Ban schadelijke palmolie moet bosbranden Indonesië stoppen
Een breed gedragen industriële ban op palmolie van
plantagehouders die bos en veen verwoesten voor nieuwe plantages is
de enige structurele oplossing die voorkomt dat Indonesië volgend
jaar weer in brand staat. De steun van Nederlandse bedrijven is
noodzakelijk, aangezien Nederland de grootste palmolieimporteur van
Europa is.
De bos- en veenbranden in Indonesië worden aangestoken door de
Indonesische palmolieindustrie om zo land vrij te maken voor nieuwe
plantages. Per uur verdwijnen 130 voetbalvelden (840.000 hectare per
jaar) aan bos- en veengrond in Indonesië, onder meer om plaats te
maken voor palmolieplantages.
Biobrandstof
Nederlandse bedrijven hebben een rol en verantwoordelijkheid om te
voorkomen dat de branden volgend jaar weer zo heftig zullen woeden.
Nederland is namelijk de grootste palmolieimporteur binnen de EU en
de nummer vijf wereldwijd na China, India, Maleisië en Singapore.
Grote handelaren zoals IOI Loders Croklaan, Wilmar en Cargill hebben
raffinaderijen op Nederlandse bodem. De verwerking van palmolie in
Rotterdam Haven tot biobrandstof is in de periode 2006 tot 2012
explosief gestegen met 9500 procent.[1] Daarnaast gebruiken
consumentenbedrijven en supermarkten palmolie voor dagelijkse
producten zoals brood, zeep, margarine en cosmetica.
Bazilliaans sojamoratorium
Een breed gedragen industriële ban is een bewezen effectieve methode
om het tropisch regenwoud te beschermen, dat laat het Braziliaanse
sojamoratorium van 2006 zien. Daarin spraken sojahandelaren met
elkaar af dat ze geen soja meer afnemen die is aangeplant op stukken
land die zijn ontbost na 2006. Sojaboeren die zich niet aan de
afspraken houden kunnen hun soja nauwelijks kwijt omdat 90 procent
van de handelaren het moratorium handhaaft.
Al maanden bedekt een dikke deken van rook Indonesië. De
uitgestrekte veengronden smeulen en van bomen rest niets meer dan
zwart geblakerde geraamten. De schade van de branden zijn
veelomvattend: Het langdurig inademen van de rookdeeltjes leidt naar
schatting tot 110.000 vroegtijdige doden per jaar.[2] Scholen in
Maleisië en Indonesië sluiten met regelmaat de deuren vanwege de
rook. De doorwoekerende branden bedreigen ondertussen de
leefomgeving van orang oetangs in de reservaten. De compacte
koolstof die in de grond ligt opgeslagen komt door de branden vrij.
“Bedrijven die de bossen vernietigen en veengronden ontwateren
hebben Indonesië licht ontvlambaar gemaakt en verandert in een grote
koolstofbom”, zegt Nora van der Hoeven, campagneleider Bossen bij
Greenpeace Nederland.”De CO2-uitstoot is vergelijkbaar met El
Nino-jaar 1997 toen Indonesië verantwoordelijk was voor 40 procent
van de mondiale CO2-uitstoot.”[3]
Economische prikkel
Greenpeace gaat wereldwijd met bedrijven in gesprek over een
palmoliemoratorium.“Alleen een economische prikkel kan de lont uit
het vat trekken. Nederlandse bedrijven zijn vanwege hun economisch
belang voor Indonesië een onmisbare schakel in dit initiatief om de
branden in de toekomst te voorkomen”, legt Van der Hoeven uit. “Veel
bedrijven hebben al beloften gedaan, maar de afspraken missen effect
doordat bedrijven niet gezamenlijk optrekken. Alleen als we nu de
krachten bundelen, kunnen we deze desastreuze werkwijze in de
toekomst voorkomen.”
[1] http://www.iisd.org/gsi/sites/default/files/bf_eupalmoil.pdf
[2] Johnston, F., Henderson, S., Chen, Y., Randerson, J., Marlier,
M., DeFries, R., Kinney, P., Bowman D & Brauer, M. 2012. Estimated
global mortality attributable to smoke from landscape fires.
Environmental Health Perspectives 120: 695-701.
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/22456494
[3] Page, S.E., Siegert, F., Rieley, J.O., Boehm, H-D. V., Jaya, A.
& Limin, S. 2002. The amount of carbon released from peat and forest
fires in Indonesia during 1997. Nature 420: 61-65
http://www.nature.com/nature/journal/v420/n6911/full/nature01131.html