Maken virussen ons slimmer ?
Uit een nieuwe studie aan de Lund Universiteit in
Zweden blijkt dat erfelijke virussen die miljoenen jaren oud zijn
een belangrijke rol spelen bij de opbouw van complexe netwerken die
het menselijk brein karakteriseren. Onderzoekers zijn zich er al
lang van bewust dat endogene retrovirussen ongeveer vijf procent
uitmaken van ons DNA. Gedurende vele jaren, werden ze beschouwd als
'junk-DNA' en zinloos, een neveneffect van onze evolutionaire reis.
In de huidige studie hebben Johan Jakobsson en
zijn collega's aangetoond dat retrovirussen een centrale rol spelen
in de basisfuncties van de hersenen, meer bepaald in de regulatie
van de genen. De resultaten geven aan dat in de loop van de evolutie
de virussen een steeds steviger greep kregen op het sturen van onze
cellulaire machiner. De reden dat de virussen specifiek worden
geactiveerd in de hersenen is waarschijnlijk dat tumoren zich niet
kunnen vormen in de zenuwcellen, in tegenstelling tot andere
weefsels.
"We hebben kunnen vaststellen dat deze virussen
specifiek worden geactiveerd in de hersencellen en een belangrijke
regulerende rol hebben. Wij geloven dat de rol van retrovirussen
kunnen bijdragen tot de verklaring waarom hersencellen zo dynamisch
en veelzijdig zijn in hun functie. Het kan ook zijn dat min of meer
complexe functies van de verschillende soorten virussen ons kan
helpen om te begrijpen waarom we zo verschillend zijn ", zegt Johan
Jakobsson, hoofd van het onderzoeksteam voor moleculaire
neurogenetica aan de Lund University.
Uit het artikel, gebaseerd op studies van neurale
stamcellen, blijkt dat deze cellen een specifiek moleculair
mechanisme gebruiken om de activatie processen van de retrovirussen
te regelen. De bevindingen geven ons een complex inzicht in de
innerlijke werking van de meest basale functies van de zenuwcellen.
Terzelfdertijd bieden de resultaten mogelijkheden voor nieuw
onderzoek betreffende hersenziekten gekoppeld aan genetische
factoren.
"Ik geloof dat dit kan leiden tot nieuwe,
spannende studies over de ziekten van de hersenen. Als wij op dit
moment kijken naar de genetische factoren gekoppeld aan
verschillende ziekten, kijken we meestal naar de genen die we
kennen, die samen slechts twee procent van het genoom uitmaken. Nu
hebben we de mogelijkheid om een veel groter deel van het genetisch
materiaal te onderzoeken dat eerder werd aangenomen als
onbelangrijk. Het beeld van de hersenen wordt complexer, maar de
plaats om te zoeken naar fouten in verband met ziekten met een
genetisch component zoals neurodegeneratieve
ziekten, psychiatrische ziekte en hersentumoren, vergroot ".
Bron: www.lunduniversity.lu.se
Vertaling: Andre Teirlinck