Opnieuw minder bospaddenstoelen
Het aantal paddenstoelen in de Nederlandse bossen neemt nog
steeds af. Vooral Mycorrhiza-vormende soorten waaronder de
cantharel, vliegenzwam en eekhoorntjesbrood - doen het als groep
slecht. Dit blijkt uit de nieuwste analyses van CBS. De daling van
deze paddenstoelensoorten hangt samen met het stikstofgehalte in de
bodem en de droogte van de afgelopen jaren.
Minder vliegenzwammen
Het aantal vliegenzwammen is in de periode 1999-2014 met 63
procent afgenomen. Deze afname was bij het eekhoorntjesbrood 39
procent. De cantharel laat vooral de laatste 10 jaar een dalende
trend zien. Soorten zoals de gewone heksenboleet (-18 procent) en de
grote stinkzwam (-53 procent sinds 2000) werden ook minder
waargenomen. De bruine anijszwam – een houtpaddenstoel – werd in
2014 zelfs geheel niet meer waargenomen.
Nauwelijks waargenomen
Zeldzamere soorten zoals de koperrode spijkerzwam, de slijmige
spijkerzwam en de goudplaatzwam, werden in 2014 nauwelijks
waargenomen. Wel werd vorig jaar de voor ons land zeer zeldzame
halsdoekridderzwam weer gezien, nadat deze soort in 2013 voor het
eerst in tien jaar weer opdook.
De reuzenzwam, berucht omdat deze soort oudere, verzwakte loofbomen
(voornamelijk beuken) infecteert en doet afsterven, lijkt de laatste
jaren aan een opmars bezig. Dit komt doordat de bossen en de bomen
erin ouder aan het worden zijn.
Stikstof van landbouw en verkeer
Paddenstoelen in bossen op de zandgronden in Nederland zijn
gevoelig voor de hoeveelheid stikstof die uit de lucht op de
bosbodem terecht komt. Die stikstof komt voornamelijk van de
landbouw en het verkeer en is een belangrijke oorzaak van de sterke
achteruitgang van een groot aantal paddenstoelen. Door allerlei
maatregelen neemt de stikstofuitstoot al jarenlang gestaag af.
Herstel is echter tot dusver uitgebleven. Sinds het begin van de
tellingen van paddenstoelen in 1999 is er geen verbetering gevonden.
Droge jaren
De milieukwaliteit is niet de enige factor die het succes van
paddenstoelen bepaalt. Het effect van natte en droge jaren is ook te
zien in de gegevens. De zomer van het jaar 2003 was bijvoorbeeld erg
droog en bovendien viel dat jaar de vorst al vroeg in. Dit vertaalde
zich destijds in veel kleinere aantallen bospaddenstoelen.
Warm en droog
Het jaar 2014 was over het algemeen ook uitzonderlijk warm en
droog maar juist in de maanden juli en augustus viel veel regen,
voornamelijk in het zuiden van Nederland. In die regio deden
stekelzwammen het daarom nog niet zo slecht. Een soort als de
vliegenzwam werd opvallend genoeg vooral in de zuidelijke helft van
Nederland in lage aantallen gezien. Wel werd deze soort door het
uitblijven van (strenge) vorst van augustus tot laat in december
waargenomen.
Vrijwilligers
De NMV coördineert het door vrijwilligers gedragen
paddenstoelenmeetnet dat valt onder het door het Ministerie van
Economische Zaken(EZ) gefinancierde Netwerk Ecologische Monitoring
(NEM). De verzamelde gegevens worden door CBS geanalyseerd en
vervolgens gepubliceerd op het Compendium voor de Leefomgeving.