Infecties in de kindertijd kunnen een aanwijzing zijn voor de ontwikkeling van ziekte in het latere leven


De interactie tussen infecties en de microbiota in de longen, tijdens de kindertijd, kunnen een aanwijzingen zijn voor de ontwikkeling van ziekte op het latere leeftijd ,aldus bevindingen van een nieuwe studie .

Dr. Insa Korten, van de Universiteit Children's Ziekenhuizen in Bern en Basel , Zwitserland, presenteerde haar bevindingen op de European Respiratory Society ( ERS ) International Congress ( 27 september 2015 ) en zegt daarbij dat de interactie van het menselijke rhinovirus en de microbiota kunnen helpen bij preventie van ziekten en bij de ontwikkeling van nieuwe therapeutische procedures.

Microbiota verwijst naar alle bacteriën die het menselijk lichaam bewonen bijvoorbeeld in de darm, de huid of in de longen. Van de respiratoire microbiota is bekend dat deze verschillend zijn bij chronische longziekten. Echter, is diens rol in de ontwikkeling van de ziekte nog niet duidelijk.

Het is ook bekend dat virale infecties in de kindertijd belangrijk zijn voor de ontwikkeling van respiratoire aandoeningen, zoals astma, op latere leeftijd. Het is echter nog niet bekend of deze twee elementen - de vroege leven virusinfecties en de microbiota – een verband hebben.

Onderzoekers bestudeerden het verband tussen virale infecties in de neus en de nasale microbiota tijdens de kindertijd. Zij omvatte 32 overigens gezonde zuigelingen vanaf de BILD ( Bazel Bern Infant Lung Development ) cohort studie en namen om de week een neus uitstrijkje vanaf de leeftijd van 5 weken tot de leeftijd van 1 jaar. In elk monster werden de microbiota en 12 verschillende virussen geanalyseerd.

De resultaten toonden aan dat de bacteriële diversiteit van de luchtweg-microbiota afnam wanneer baby's werden geïnfecteerd met het rhinovirus en symptomen.  Omgekeerd leidde asymptomatische infectie met het rhinovirus niet tot een vermindering van de diversiteit van de microbiota. Dit suggereerde dat, wanneer het immuunsysteem van het kind reageerde op ademhalingssymptomen na een rhinovirus -infectie in de neus, de normale variatie van de nasale microbiële samenstelling tegelijkertijd werd gereduceerd.

Bovendien, hadden zuigelingen die in het eerste levensjaar vaker infecties hadden, over het algemeen een lagere bacteriële diversiteit tegen het einde van de onderzoeksperiode, wat aangeeft dat de normale verscheidenheid van de microbiota wordt verminderd bij terugkerende infecties. Dr. Korten: "onze bevindingen wijzen op een blijvende interactie tussen rhinovirus infecties en de nasale microbiota in de kindertijd. Hoewel onze bevindingen nog moeten worden bevestigd in andere cohorten, kan de interactie van het virus en de microbiota van belang zijn in toekomstige preventieve of therapeutische procedures."

We zien nu al deze benadering bij de darm, waar patiënten orale probiotica voorgeschreven krijgen om de normale verscheidenheid van de microbiota te stabiliseren.  Als we ontdekken dat deze veranderingen in de luchtweg microbiota zijn gekoppeld zijn aan, bijvoorbeeld een latere ontwikkeling van astma, kunnen we - als preventieve stap - proberen de neus en luchtweg microbiota te beïnvloeden.  De immuunrespons en de individuele microbiota worden tijdens de vroege jaren gevormd en dit kan daarom het beste tijdens deze periode worden beïnvloed.

De volgende fase van het onderzoek zal zijn om te zien hoe groot het effect van virussen is in vergelijking met andere factoren, zoals voeding of antibiotica. Het onderzoeksteam zal ook een follow-up doen met de kinderen die betrokken zijn bij deze studie en dat op de leeftijd van 6 jaar, om te zien hoe persistent de vroege veranderingen in de microbiota waren en hoeveel kinderen nog verder astma ontwikkelden.

Vertaling: Marica Tuinte


Bezoek ook eens onze natuurwebwinkel


Terug naar het hoofdmenu

 

Gratis nieuwsbrief
+ ebook

 

Hoofdmenu
Naar de voorpagina
Naar webwinkel
Alle thema paginas

Contact
 


Advies nodig ?

0346-330038 (ma/vr)
Of email ons

 


 

 

 

 


View My Stats