.
Het grootste risico om wat men sporadisch AD noemt, evenals andere
neurodegeneratieve stoornissen te ontwikkelen, is gewoon de
leeftijd. Voor het huidige onderzoek richtte Maher zich op een stam
laboratorium muizen die vroeg ouder waren gemaakt om sporadische AD
beter te kunnen bestuderen. Op de leeftijd van 10 maanden toonden
deze muizen typische tekenen van fysieke en cognitieve afname wat
niet gezien werd bij normale muizen tot een leeftijd van 2 jaar oud.
Het Salk-team gaf gedurende 7 maanden voedsel met een dagelijkse
dosis fisetin aan de 3 maanden oude prematuur verouderende muizen.
Een andere groep van de vroegtijdig verouderende muizen kreeg
hetzelfde voedsel maar dan zonder fisetin. Tijdens de
onderzoeksperiode hebben de muizen verschillende activiteiten en
geheugentests uitgevoerd. Het team onderzocht bij de muizen ook de
niveaus van specifieke eiwitten die verband houden met de
hersenfunctie, reacties op stress en ontsteking.
“Na 10 maanden waren de verschillen tussen deze twee groepen
opvallend,” zegt Maher. De muizen die niet met fisetin werden
behandeld hadden problemen met alle cognitieve tests, evenals
verhoogde markers van stress en ontsteking. Hersencellen, astrocyten
en microglia genaamd, die normaal gesproken anti-inflammatoire zijn
zorgden nu voor ongebreidelde ontstekingen. Muizen van 10 maanden
die behandeld waren met fisetin waren daarentegen niet opmerkelijk
verschillend in gedrag, cognitieve bekwaamheid of ontstekingsmarkers
ten opzichte van de groep onbehandelde muizen van 3 maanden oud met
dezelfde conditie. Daarnaast vond het team geen aanwijzingen voor
acute toxiciteit bij de fisetin behandelde muizen, zelfs bij hoge
doses van de verbinding.
“Muizen zijn natuurlijk geen mensen,” zegt Maher. “Maar er zijn
genoeg overeenkomsten waardoor we fisetin nader willen bekijken.
Niet alleen i.v.m. een mogelijke behandeling van sporadische AD,
maar ook voor het verminderen van enkele cognitieve effecten die in
het algemeen gerelateerd zijn tot veroudering.”
Vervolgens hoopt Maher op een samenwerking met een andere groep
of bedrijf om klinische onderzoeken van fisetin op mensen uit te
voeren.