Zeer vetrijk eetpatroon verandert gedrag en geeft tekenen van
hersenontsteking
Kan het eten van vet voedsel je gedrag en je brein
veranderen ?
Van zeer vetrijke eetpatronen staat al heel lang
bekend dat zij een risico vormen voor medische problemen, inclusief
hartafwijkingen en beroertes, maar er is nu een toenemende
bezorgdheid dat door zeer vet eten ook het risico wordt verhoogd op
depressie en andere psychische stoornissen.
Een nieuwe studie, gepubliceerd in de laatste
uitgave van Biological Psychiatry, versterkt de mogelijkheid dat een
vetrijk eetpatroon zorgt voor veranderingen in gezondheid en gedrag,
voor een deel door verandering in het bacteriënmengsel in de darmen,
bekend als darmmicrobioom.
Het menselijk microbioom bestaat uit triljoenen
micro organismen, waarvan er veel leven in het darmkanaal. Deze
microbiota zijn onmisbaar voor normaal lichamelijk functioneren.
Echter, onderzoek heeft uitgewezen dat veranderingen in het
microbioom ten grondslag kunnen liggen aan de vatbaarheid voor
ziektes van de 'gastheer', inclusief neuropsychiatrische
beperkingen.
Dit leidde tot een test van wetenschappers van
Louisiana State University of een obesitas-gerelateerd microbioom
gedrag en kennisniveau verandert, zelfs als er geen sprake is van
obesitas.
Non-obese muizen werden conventioneel gehuisvest
met een normaal eetpatroon, maar kregen darmmicrobiota
getransplanteerd van donormuizen die of met vetrijk, of met controle
voedsel gevoerd werden. De getransplanteerde muizen werden
vervolgens beoordeeld op veranderingen in gedrag en kennis.
De diertjes die de microbiota toegediend kregen
van een vetrijk eetpatroon vertoonden veelvoudige
gedragsafwijkingen, inclusief meer angst, een aangetast geheugen en
repetitief gedrag. Verder veel schadelijke effecten in het lichaam,
zoals een verhoogde darmdoorlaatbaarheid en infectieverschijnselen.
Tekenen van infectie in de hersenen werden ook bewezen en kunnen
bijgedragen hebben tot de gedragsveranderingen.
"Dit document suggereert dat een vetrijk
eetpatroon de gezondheid van het brein ondermijnt, deels door
verstoring van de symbiotische relatie tussen mens en micro
organismen die zich in ons maagdarmkanaal bevinden," merkt Dr. John
Krystal op, redacteur van Biological Psychiatry.
Inderdaad vormen deze bevindingen het bewijs dat
wijzigingen in het darmmicrobioom door ons eetpatroon al genoeg zijn
om de hersenfunctie te veranderen, zelfs als er geen sprake is van
obesitas. Dit is een vast gegeven door eerder onderzoek, waardoor
een verband is vastgesteld tussen ontelbare psychiatrische
gesteldheden en symptomen van het maagdarmkanaal, maar helaas is er
nog geen totale duidelijkheid over welke darmmicrobiota ons gedrag
beïnvloeden.
Verder onderzoek is nodig, maar deze uitkomsten
suggereren dat het darmmicrobioom uiteindelijk de potentie heeft om
als therapeutisch doel te dienen bij neuropschyatrische afwijkingen.
Vertaling: Ellen Lam