Europese onderzoekers presenteren manieren om plastic soep te
bestrijden
Documentaire ‘CleanSea’ gaat 3 december in première
Onderzoekers uit elf EU-lidstaten deden drie jaar lang onderzoek
naar het probleem van afval in zee, dat
voornamelijk uit plastic bestaat. Zij deden dit samen met onder
andere zes bedrijven uit het MKB, een NGO,
vissers, afvalcoördinatoren, havens en veel kustplaatsen. Onder
leiding van Heather Leslie van het Instituut
voor Milieuvraagstukken van de Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
ontwikkelde het onderzoeksteam
‘CleanSea’ nieuwe technieken om de effecten op het zeemilieu te
bestuderen.
Ook werden
beleidsmaatregelen geanalyseerd waarmee Europa de plastic soep kan
bestrijden. Op 3 december
presenteert het onderzoeksteam in EYE Amsterdam de belangrijkste
onderzoeksresultaten en de korte
documentaire ‘CleanSea’. Directeur Hans Bruyninckx van het Europees
Milieuagentschap geeft een lezing.
Bronnen en effecten van afval in zee
Afval in zee wordt onder andere veroorzaakt door bezoekers van
het strand die hun restafval achterlaten,
vissers die hun uitrusting verliezen in zee en afvalwaterverwerkers
die de minuscule plastic deeltjes uit cosmeticaproducten niet kunnen verwerken. Het project laat zien dat
het probleem niet vanzelf verdwijnt. Het
meeste afval is namelijk nauwelijks afbreekbaar. Het is moeilijk om
in zee organismen te vinden die nog niet
met afval ‘besmet’ zijn. De afvalstoffen worden in de hele
voedselketen aangetroffen, ook in soorten die door
de mens worden geconsumeerd. De economische schade door afval in zee
kan in de miljarden euro’s lopen,
bijvoorbeeld als gevolg van hoge schoonmaakkosten, verminderde baten
van recreatie en doordat
consumenten geen vervuilde vis meer willen eten.
Acties
Projectcoördinator Heather Leslie: “Afval in zee is een probleem
dat op het land moet worden aangepakt. We
hebben met ons onderzoek ontdekt dat er geen heilige graal is, maar
dat significante vermindering van afval
in zee plaatsvindt wanneer individuele acties worden gecombineerd
met wijzigingen in het productie- en
consumptie systeem. Er zal pas effect optreden door de combinatie
van technische aanpassingen, sociale en
politieke innovatie. We weten nu veel meer over afval in zee dan
drie jaar geleden. We moeten zorgen dat we
het momentum vasthouden: doorgaan met het in kaart brengen en meten
van het probleem, en tegelijkertijd
beleid en acties uitvoeren die afval in zee kunnen voorkomen en
verminderen.”
Het CleanSea project kan bijdragen aan het behalen van de doelen van
de Europese Kaderrichtlijn Mariene
Strategie en het beleidspakket voor de circulaire economie dat de
Europese Commissie voor eind december
zal presenteren.