Nieuw onderzoek wijst uit dat machtige mensen vertrouwen
op hun ‘onderbuik-motorische’ gevoelens bij beslissingen
Royal Holloway, University of London
Een nieuwe reeks onderzoeken door academici van Royal Holloway,
University of London en van de University of London College wijzen
uit dat mensen met sociale macht sterk worden beïnvloed door
inwendige lichaamssignalen die voortkomen uit hun motorische systeem
als ze beslissingen nemen over voorkeuren voor schilderijen,
bewegingen of lettervolgordes.
De studie, die onlangs werd gepubliceerd in het Journal of
Experimental Psychology: General onderzocht hoe het gemak waarmee
motorische acties plaatsvinden de oordelen van machtige mensen
beïnvloedde. De bevindingen zijn gebaseerd op vier experimenten met
bijna 400 mensen.
Een voorbeeld om dit toe te lichten: in de experimenten schreven
mensen over situaties waarin ze macht over iemand hadden, of waarin
iemand anders macht over hen had. Elk experiment richtte zich
vervolgens op een bepaalde motorische handeling. In één experiment
trainden mensen bijvoorbeeld hun buitenste oogspieren – de spieren
die de ogen laten bewegen – om later specifieke bewegingen van een
puntje op een scherm te zien. Als de oogspieren getraind waren om de
beweging te zien (en dus als de waarneming makkelijk ging), werd de
beweging fijner gevonden dan als de spieren niet getraind waren om
de beweging te zien (en dus als de waarneming moeilijker ging). Dit
ging echter alleen op voor de mensen in de groep met macht, niet bij
mensen uit de groep zonder macht: zij beoordeelden alle bewegingen
als even fijn. In een ander experiment moesten mensen zeggen hoe ze
lettertweetallen beoordeelden die met twee vingers van verschillende
handen worden getypt (bijv. FJ), vergeleken met lettertweetallen die
met dezelfde vinger van dezelfde hand worden getyp (bijv. FV).
Lettercombinaties met twee vingers van verschillende handen zijn
makkelijker te typen – en machtige deelnemers vonden die inderdaad
fijner, in tegenstelling tot deelnemers zonder macht.
Onderzoeksleider Dr. Karl-Andrew Woltin, van de afdeling
Psychologie van Royal Holloway, zegt: “Er is steeds meer bewijs dat
machtige mensen meer op inwendige prikkels afgaan als ze oordelen.
Ons onderzoek laat dit zien aan de hand van motorische prikkels in
combinatie met voorkeursoordelen, maar uit ander onderzoek is
gebleken dat machtige mensen ook meer afgaan op andere inwendige
signalen. Hongergevoel voorspelt bijvoorbeeld de hoeveelheid voedsel
die door machtige, maar niet door machteloze, mensen zal worden
gegeten; en wat het geheugen betreft, worden de oordelen van
machtige, maar niet van machteloze, mensen beïnvloed door de mate
van gemak of moeite waarmee iets gaat.”
”Ons onderzoek, samen met de bovengenoemde bevindingen,
suggereert dat mensen met macht sterk afgaan op hun inwendige
‘onderbuik’-gevoelens en signalen als ze oordelen over wat ze fijn
vinden, wat waar is, en wat ze zouden moeten doen. Soms is het goed
om contact te houden met je gevoelens. Maar soms kan het mensen ook
op een dwaalspoor brengen en leiden tot minder optimale
beslissingen.”
De onderzoeksleiders Dr. Woltin en Dr. Guinote beweren dat deze
neiging van mensen met macht veel verder reikende consequenties
heeft dan eerder werd gedacht. “We dienen ervoor te zorgen dat
mensen met macht op verschillende niveaus – in organisaties of in de
politiek – zich bewust zijn van deze potentiële neiging tot
vooroordeel, zodat ze er iets tegen kunnen ondernemen als het nodig
is,” aldus Dr. Guinote.
Dr. Woltin concludeert: “Onze bevindingen suggereren dat er
mechanismes in werking moeten worden gesteld die ervoor zorgen dat
mensen met macht, bij het nemen van belangrijke beslissingen, hun
inwendige prikkels geen voorrang verlenen over andere beschikbare
informatie.”
Vertaling: Astrid Zwart