Veehouderij heeft effect op longfunctie omwonenden
In de buurt van veehouderijen hebben COPD-patiënten meer
complicaties van hun ziekte. Daarnaast zien onderzoekers in het
onderzoeksgebied een vermindering van de longfunctie door de
uitstoot van ammoniak, en komen longontstekingen vaker voor.
Daarentegen is er dichtbij veehouderijen minder astma en allergie.
Dat zijn de belangrijkste resultaten uit het onderzoek Veehouderij
en Gezondheid Omwonenden (VGO). De mogelijke gezondheidseffecten
werden onderzocht door de Universiteit Utrecht, RIVM, Wageningen UR
en NIVEL.
Positieve en negatieve effecten
Astma en neusallergieën komen minder vaak voor bij mensen die op
korte afstand van veehouderijen wonen. Het was al bekend dat dit
minder vaak voorkomt bij mensen die op een boerderij opgroeien. Uit
het onderzoek blijkt dat dit ook geldt voor mensen die in de
omgeving wonen. Dicht bij veehouderijen wonen minder mensen met
COPD, een chronische ziekte van de luchtwegen. Maar de
COPD-patiënten die daar wel wonen, hebben vaker ernstige klachten in
vergelijking met mensen die op grotere afstand van veehouderijen
wonen. Ook gebruiken COPD-patiënten die in de buurt van
veehouderijen wonen, meer medicatie tegen luchtwegklachten en zij
hebben een verminderde longfunctie. Mensen met COPD vormen dus een
belangrijke risicogroep voor luchtwegklachten in relatie tot
veehouderijen.
Verminderde longfunctie in omgeving van veehouderijen
De onderzoekers vinden een verminderde longfunctie bij mensen
die veel veehouderijen in hun directe omgeving hebben. Dit is vooral
te zien bij mensen die binnen 1 km afstand wonen van 15 of meer
bedrijven. Het is het meest waarschijnlijk dat deze verandering
veroorzaakt wordt door de blootstelling aan stoffen afkomstig uit de
veehouderij. Niet alleen blijkt dat mensen die dicht bij veel
veehouderijen wonen een verminderde longfunctie hebben, ook vinden
de onderzoekers dat de longfunctie in het hele onderzoeksgebied
verlaagd is bij een hoge concentratie ammoniak in de lucht. Ammoniak
is een stof afkomstig uit de veehouderij (vooral mest). De effecten
van blootstelling aan ammoniak zijn vergelijkbaar met die van
blootstelling aan verkeer in de stad.
Longontstekingen
De onderzoekers vinden meer longontstekingen in het
onderzoeksgebied dan in de rest van het land, een verschil dat na de
Q-koorts-epidemie van 2007-2010 wel kleiner is geworden. Als de
onderzoekers hierbij het type veehouderijen analyseren, is er een
verband tussen pluimveehouderijen binnen 1 km afstand van de woning
en een licht verhoogde kans op longontsteking. Er zijn sterke
aanwijzingen dat fijnstofemissies uit veehouderijen mensen
gevoeliger maken voor infecties. Er kan niet worden uitgesloten dat
specifieke ziekteverwekkers afkomstig van pluimvee een deel van de
longontsteking veroorzaken. Het is niet uit te sluiten dat andere
soorten veehouderijen ook bijdragen aan de verhoogde kans op
longontsteking in verschillende landelijke gebieden.
Onderzoek
Voor het onderzoek Veehouderij en Gezondheid Omwonenden hebben
RIVM, Universiteit Utrecht (IRAS), Wageningen UR en NIVEL met
verschillende methodieken de mogelijke gezondheidseffecten
onderzocht. Hierbij zijn gegevens van huisartsen gebruikt,
vragenlijsten ingevuld en bijna 2.500 mensen zijn medisch
onderzocht. Ook werden op verschillende locaties de luchtkwaliteit
en uitstoot van een aantal soorten veehouderijen bepaald. Het
onderzoek duurde 3 jaar en is gefinancierd door de ministeries van
VWS, EZ en deels door het Longfonds. Eind 2016 zullen resultaten van
nog lopende vervolgonderzoeken bekend gemaakt worden.