Nieuwe bacterie voorziet darm van gezondheids-bevorderende
stof
Vezels in ons eten zijn goed omdat ze in de darmen worden omgezet
in boterzuur dat de darmgezondheid bevordert. Echter, eiwit zou
minder gezond zijn omdat de bouwstenen, aminozuren, in de dikke darm
omvormen tot minder gewenste verbindingen. Dit beeld kantelt nu met
de ontdekking van een nieuwe darmbacterie door de onderzoeker Nam
Bui en collega’s aan Wageningen University. Het team beschrijft de
ontdekking in Nature Communications van 1 december.
De nieuwe darmbacterie behoort tot het pas ontdekte genus
Intestinimonas en is in staat om efficiënt boterzuur te maken uit
lysine, het meest voorkomende aminozuur. Deze bacterie kan daarom
worden gezien als een missing link tussen eiwitafbraak,
boterzuurproductie en gezondheid.
Toen het onderzoeksteam aan het Laboratorium voor Microbiologie
onder leiding van prof. Willem M. de Vos het genoom van deze
bacterie en de voorspelde omzettingen bestudeerde, vonden de
onderzoekers ook dat de nieuwe Intestinimonas-bacterie in staat is
om boterzuur te maken uit fructoselysine. Dat is een mogelijk
schadelijk zgn. Amadori-product dat in gekookt of anderszins verhit
voedsel ontstaat uit de suikersoort glucose en het aminozuur lysine.
Vermoedelijk bestaat tot 10 % van de eiwitten en peptiden (ketens
van aminozuren) die dagelijks de dikke darm bereiken uit zulke
Amadori-producten. Deze zijn ook bekend als voorlopers van
glycotoxines of de zgn. Advanced Glycosyation Endproducts (AGEs).
Deze AGE’s uit voedsel worden in verband gebracht met hart- en
vaatziekten en diabetes, en recent is in muizen een oorzakelijk
verband tussen AGE’s in voer en dementie gerapporteerd.
De ontdekking van een bacterie die in staat is om boterzuur te
maken uit eiwit, Amadori-producten en AGE’s, opent een nieuw veld
van onderzoek dat gericht is op eiwitfermentatie in plaats van
alleen suikerafbraak uit vezels. Het team vond dat de nieuwe
productieroute van boterzuur aanwezig is bij sommige, maar niet alle
mensen. Dat biedt kansen om de darmgezondheid te verbeteren bij
personen die Intestinimonas of verwante bacteriën missen.