Menselijke neurale stamcellen herstellen beschadigde
cognitieve functies als gevolg van chemotherapie
UCI studie onthult hoe zij ‘chemobrein’ temperen
na kankerbehandelingen
Irvine, Calif. – Menselijke neurale
stamcelbehandelingen laten veelbelovende resultaten zien om leer- en
geheugenachterstand als gevolg van chemotherapie tegen te gaan,
volgens onderzoekers van UC Irvine.
Bij preklinisch onderzoek met ratten werd ontdekt
dat stamcellen, die een week na de voltooiing van een serie
chemobehandelingen geïmplanteerd werden, een reeks cognitieve
functies herstelden, zoals een maand later werd gemeten, met gebruik
van een uitgebreid programma gedragsonderzoeken.
Veelvuldige chemotherapie om diverse soorten
kanker te bestrijden kan ernstige cognitieve storingen
teweegbrengen, vaak omschreven als ‘chemobrein’, dat hardnekkig in
vele vormen aanwezig kan zijn, tot lang na de behandelingen, bij
zoveel als 75% van de overlevenden – een probleem, in het bijzonder
in de kindergeneeskunde.
“Onze bevindingen geven het eerste gedegen bewijs
dat transplantatie van menselijke neurale stamcellen gebruikt kan
worden om door chemotherapie beschadigd gezond hersenweefsel tegen
te gaan,” zegt Charles Limoli, hoogleraar radiotherapie van UCI.
De studieresultaten verschijnen 15 februari in
Cancer Research, een uitgave van de American Association for Cancer
Research.
Veel chemotherapeutische middelen, die gebruikt
worden voor de behandeling van verschillende kankersoorten,
veroorzaken ontstekingen in de hippocampus, een gebied in de
hersenen verantwoordelijk voor het cognitieve vermogen, zoals leren
en geheugen. Deze ontsteking kan neuronen en andere celvormen in de
hersenen vernietigen.
Bovendien beschadigen deze giftige bestanddelen de
verbindende structuur van de neuronen, genaamd dendrieten en
neurieten, en tasten de synapsen aan – de vitale verbindingen die
neuronen toegang verlenen om elektrische en chemische signalen door
te geven in ons gehele brein. Limoli vergelijkt dit proces met een
boom, waarvan de takken en bladeren gesnoeid worden.
Het gevolg hiervan is dat de aangetaste neuronen
minder goed in staat zijn om belangrijke neurale boodschappen door
te geven die het leer- en geheugenproces ondersteunen.
“In veel gevallen ondervindt men ernstige
cognitieve achteruitgang, die progressief en ondermijnend verloopt,”
zegt Limoli. “Vooral voor jonge kankerpatiëntjes kunnen de gevolgen
verwoestend zijn, en leiden tot een verlaagd IQ, asociaal gedrag en
verzwakte kwaliteit van leven.”
Voor de UCI studie werden volwassen neurale
stamcellen na de chemotherapie getransplanteerd in de hersenen van
ratten. Deze zwierven door de hippocampus, waar zij overleefden en
zich verschillend ontwikkelden tot meervoudige neurale celvormen.
Bovendien brachten deze cellen de afscheiding van neurotrofische
groeifactoren op gang, die hielpen bij het herstel van de aangetaste
neuronen.
Nog belangrijker, Limoli en zijn collega’s
ontdekten dat geïmplanteerde cellen de gastheer-neuronen beschermen,
daarmee het verlies voorkomend, of het herstel stimulerend van
beschadigde neuronen en hun fijnere structurele elementen,
betrekking hebbend op dendritische ruggengraten.
“Dit onderzoek suggereert dat stamceltherapieën op
zekere dag in de klinieken geïmplementeerd kunnen worden om
patiënten verlichting te brengen die te lijden hebben van cognitieve
achteruitgang door hun behandelingen,” zegt Limoli. “Ondanks dat er
nog veel werk verricht moet worden, zou een klinische proef, die de
veiligheid van zo’n aanpak onderzoekt, binnen een paar jaar mogelijk
kunnen zijn.”
http://www.uci.edu/
Vertaling: Ellen Lam