Blootstelling aan lood beïnvloedt de slaap van kinderen
Nieuwe onderzoek bij 'Penn Nursing' laat zien dat blootstelling
aan lood in de vroege kindertijd het risico op slaapproblemen en
overmatige slaperigheid overdag verhoogt.
Een nieuw onderzoek aan de Universiteit van Pennsylvania ‘School
of Nursing (Penn Nursing)’ laat zien dat blootstelling aan lood in
de vroege jeugd een verhoogd risico geeft op slaapproblemen en
overmatige slaperigheid overdag tijdens de latere kindertijd. Dit is
het eerste longitudinaal bevolkingsonderzoek dat vroege
blootstelling aann lood onderzoekt op slaapproblemen. De bevindingen
zijn gepubliceerd in het december nummer van ‘SLEEP’ en zijn nu
online beschikbaar.
Het onderzoek is gebaseerd op gegevens uit een longitudinaal
cohort onderzoek - bij meer dan 1400 Chinese kinderen dat begon in
2004 - naar de invloed van blootstelling aan lood op de ontwikkeling
van kinderen en neurocognitieve adolescenten, gedrags- en
gezondheidseffecten. Loodvervuiling is alomtegenwoordig in heel
China en andere ontwikkelingslanden, en hoewel de blootstelling
daalt als gevolg van de uitfasering van loodhoudende benzine en de
toegenomen publiek bewustzijn, blijft zijn persistentie een
aanzienlijk risico voor de gezondheid van kinderen.
"Er is weinig bekend over de impact van blootstelling aan zware
metalen op de slaap van kinderen, maar bevindingen van de studie
benadrukken dat giftige stoffen - zoals lood - belangrijke
pediatrische risicofactoren zijn voor slaapstoornissen," zei
hoofdonderzoeker Jianghong Liu, PhD, FAAN. Jianghong is ‘Associate
Professor at Penn Nursing’ en faculteitslid aan de ‘Penn's Perelman
School of Medicine’. “Blootstelling aan lood is te voorkomen en te
behandelen maar kan bij onachtzaamheid leiden tot onherstelbare
neurologische schade."
Dit is een belangrijke vooruitgang bij het identificeren en
begrijpen van de invloed van lood op de slapeloosheid bij kinderen
en slaperigheid overdag. Slaapproblemen zijn zeer wijd verspreid bij
kinderen en adolescenten en zijn geassocieerd met veel negatieve
gezondheidseffecten waaronder ontwikkelingsstoornissen en
intellectuele en neurocognitieve problemen.
"Deze studie richt zich op een belangrijk maar vaak verwaarloosd
gebied van de slaapwetenschap, namelijk omgevingsfactoren die de
slaapbiologie en het gedrag van kinderen en andere kwetsbare
bevolkingsgroepen verstoren," zei senior auteur van de studie David
Dinges, PhD, hoogleraar en hoofd van de afdeling ‘Sleep &
Chronobiologie in the Department of Psychiatry at Penn Medicine”.
De slaapproblemen gemeld door de adolescenten in de studie zijn
overmatige slaperigheid overdag, slapeloosheid, vroeg ontwaken in de
ochtend, problemen in het onderhouden van de slaap, gebruik van
slaappillen; die allemaal de slechte kwaliteit van de slaap
benadrukken. Met behulp van de gegevens uit de cohort studie werd
bij 665 kinderen het loodgehalte in het bloed nagegaan toen ze
tussen de drie en vijf jaar oud waren; de slaap werd zes jaar later
onderzocht toen de kinderen tussen de negen en elf jaar oud waren.
De kinderen en hun ouders beantwoordden aparte vragenlijsten over
het dagelijks slaappatroon van de kinderen, hun slapeloosheid en het
gebruik van slaapmiddelen.
Slapeloosheid en gebruik van slaapmiddelen kwamen twee tot drie
keer vaker voor bij kinderen met bloedloodgehalte (BLL) groter dan
of gelijk aan 10 ug/dL dan bij kinderen met BLL minder dan 10 ug/dL.
Dit suggereert dat slaapstoornissen ernstig zijn voor het
veroorzaken van algemene slapeloosheid en voor het nemen van
slaapmiddelen/pillen in een poging om de symptomen te verbeteren.
"Onvoldoende slaap en slaperigheid overdag is zeer wijd verspreid
bij kinderen en adolescenten, en het is een zeer ernstig probleem
dat verbonden is met een aanzienlijke last voor de volksgezondheid",
aldus Liu. "Meer onderzoek moet worden gedaan om factoren te
detecteren die meewerken en manieren te vinden om problemen te
voorkomen of de gevolgen ervan te beperken. Zo’n onderzoek kan niet
alleen helpen de oorzaken te vinden, maar kan ook indirect
slaap-gerelateerde gezondheidseffecten verbeteren, zoals cognitie,
emotie, gedrag, en in sommige gevallen diabetes. “
Vertaling: Andre Teirlinck