Immuuncellen die tegen zwaarlijvigheid strijden
Muizen die bepaalde immuuncellen missen, krijgen zelfs bij een
normaal dieet overgewicht.
WEIZMANN INSTITUTE OF SCIENCE
We zien het immuunsysteem vaak vooral als iets dat ons tegen
bacteriën, virussen en allerlei vreemde indringers beschermt, maar
dit systeem heeft nog een paar andere verrassende rollen.
Onderzoekers van het Weizmann Instituut hebben nu een klein subtype
van immuuncellen gevonden die het metabool syndroom blijken te
voorkómen: zwaarlijvigheid, hoge bloeddruk en hoge bloedsuiker- en
cholesterolgehaltes.
Uit eerdere studies is al gebleken dat het immuunsysteem een rol
speelt bij obesitas, maar die onderzoeken werden op muizen
uitgevoerd die opzettelijk een vetrijk dieet kregen. De nieuwe
studie, die kort geleden in Immunity werd gepubliceerd, werd
uitgevoerd met muizen die een normaal eetpatroon volgden. Het wees
uit dat immunologische mechanismes een rol kunnen spelen bij
obesitas en de andere onderdelen van het metabool syndroom, zonder
enige koppeling met vet uit de voeding.
De studie richtte zich aanvankelijk op dendritische cellen,
cellen die dienst doen als de wachters van het immuunsysteem. Zij
waarschuwen andere mechanismes in het immuunsysteem voor
verschillende gevaren. De nadruk lag op een zeldzaam subtype van
dendritische cellen, die een ‘moordeiwit’ genaamd perforine
bevatten, dat ze in staat stelt om andere cellen op aanvraag te
verwijderen. Om de functie van deze cellen in het lichaam te
onthullen, creëerden de onderzoekers, geleid door Prof. Yair Reisner
van de Immunologieafdeling, muizen die perforinerijke dendritische
cellen misten. Tot hun verrassing ontdekten de wetenschappers dat
deze muizen overgewicht ontwikkelden, waarna ze symptomen
ontwikkelden van het metabool syndroom.
Toen ze deze muizen verder onderzochten, kwamen de onderzoekers
er achter dat hun vetweefsel abnormaal hoge gehaltes aan
ontstekingsbevorderende immuuncellen genaamd T-cellen bevatte. Als
deze cellen werden verwijderd uit het vetweefsel van de muizen
zonder perforinerijke dendritische cellen, werden de muizen niet
obees. Deze bevindingen suggereren dat perforinerijke dendritische
cellen het niveau van bepaalde T-cellen reguleren en door deze
T-cellen binnen de perken te houden, voorkomen ze blijkbaar het
metabool syndroom.
De studie kan, naast het verschaffen van nieuwe inzichten in het
metabool syndroom, misschien ook een nieuw licht werpen op
auto-immuniteit: de muizen zonder de perforinerijke dendritische
cellen waren meer dan gewoonlijk geneigd om een auto-immuunziekte te
ontwikkelen die overeenkomt met MS bij mensen. Nu dient nog te
worden onderzocht of patiënten met auto-immuunziektes deze
regelcellen missen.
Vertaling: Astrid Zwart