Integrale zorgaanpak effectief voor patiënten met
chronische gewrichtsklachten
Bij integrale zorg is ruimte voor complementaire zorg, naast
reguliere zorg. Die aanpak is getoetst in het project Proeftuin
Integrative Medicine.
Een integrale zorgaanpak, waarin ruimte is voor het bespreken en
volgen van complementaire behandelingen naast reguliere zorg, leidt
tot een significante verbetering van het lichamelijk functioneren
bij patiënten met chronische gewrichtsklachten. Dit blijkt uit
onderzoek onder deze doelgroep, uitgevoerd vanuit het project
Proeftuin Integrative Medicine. Daarnaast hebben zorgverzekeraars,
patiënten, complementaire behandelaars en huisartsen gezamenlijk
aanbevelingen geformuleerd voor het effectief en veilig inzetten van
complementaire en alternatieve (of CAM-)behandelwijzen in de
Nederlandse gezondheidszorg.
Beter lichamelijk functioneren en vitaliteit
Bijna 100 patiënten die lijden aan chronische pijn aan het
bewegingsapparaat en 13 huisartsenpraktijken uit de regio's
Amsterdam en Groningen hebben deelgenomen aan het onderzoek. De ene
helft van de patiënten heeft de optie van complementaire
behandelingen besproken met de huisarts en een passende behandeling
gevolgd bij een complementaire (of: CAM-) behandelaar. De patiënten
uit de controlegroep bleven bij hun eerdere reguliere behandeling.
Ondanks een lager aantal deelnemers dan gepland konden onderzoekers
van het Louis Bolk Instituut een aantal significante verschillen
constateren tussen beide groepen. Bij de groep met complementaire
behandeling bleek de kwaliteit van leven verbeterd te zijn: dankzij
de integrale zorgaanpak scoorden bij hen lichamelijk functioneren en
vitaliteit significant beter dan bij de controlegroep. De meest
toegepaste complementaire behandelingen waren acupunctuur en
osteopathie.
Doel en opzet van het onderzoek
Het onderzoek Proeftuin Integrative Medicine (2011-2015) had ten
eerste tot doel regulier werkende huisartsen een gestructureerde
gespreksleidraad te bieden voor het bespreken van complementaire
behandelwijzen bij patiënten die aan chronische gewrichtspijn
lijden. Uit eerder onderzoek is namelijk bekend dat een aantal
chronische patiënten hun toevlucht neemt tot dergelijke
behandelingen, zonder dit met de huisarts te bespreken. Met
zogenoemde 'evidence-cards' konden huisartsen adviseren over
wetenschappelijk verantwoorde behandelwijzen, en met 'social-cards'
kon een betrouwbare acupuncturist of osteopaat gevonden worden.
Huisartsen gaven aan dat de gespreksleidraad nuttig was. Het tweede
doel was meten of de aanvullende behandeling zou leiden tot
verbetering van de kwaliteit van leven bij patiënten.
Vervolgonderzoek nodig
De onderzoekers vinden vervolgonderzoek op zijn plaats, om te
achterhalen of de geconstateerde verbetering te danken is aan de
therapie, of aan de hernieuwde aandacht voor de klachten van de
patiënt.
Meer samenwerking nodig tussen huisarts en complementaire
behandelaar
Tijdens de afsluitende projectbijeenkomst eind september in
Amsterdam hebben afgevaardigden van de gehele zorgketen, van
zorgverzekeraars, CAM-behandelaars, huisartsen tot patiënten,
aanbevelingen geformuleerd voor betere geïntegreerde zorg in
Nederland. Zo pleitten zij voor meer samenwerking tussen
complementair en regulier werkende medische professionals. Ook
bijscholing is een aandachtspunt: zowel voor huisartsen, zodat zij
vertrouwd raken met complementaire behandelwijzen, als voor
complementair behandelaars, zodat zij behandelresultaten beter
terugkoppelen aan de huisarts.