Handelsakkoord met Canada (CETA) dreigt voorlopig toegepast te
worden
De Europese Commissie stelde vanmiddag de procedure voor voor de
ondertekening van het ingrijpende handelsakkoord van de EU met
Canada (CETA). In tegenstelling tot eerdere uitingen van
Commissie-voorzitter Juncker besloot de Commissie op het laatste
moment om het akkoord door nationale parlementen te laten
ratificeren. GroenLinks is echter bezorgd over het voorstel om CETA
voorlopig toe te passen in afwachting van die nationale ratificatie.
GroenLinks-Europarlementariër Bas Eickhout: “Juncker is deels tot
inkeer gekomen. Het plan om nationale parlementen helemaal te
omzeilen is nu van tafel, maar dit controversiële akkoord dreigt nog
steeds te worden toegepast zonder instemming van nationale
volksvertegenwoordigers.”
GroenLinks is tegen het handelsakkoord tussen de EU en Canada
omdat het bedrijfsleven daarmee te veel invloed krijgt op regels die
er zijn om het algemeen belang te beschermen. Het kwalijkste element
van CETA is de speciale mogelijkheid die het biedt aan buitenlandse
investeerders om overheden aan te klagen in aparte tribunalen
(ISDS/ICS). Dergelijke schadeclaims van bedrijven kunnen ongewenste
druk zetten om wetten of besluiten die het milieu of consumenten
moeten beschermen af te zwakken of uit te stellen. Ook beperkt het
handelsakkoord de ruimte voor overheden om diensten in de toekomst
terug te brengen publieke handen als ze dat zouden willen.
Hoewel nu is zeker gesteld dat CETA pas definitief geratificeerd
is nadat 28 lidstaten en het Europees Parlement goedkeuring hebben
gegeven, voorziet het voorstel van de Europese Commissie dat het
akkoord al voorlopig wordt toegepast nadat het Europees Parlement
gestemd heeft, maar voordat alle nationale parlementen hebben
geratificeerd. Als het proces van ratificatie door nationale
parlementen op hobbels stuit, kan deze voorlopig toepassing van CETA
nog voor een onbepaalde tijd doorwerken. Het terugdraaien van
voorlopige toepassing is zowel juridisch als politiek een lastige
opgave.
GroenLinks-Tweede Kamerlid Rik Grashoff wil daarom dat de
Nederlandse minister Liliane Ploumen voorlopige toepassing
tegenhoudt: “Met dit voorstel zitten we straks toch opgescheept met
een apart rechtsstelsel voor multinationals, zonder dat de Tweede
Kamer daarmee heeft ingestemd. Deze claimrechtspraak ondergraaft
onze democratische rechtstaat en blijft nog jaren in stand, zelfs
als we het verdrag uiteindelijk afkeuren. Minister Ploumen mag
daarom niet akkoord gaan met voorlopige toepassing.”