Helft ongevallen koolmonoxide bij cv-installaties
Uit onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid naar
koolmonoxideongevallen blijkt dat 46% van de ongevallen gebeurt met
een cv-installatie; het merendeel modern en goed onderhouden. Dit
wijkt af van het beeld dat vooral oude geisers of slecht onderhouden
toestellen te veel koolmonoxide zouden produceren. Verder
constateert de Onderzoeksraad in het vandaag gepubliceerde rapport
dat periodiek onderhoud aan installaties geen afdoende bescherming
vormt tegen koolmonoxideongevallen. De verschillende
kwaliteitslabels zoals keurmerken, erkenningen en certificeringen
bieden te weinig garantie voor daadwerkelijk professionele aanleg en
veilig onderhoud. Ook koolmonoxidemelders vervullen hun
waarschuwende functie niet vlekkeloos.
Tot nu toe wordt aangenomen dat jaarlijks ten minste vijf à tien
dodelijke slachtoffers vallen door blootstelling aan een verhoogde
concentratie koolmonoxide en enkele honderden gewonden. Naar
inschatting van de Raad is de omvang van het probleem met
koolmonoxide drie tot vijf keer zo groot. De symptomen van
koolmonoxidevergiftiging worden echter vaak niet herkend zodat een
juiste diagnose uitblijft.
Installateurs en toestellen
Hoewel bewoners en woningeigenaren in eerste instantie zelf
verantwoordelijk zijn voor een veilige installatie in de woning,
moeten zij wel kunnen vertrouwen op het vakmanschap van de door hen
ingehuurde professionals. De Onderzoeksraad constateert in het
onderzoek echter tekortkomingen in het vakmanschap van de
verschillende installateurs, al dan niet voorzien van een
kwaliteitslabel. Bij veilige aanleg en onderhoud is namelijk niet
alleen aandacht vereist voor het toestel, maar ook voor de
bijbehorende componenten en het betreffende gebouw. Zo moeten
bijvoorbeeld de luchttoevoer- en rookgasafvoerleidingen en
uitmondingen passen bij zowel het toestel als het gebouw. Bij veel
installateurs ontbreekt het aan deze integrale benadering en ligt de
focus enkel op het toestel.
Uit analyse van ongevallen met koolmonoxide blijkt dat bij de
meeste ongevallen de installaties nieuw waren of door een
professionele installateur periodiek onderhouden werden, voordat het
misging. Gedurende het onderzoek kwam ook het ontbreken van
technische beveiligingen naar voren. Verbrandingsinstallaties worden
niet failsafe ontworpen; de installatie slaat dus niet af noch geeft
deze een foutmelding als er teveel koolmonoxide wordt geproduceerd.
Ook zijn de installaties niet bestand tegen verkeerde handelingen
van bewoners of installateurs (niet foolproof). De Onderzoeksraad is
van mening dat fabrikanten hier actie op moeten ondernemen door
installaties zo te ontwerpen dat een verkeerde aanleg, instelling of
andere afwijkingen niet kunnen leiden tot productie en het vrijkomen
van een verhoogde concentratie koolmonoxide.
Borging kwaliteit
Volgens de Onderzoeksraad vertoont het stelsel van kwaliteitslabels
grote hiaten. De verschillende erkenningen, certificeringen en
keurmerken geven te weinig waarborgen voor daadwerkelijke kennis en
kunde van de professional die aan huis komt. Zo kan een bedrijf een
kwaliteitslabel krijgen als het ten minste één vakbekwame medewerker
in dienst heeft of is enkel lidmaatschap van een branchevereniging
vereist. Vanuit de branche ontbreekt het aan concreet toezicht op de
werkzaamheden bij mensen thuis en blijven sancties op onveilig werk
veelal achterwege. Het zelfregulerend vermogen van de branche is
daarmee onvoldoende om consumenten de benodigde kwaliteit en
veiligheid te bieden. Ook het toezicht vanuit de overheid ontbreekt.
De afgelopen jaren is vooral ingezet op deregulering en het
verplaatsen van de verantwoordelijkheid naar de consument en de
branche. Volgens de Onderzoeksraad is regulering en toezicht vanuit
de overheid echter noodzakelijk, onder meer door het instellen van
een wettelijk verplichte en uniforme erkenningsregeling. De Raad
ziet hier met name een rol weggelegd voor de minister voor Wonen en
Rijksdienst en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Koolmonoxidemelders
Koolmonoxide is een onzichtbaar en reukloos gas. Lichamelijke
symptomen zoals duizeligheid, hoofdpijn en vermoeidheid zijn vaag
waardoor niet altijd een verband wordt gelegd met koolmonoxide. Een
alarm van een koolmonoxidemelder is in veel gevallen de eerste en
enige waarschuwing die bewoners krijgen bij een te hoge concentratie
koolmonoxide. Uit recent Europees onderzoek naar de technische
werking van koolmonoxidemelders, blijkt dat 40 procent faalde op één
of meerdere testonderdelen, zoals het tijdig afgaan bij een bepaalde
concentratie koolmonoxide. De Onderzoeksraad voor Veiligheid is van
mening dat - naast voldoende ventilatie en correct onderhoud - een
goede koolmonoxidemelder bewoners in staat stelt zich te behoeden
voor koolmonoxidevergiftiging. Daarom beveelt de Raad aan dat er
wettelijke eisen worden ontwikkeld voor betrouwbare en effectieve
melders. Daarnaast is het van belang dat testresultaten volledig
openbaar worden gemaakt, waardoor consumenten een bewuste keuze
kunnen maken bij de aanschaf van een melder.