de sociale omgang
De tastzin speelt een crucialere rol dan gedacht bij mensen met
autisme. Uit het doctoraatsonderzoek van Eliane Deschrijver blijkt
dat zij het moeilijk hebben om te bepalen welke tastprikkels bij een
actie van iemand anders horen.
ASS: Sociale interacties en zintuiglijke prikkels
Veel mensen die een autismespectrumstoornis (ASS) hebben, zijn
over- of ondergevoelig voor zintuiglijke prikkels. Sommigen voelen
zich overweldigd door drukke omgevingen zoals supermarkten, anderen
voelen verminderd pijn of houden niet van aanrakingen. Daarnaast
ervaren ze sociale moeilijkheden, en kunnen bijvoorbeeld moeilijk
deelnemen aan sociale interactie.
Uit de wetenschappelijke literatuur bleek al dat de ernst van de
dagelijkse sociale moeilijkheden bij mensen met ASS sterk samenhangt
met de mate waarin zij gevoelig zijn voor tactiele prikkels, meer
nog dan met de mate waarin zij gevoelig zijn voor visuele of
auditieve prikkels. Om te kijken waarom dit zo is, ging Eliane
Deschrijver na hoe het brein van zowel mensen met als zonder ASS de
eigen tastzin gebruikt om tastsensaties in acties van anderen te
begrijpen.
Prof. Marcel Brass verduidelijkt: “We denken dat het menselijke
brein de eigen tastzin gebruikt om zichzelf van anderen te
onderscheiden: wanneer ik een actie uitvoer die leidt tot een
tastsensatie, bijvoorbeeld door iets te grijpen, verwacht ik een
tastprikkel te voelen die daarmee overeenstemt. Wanneer mijn eigen
tastgevoel me echter iets anders vertelt, zal de tastsensatie die ik
opmerk allicht bij een andere persoon horen en niet bij mij. Het
brein kan anderen dus beter begrijpen door te signaleren welke van
de tastsensaties die men ziet niet overeenstemmen met het eigen
tastgevoel.”
Neurowetenschappelijk onderzoek
In een reeks experimenten toonden de wetenschappers aan dat de
hersenactiviteit van mensen mét ASS tijdens het verwerken van de
tastzin verschilt van mensen zonder ASS.
Het menselijke brein geeft normaalgezien heel snel aan wanneer de
tastprikkel van een ander niet klopt met de eigen tastzin. Dat
betekent dat hersenen van mensen zonder ASS snel signaleren dat een
tastprikkel van een vinger die een oppervlak aanraakt, niet
overeenstemt met wat zij zelf voelen.
Uit het UGent-onderzoek blijkt dat dit anders verloopt in de
hersenen van volwassenen met ASS. Hun brein signaleerde veel minder
sterk dat de tastprikkel van buitenaf niet klopte met het eigen
tastgevoel.
Zij die ernstigere zintuiglijke gevoeligheden aangaven toonden een
sterkere verstoring van dit proces, terwijl zij het ook sociaal
moeilijker hadden.
“Het is bij mijn weten de eerste keer een relatie aangetoond kon
worden tussen de manier waarop mensen met autismespectrumstoornis
zintuiglijke informatie verwerken en hun dagelijkse sociale
moeilijkheden De bevindingen kunnen een nieuw en cruciaal verband
vormen tussen zintuiglijke en sociale moeilijkheden in het
autismespectrum” vat Eliane Deschrijver samen.
De bevindingen leiden tot een beter begrip van de complexe
stoornis die autisme is, en van de bijbehorende problemen.
Het onderzoek werd uitgevoerd binnen het nieuwe onderzoekscentrum
EXPLORA (EXperimenteel PsychoLogisch Onderzoek Rond Autisme) aan de
Universiteit Gent, geleid door prof. Roeljan Wiersema en prof.
Marcel Brass (tevens promotoren van het doctoraat).
Volwassenen met ASS die interesse hebben om deel te nemen aan
onderzoek van EXPLORA kunnen contact opnemen via explora@UGent.be.