Hoog schildklierhormoongehalte tijdens zwangerschap zou de
ontwikkeling van het foetale brein kunnen beïnvloeden
Een nieuw onderzoek geeft aan dat niet alleen een
laag, maar ook een hoog schildklierhormoongehalte bij de moeder in
de vroege zwangerschap zou kunnen leiden tot een verlaagd IQ van het
kind later in de jeugd. De resultaten van het onderzoek, die
donderdag gepresenteerd zullen worden op het 97e jaarcongres van het
Endocriene Genootschap in San Diego, suggereren dat de gebruikelijke
praktijk, om zwangere vrouwen met een mild tekort aan
schildklierhormoon te behandelen, onverwachte nadelige gevolgen
zouden kunnen hebben voor het zich ontwikkelende brein van de baby.
Het is bekend bij artsen dat een laag schildklierhormoongehalte bij
zwangere vrouwen gerelateerd is aan zowel verlaagde IQ uitkomsten
als aan andere risico’s voor de foetus. Gebaseerd op de huidige
stand van kennis bevelen de Amerikaanse Schildklier Associatie
in2011 en het Endocriene Genootschap in 2012 de medische behandeling
aan van zwangere vrouwen die, zonder symptomen te hebben, toch een
verlaagd schildklierhormoongehalte hebben. Bij deze milde vorm van
schildklier deficiëntie is er een verhoogd gehalte aan schildklier
stimulerend hormoon (TSH), de stof die de productie stimuleert en
adequate hoeveelheden handhaaft van de schildklierhormonen T3 en T4,
die het energiebeheer van het lichaam reguleren.
“Er is consensus om symptoomloos verlaagd schildklierhormoongehalte
te behandelen, omdat men er in het algemeen van overtuigd is dat
demogelijke voordelen van behandeling opwegen tegen het potentiële
risico van overbehandeling,” zei Tim Korevaar, arts, leider van het
onderzoek en promovendus aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam.
“Er was tot nu toe eigenlijk geen aanwijzing bij mensen dat ook
licht verhoogde schildklierhormoongehalten schadelijk zouden kunnen
zijn.”
Korevaar en zijn collega’s hebben gegevens geanalyseerd van 3.839
moeder-en-kind paren die deelnamen aan het Nederlandse Generatie R
Onderzoek, een doorlopend onderzoek vanaf het foetale leven tot aan
de jonge volwassenheid. Tussen de 9e en de 18e week van de
zwangerschap werd het bloed van de moeders onderzocht om het gehalte
te bepalen aan TSH en aan vrij T4 (de actieve vorm van T4). De
kinderen van deze vrouwen kregen een IQ-test op non-verbale
prestaties tussen de leeftijden van 5 en 8 jaar.
De onderzoekers vonden dat het gemiddelde non-verbale IQ van de
kinderen significant verminderde met 2,1 tot 3,8% onder het niveau
van de controlegroep (diegenen met een vrij T4 gehalte middenin het
gebied) als het vrije T4 gehalte van de moeder op of boven het 89e
percentiel zat. Dit percentiel wordt beschouwd als nog volledig
binnen de normale verdeling, volgens Korevaar. Het IQ van de
kinderen vertoonde een vergelijkbare daling, als het vrije T4
gehalte bij de moeder op of onder het achtste percentiel was, wat
een lage normale waarde indiceert.
Percentielen werden berekend, omdat in verschillende landen en
ziekenhuizen verschillende methoden worden gebruikt om het vrije T4
te bepalen. Wat belangrijk is aan dit onderzoek, zei Korevaar, is
dat een U-vormige relatie – wat inhoudt dat zowel lage als hoge TSH
niveaus geassocieerd weerden met verlaagde IQ niveaus bij kinderen –
gevonden werd over het gehele bereik van vrije T4 gehalten bij de
moeders. De onderzoekers vonden geen verband tussen het gehalte aan
TSH bij de moeders en veranderingen in het IQ bij de kinderen.
“Het deel van de zwangere vrouwen met een milde
schildklieraandoening die daarvoor supplementen krijgen
voorgeschreven neemt snel toe, volgens Europese en Amerikaanse
onderzoeken,”aldus Korevaar. “Schildklierhormoon supplementen
tijdens de zwangerschap geven het risico van overbehandeling, en
zelfs behandeling in de vroege zwangerschap tot een hoog-normaal
niveau op schildklierfunctie onderzoeken is mogelijk niet zonder
risico’s voor het kind. Wij adviseren artsen om heel voorzichtig te
zijn met supplementen.”
Vertaling: M.A. Schönfeld
Url:
http://www.endo-society.org