Verband tussen intensieve landbouw en runder TBC
Nieuw onderzoek besluit dat intensieve landbouwmethoden een hoger
risico inhouden op rundertuberculose.
Universiteit van Exeter.
Volgens nieuw onderzoek is er een verband tussen intensieve
landbouwpraktijken met grotere veestapels, het kweken van grote
partijen maïs, minder hagen en het gebruik van kuilvoer en een hoger
risico op rundertuberculose.
Een studie van de Universiteit van Exeter, gefinancierd door
BBSRC en gepubliceerd in het Royal Society tijdschrift ‘Biological
Letters’, analyseerde gegevens van 503 bedrijven met TBC naast 808
controle boerderijen die in gebieden lagen met een hoog risico op
TBC.
Dr Fiona Mathews, Associate Professor in Mammalian Biology, die
de studie leidde, zei: "TBC is absoluut verwoestend voor een
veestapel, en het is essentieel dat werkbare oplossingen worden
gevonden in de zwaarst getroffen gebieden waar bedrijven
herhaaldelijk geconfronteerd worden met de ziekte. Als een lagere
productie intensiteit een betere gezondheid van de dieren inhoudt,
dan biedt dit een duurzame strategie op lange termijn in gebieden
met hoog risico. "
De laatste decennia hebben we radicale veranderingen in de
landbouwmethoden gezien. De helft van de Britse melkveehouders zijn
ermee gestopt sinds 2002. Degenen die bleven hebben grotere kuddes
en een hogere productiviteit: de gemiddelde veestapel is gestegen
van 75 dieren in 1996 tot 133 in 2014 (een stijging van 77%), en het
jaarlijkse rendement steeg van 5,775 per koe in 1995 tot 7,535l per
koe in 2013 (een stijging van 27%).
Het team vond dat de boerderijen met kuddes van 150 of meer
dieren 50% meer kans hadden op een runder TBC uitbraak dan die met
kuddes van 50 of minder dieren. Patronen van de plantaardige
productie en het voeden waren ook belangrijk; het risico neemt toe
met de praktijken voor een hogere productiviteit. Voor elke 10
hectare maïs - een favorieetvoedsel van de dassen die een rol spelen
bij het overbrengen van de ziekte - verhoogt het risico met 20%. Het
voeren van kuilvoer toonde een verdubbeling van het risico op zowel
zuivel- als vleesvee. Landschapselementen zoals loofbossen,
moerassen en heggen waren ook belangrijk. Bijvoorbeeld vertoonden
bedrijven met 50km van de perceelsgrenzen, elke extra 1km een haag,
een vermindering van 37% van het risico. Dit is waarschijnlijk omdat
er minder besmetting van grasland door dasfaeces en urine is in de
dergelijke biotopen. Moerassen werd geassocieerd met een verhoogd
risico, eventueel als een neveneffect van infectie met
leverbotziekte - een ziekte verbonden met natte omgevingen en die
interfereert met de diagnose TBC bij runderen.
Dr. Mathews zei: "Om TBC te verslaan moeten we ervoor zorgen dat
onze aanpak robuust is en evidence-based. Dit is het eerste
grootschalig onderzoek naar de invloed van het biotoop en de
landbouwpraktijken op TBC. Alle effecten zijn additief, zodat het
veranderen van een aantal verbonden aspecten reeds een groot
verschil zou kunnen maken. Boeren zijn al op de hoogte dat de
bioveiligheid op het erf kan helpen het risico van TBC bij runderen
te beperken. We hebben aangetoond dat beter milieubeheer ook
belangrijk is. Door het vinden van meer van deze verbanden hopen we
te kunnen helpen bij het uitroeien van deze verschrikkelijke ziekte.
"
Het verslag van de studie 'Environmental Risk Factors Association
with Bovine tuberculosis in Cattle high Risk Areas’ werd
gepubliceerd in ‘Biological Letters’.
Vertaling: Andre Teirlinck