Chronisch vermoeidheidssyndroom zit in je darmen, niet in je
hoofd
CORNELL University
Artsen stonden tot nu toe voor een raadsel wat het chronisch
vermoeidheidssyndroom (CVS) betreft, een aandoening waarbij normale
inspanning tot een uitputtende vermoeidheid leidt, die niet door
rust wordt opgeheven. Het is niet bekend waardoor het ontstaat en de
diagnose kan pas na uitgebreide tests worden vastgesteld door een
deskundige.
Nu rapporteren onderzoekers van de Cornell Universiteit voor het
eerst dat ze biologische markers hebben geïdentificeerd voor deze
ziekte in ontstekingsbevorderende darmbacteriën en microben in het
bloed.
In een studie, gepubliceerd op 23 juni in het tijdschrift
Microbiome, beschrijft het team hoe zij op een niet-invasieve manier
(niet belastend voor de patiënt) een correcte diagnose van
myalgische encefalomyelitis (ME)/CVS konden stellen bij 83 procent
van de patiënten, door middel van ontlasting- en bloedonderzoek.
Tevens is het een stap in de richting van begrip van de oorzaak van
de ziekte.
“Ons werk laat zien dat het microbioom in de darmen bij
CVS-patiënten niet normaal is, wat misschien leidt tot
gastro-intestinale en inflammatoire symptomen bij slachtoffers van
de ziekte,” zegt Maureen Hanson, hoofdverantwoordelijke voor het
artikel en hoogleraar bij het Department of Molecular Biology and
Genetics aan de Cornell Universiteit. “Bovendien biedt onze
ontdekking van een biologische afwijking verder bewijs tegen het
belachelijke idee dat het in oorsprong een psychische ziekte zou
betreffen.”
“In de toekomst zouden we deze techniek als een aanvulling kunnen
zien op andere niet-invasieve diagnoses, maar als we ons ook een
beter idee kunnen vormen van wat er aan de hand is met die
darmmicroben en de patiënten, dan kunnen artsen misschien ook
overwegen om het dieet aan te passen en prebiotica zoals
voedingsvezels, of probiotica, in te zetten bij de behandeling van
de ziekte,” zegt Ludovic Giloteaux, postdoctoraal onderzoeker en
hoofdauteur van de studie.
Voor de studie werkten onderzoekers van de Ithaca campus samen
met Dr. Susan Levine, een ME/CVS-specialist uit New York City, die
48 mensen selecteerde met een ME/CVS-diagnose, plus 39 gezonde
controlepersonen, die bloed- en ontlastingsmonsters afstonden.
De onderzoekers sequentiëerden delen van microbieel DNA uit de
ontlastingsmonsters om verschillende soorten bacteriën te
identificeren. Over het algemeen werd er een sterk afgenomen
diversiteit in de soorten bacteriën waargenomen en er werden bij
ME/CVS-patiënten minder bacteriesoorten gevonden die bekend staan
als ontstekingsremmend, vergeleken met gezonde mensen. Dit wordt ook
waargenomen bij mensen met de ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa.
Tegelijkertijd ontdekten de onderzoekers specifieke
ontstekingsmarkers in het bloed, waarschijnlijk vanwege een lekkende
darm, ontstaan door bepaalde darmproblemen, die ertoe kunnen leiden
dat bacteriën in het bloed terecht kunnen komen, aldus Giloteaux.
Bacteriën in het bloed zorgen ervoor dat een immuunreactie wordt
uitgelokt, die kan zorgen voor verergering van de symptomen.
De onderzoekers hebben niet kunnen vaststellen of het veranderde
darmmicrobioom de oorzaak of juist het gevolg is van de ziekte,
voegt Giloteaux toe.
In de toekomst zal het team gaan zoeken naar bewijs voor virussen
en schimmels in de darmen, om vast te stellen of één of meerdere
daarvan samen met bacteriën de ziekte kunnen veroorzaken of eraan
kunnen bijdragen.