Darmbacteriën geven signaal aan hersenen als ze vol zijn


CELL PRESS

Geen plekje over voor een toetje? De bacteriën in je darmen willen je misschien iets vertellen. Twintig minuten na een maaltijd produceren darmbacteriën eiwitten die de voedselinname bij dieren kunnen remmen, meldt een onderzoek dat in Cell Metabolism van 24 november staat. De onderzoekers laten ook zien hoe de eiwitten, die bij muizen en ratten werden geïnjecteerd, inwerken op de hersenen zodat de eetlust werd geremd, wat de suggestie wekt dat darmbacteriën wellicht medebepalen wanneer en hoeveel we eten.

Het nieuwe bewijs bestaat naast de huidige modellen van eetlustbeheersing, waarbij hormonen uit de darm betrokken zijn, die aan hersencircuits een seintje geven als we honger hebben of klaar zijn met eten. Voor het eerst is aangetoond dat de bacteriële eiwitten – die worden geproduceerd door mutualistische E. colibacteriën als die verzadigd zijn – de afgifte van darm-hersensignaalstoffen blijken te beïnvloeden (b.v. GLP-1 en PYY) en de eetlustregulerende neuronen in de hersenen te activeren.

“Er zijn nu zoveel onderzoeken die kijken naar de samenstelling van het microbioom in verschillende pathologische toestanden, maar ze onderzoeken niet de mechanismes die achter deze verbanden zitten”, zegt seniorauteur van het onderzoek Serguei Fetissov van de Universiteit van Rouen en het INSERM Voedings-, Darm- en Hersenlaboratorium in Frankrijk. “Ons onderzoek toont aan dat bacteriële eiwitten uit E. coli betrokken kunnen zijn bij dezelfde moleculaire routes die ook worden gebruikt door het lichaam om het sein te geven dat het voldaan is, en nu moeten we er nog achter komen hoe een veranderd darmmicrobioom deze fysiologie kan beïnvloeden.”

Tijdens het eten komt er een toevloed van voedingsstoffen aan bij de bacteriën in je darmen. In reactie daarop delen zij zich en vervangen bacteriën die bij het ontstaan van de ontlasting verloren zijn gegaan. De studie oppert een interessante theorie: omdat darmbacteriën om te kunnen leven van ons afhankelijk zijn, is het in hun voordeel als hun aantal stabiel blijft. Het zou dus logisch zijn als ze een manier van communicatie met de gastheer zouden hebben als ze niet vol zitten, waarbij ze de gastheer aanzetten om weer voedingsstoffen te gaan innemen.

In het laboratorium zagen Fetissov en zijn collega’s dat de E. colibacteriën in de darm, na 20 minuten te hebben gegeten van de voedingsstoffen en na te zijn toegenomen in aantal, andere eiwitten gingen produceren dan ze voor hun voeding deden. De 20-minutengrens leek samen te vallen met de tijd die het duurt voordat iemand zich voldaan of moe voelt na een maaltijd. De onderzoekers, enthousiast over deze ontdekking, begonnen profielen op te stellen van de bacteriële proteïnen voor en na de voeding.

Ze zagen dat het injecteren van kleine hoeveelheden bacteriële eiwitten die worden aangemaakt na toediening van voedsel, zorgde voor een vermindering van de voedselinname bij alle ratten en muizen. Verdere analyse onthulde dat ‘volle’ bacteriële eiwitten de afgifte van peptide YY stimuleerden, een hormoon dat samenhangt met verzadigingsgevoel, terwijl dat niet gold voor ‘hongerige’ bacteriële eiwitten. Het omgekeerde gold voor de ‘glucagonachtige’ (glucagon-like) peptide-1 (GLP-1), een hormoon waarvan bekend is dat het de insulineafgifte stimuleert.

De onderzoekers ontwikkelden vervolgens een proef waarmee de aanwezigheid van één van de ‘volle’ bacteriële eiwitten, genaamd ClpB in dierlijk bloed kon worden vastgesteld. Hoewel het gehalte van het eiwit in het bloed bij muizen en ratten 20 minuten na een maaltijd niet veranderde, correleerde het wel met ClpB DNA-productie in de darmen, wat aangeeft dat het wellicht de samenstelling van darmbacteriën koppelt aan de eetlustbeheersing van de gastheer. De onderzoekers ontdekten ook dat ClpB het vuren van neuronen die de eetlust remmen verhoogde. De rol van andere E. coliproteïnen bij honger en verzadiging, en hoe eiwitten van andere soorten bacteriën zouden kunnen bijdragen, is nog onbekend.

“We denken nu dat bacteriën fysiologisch deelnemen aan eetlustregulering, direct na voedselverschaffing, door zich te vermenigvuldigen en de afgifte van verzadigingshormonen uit de darmen te stimuleren”, zegt Fetissov. “Bovendien denken we dat darmbacteriën proteïnen produceren die langere tijd in het bloed aanwezig kunnen zijn en die de routes in de hersenen kunnen regelen.”

Vertaling: Astrid Zwart


Steun ons werk, bezoek eens onze webwinkel


Terug naar het hoofdmenu

 

Webwinkel helpdesk

0346-330038 (ma/vr)
Of email ons

Hoofdmenu
Naar de voorpagina
Naar webwinkel
Alle thema paginas

Contact
 

Gratis nieuwsbrief


 

 

 

 


View My Stats