Chemotherapie kan zorgen voor ontwikkeling van borstkanker
tumor
Nationaal onderzoek TOMSK STATE UNIVERSITY (TSU)
Russische wetenschappers hebben ontdekt dat neo-adjuvante
chemotherapie bij patiënten met borstkanker de ontwikkeling van de
tumor kan stimuleren. De resultaten van het onderzoek, geleid door
Nicholay Litvyakov, D.Sc., hoofd van het Tumor Virologie
Laboratorium bij het Instituut voor Kankeronderzoek en
TSU-onderzoeker Marina Ibragimova, zijn gepubliceerd in Siberian
Journal of Oncology.
Wetenschappers voerden een onderzoek uit waarbij biopsies werden
geanalyseerd van vrouwen met borstkanker, die werden voorbereid op
een operatie. In elke biopsie werd het genetische landschap - en de
chromosomale afwijkingen die daarin voorkwamen - onderzocht.
Voor de operatie kregen de vrouwen 2 tot 4 trajecten met
neo-adjuvante chemotherapie (NAC). Er werd opnieuw een analyse
uitgevoerd na de operatie, om te zien hoe de therapie de tumor
beïnvloedde.
Wetenschappers van TSU ontdekten dat de chemotherapie de
gemuteerde tumorcellen bij de meeste patiënten helemaal of
gedeeltelijk vernietigde, maar 23% van de vrouwen die onderzocht
werden bleken nieuwe tumorformatie te hebben, onder invloed van NHT
(neo-adjuvante hormoontherapie). Sommige chromosomen of delen ervan
verdubbelden in de gemuteerde cellen en de tumorcellen werden
resistenter. Dit verschijnsel wordt amplificatie genoemd; het is een
negatief gevolg van chemotherapie. Bijna al deze patiënten
ontwikkelden uitzaaiingen, terwijl dat bij de overige patiënten in
de periode van vijf jaar waarin ze werden gevolgd niet voorkwam.
De onderzoekers concludeerden dat het onder invloed van
chemotherapie kan gebeuren dat de ontwikkeling van een resistente
tumor - die niet reageert op de chemotherapie - wordt gestimuleerd.
‘We hebben voorlopige resultaten die erop wijzen dat
chemotherapie kan zorgen voor het verschijnen van mutaties die
eerder niet zijn waargenomen, in de vorm van amplificaties van
chromosomale gebieden. In sommige gevallen ontstond daardoor
hematogene metastase (uitzaaiing via bloed)’, aldus Marina
Ibragimova. ‘We dienen de oorzaken en methodes te vinden om
tumorontwikkeling voor te zijn. Daarom dient chemotherapie
ongetwijfeld een strikt persoonlijk karakter te hebben, afhankelijke
van de eigenschappen van de tumor en van de patiënt.’
Dit is een zeer interessante bevinding, zegt Marina Ibragimova.
‘Nu breiden we onze proeven uit om deze bevindingen te controleren.
Als dat goed gaat, willen we een technologie ontwikkelen die in
staat is om tumorgroei in een specifieke patiënt te voorspellen en
die kan bepalen of deze patiënt chemotherapie nodig heeft en welke
medicijnen zouden moeten worden voorgeschreven.’