Darmbacteriën beïnvloeden voedselallergieën; darmflora en het
immuunsysteem zijn nauw met elkaar verweven
Technische Universiteit van München (TUM)
Talloze micro-organismen leven in het darmkanaal. Onderzoekers
van de Technische Universiteit van München (TUM) hebben kunnen
aantonen dat darmbacteriën ook een rol spelen bij het bepalen van de
sterkte van anafylactische reacties op voedselallergenen. De
onderzoekers presenteren hun resultaten op het jaarlijkse congres
van de European Society for Dermatological Research (ESDR), die dit
jaar wordt gehost door en op de TUM.
De menselijke microbiota - het geheel van bacteriën die
bijvoorbeeld wonen op de huid of in het darmkanaal – heeft een
complexe invloed op de gezondheid. Een team onder leiding van Prof.
Tilo Biedermann, de directeur van de Kliniek voor Dermatologie en
Allergologie in het “Rechts der Isar Hospital”, onderzocht de rol
die microbiota spelen in het spijsverteringsstelsel in het geval van
voedselallergieën.
De darmflora en de verschillende elementen van het immuunsysteem
zijn nauw met elkaar verweven en beïnvloeden elkaar. Tijdens hun
onderzoek, richtten het team van onderzoekers van de TUM zich op een
eiwit genaamd NOD2. Deze receptor van het immuunsysteem is in staat
om darmbacteriën te "herkennen"
- of beter gezegd, het hoofdbestanddeel van hun celwand - en ze
initiëren talrijke complexe processen. De wetenschappers
onderzochten de effecten die plaatsvonden als deze
herkenningsreceptor afwezig is.
Tilo Biedermann en zijn collega's constateerden een fundamenteel
veranderd immuunreactie wanneer NOD2 afwezig was. In plaats van
cellen zoals normale T-cellen, die een activering van het
immuunsysteem onderdrukken, werden een groter aantal wat men
Th2-helpercellen noemt gevormd.
Deze cellen zorgen ervoor dat een groter aantal van het
antilichaam immunoglobuline E (IgE) wordt geproduceerd. In personen
die lijden aan allergieën, is het IgE in het lichaam "getraind" op
de overeenkomstige allergenen, en stimuleert bepaalde cellen om een
allergische reactie te veroorzaken wanneer het allergeen
bijvoorbeeld in de darm wordt gedetecteerd. Hoe groter de
hoeveelheid IgE, hoe sterker de allergische reactie.
Dienovereenkomstig constateerden de wetenschappers in
muismodellen bijzonder ernstige allergische reacties toen NOD2
afwezig was. De samenstelling van de microbiota van de darmen van
deze dieren was ook veranderd. Een ander aspect van de studie toont
de ware complexiteit van de interacties tussen microbiota en het
immuunsysteem: als de samenstelling van de darmbacteriën opnieuw
werd genormaliseerd, konden ernstige allergische reacties worden
voorkomen, zelfs als NOD2 afwezig is.
Ongevaarlijke bacteriën als een nieuwe therapeutische aanpak
"Deze relatie tussen darmflora en de productie van antilichamen
opent nieuwe therapeutische toepassingen voor patiënten bij wie de
microbiota is veranderd", zegt Tilo Biedermann. "Als het
bijvoorbeeld mogelijk is om onschadelijke bacteriën te stimuleren om
de darmen te koloniseren, dan zou dit ook de reactie van het lichaam
op allergenen verminderen."
Vertaling: Frits Suntjens