Parabenen en hun bijproducten gevonden in dolfijnen en
andere zeezoogdieren
AMERICAN CHEMICAL SOCIETY
De algemene conserveringsmiddelen in cosmetica en geneesmiddelen,
bekend als parabenen,zitten in duizenden producten en - op lagere
niveaus - in de overgrote meerderheid van de Amerikanen zelf.
Recente studies uiten hun bezorgdheid erover, dat die verbindingen
ongewenste effecten op de gezondheid kunnen hebben. Nu doen
wetenschappers voor de eerste verslag, dat de antimicrobiële
middelen ook aangetroffen worden in de weefsels van zeezoogdieren,
zoals dolfijnen, zeeotters en ijsberen.
Hun resultaten verschenen in het ACS tijdschrift =Environmental
Science & Technology”.
Fabrikanten voegen al sinds 1950 parabenen toe aan sommige lotions,
make-up, voedingsmiddelen en farmaceutische producten. Die voorkomen
bacteriële groei en verlengen het leven van plankton. Onderzoek
heeft echter aangetoond dat parabenen en hun bijproducten in dieren
net zo kunnen fungeren als oestrogeen.
Hoewel de mogelijke effecten op de mens niet duidelijk zijn, volgt
uit een analyse van de Centers for Disease Control and Prevention
dat de meeste mensen die getest waren detecteerbare niveaus van
parabenen in hun urine hadden.
En mensen zijn niet de enigen die aan parabenen blootgesteld worden.
Nu producten die deze conserveermiddelen bevatten in de riolering
terecht komen, kunnen ze vrijkomen in het milieu.
Kurunthachalam Kannan en collega's wilden weten of ook zeedieren
parabenen ophoopten in hun lichaam. De onderzoekers analyseerden 121
weefselmonsters van acht soorten zeezoogdieren uit de kustwateren
van Florida, Californië, Washington en Alaska. In vele monsters
detecteerden zij methylparabenen. Een metaboliet van methylparaben,
met de naam 4-hydroxybenzoëzuur (4-HB), werd in elk monster
aangetroffen.
De niveaus van sporen van methylparabeen varieerden bij ijsberen
van “enkele sporen” tot tienduizenden nanogram 4-HB per gram weefsel
bij een aantal dolfijnen en zeeotters.
De metaboliet komt ook van nature voor in planten, maar de
wetenschappers menen dat de positieve correlatie tussen
methylparabeen en 4-HB in de monsters, suggereert dat deze afkomstig
zijn uit synthetische bronnen. Zij voegen daaraan toe dat verder
onderzoek nodig is om te bepalen wat de potentiële
gezondheidsrisico's van deze stoffen voor de zeedieren zouden kunnen
zijn.
Vertaling: Marica Tuinte